100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis Van De Nieuwe Tijd $7.76   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis Van De Nieuwe Tijd

1 review
 73 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een volledige samenvatting van de Geschiedenis van de Nieuwe Tijd die werd gedoceerd in de eerste bachelor geschiedenis aan de KUL door professor Verberckmoes. Het document is gestructureerd opgesteld, volgens een overzichtelijke inhoudstafel. Tevens is de samenvatting voorzien v...

[Show more]

Preview 10 out of 164  pages

  • June 14, 2022
  • 164
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: maxime-schellekens • 1 year ago

avatar-seller
Geschiedenis van de Nieuwe Tijd
1.Inleiding
Periodisering
a) Geen eenduidig beginpunt
o 1453: val van Constantinopel, einde 100jarige oorlog, ‘ontdekking’
boekdrukkunst
o 1492: ontdekking ‘Amerika’ en einde Reconquista in Spanje
o 1517: begin reformatie met Luthers Thesenanschlag

 een nieuw tijdperk: geleerden < vroege Verlichting delen in
Cellarius: Historia Universalis (1685-1702)
 3deling Historia Antiqua, Historia Medii Aevi, Historia Nova
 Aanvang Historia Nova bij Reformatie 1517
a) Grotere consensus over eindpunt
o 1789: Franse Revolutie
o Industriële Revolutie: afbakening?
Benaming
a) Nieuwe tijd: benadrukt breuk met de middeleeuwen
b) Vroegmodern: recentere benaming; vanuit heden naar verleden kijken
o Aandacht op ingrijpende maatsch veranderingen 1450-800
o Als grondslag vd hedendaagse samenleving

, 1.Genese van het moderne Europa
ca. 1450
= 500 tal staten of
onafhankelijke politieke
eenheden = patchwork
~omvang v Liechtenstein
(enkele uitzonderingen)




ca. 1800

= 100tal staten of onafhankelike
politieke eenheden
~ absolutisme en centralisatie?




1.1. Staatsvorming
= politieke geschiedenis van vroegmodern Europa in teken van staatkundige
ontwikkelingen
- afname aantal Europese staten
- schaalvergroting – verlies van autonomie andere staten
a) Grote Europese staten: Engeland, Frankrijk, Spanje (=model)
b) Landen uit Eur periferie: Pruisen, Rusland
Voorbeeld: snelle territoriale integratie van Frankrijk
= patchwork van verschillende gebieden
niet ‘geïntegreerd’ bij Frankrijk
 Erkennen souvereiniteit koning niet
 Vb. Bourg, Bretagne, Provence, Anjou…
= na 100jarige oorlog

, Campagnes vd Franse koningen voor verdere
integratie grondgebieden
~Bourgondische hertogen id Nederlanden
Huwelijk, erfenis, afkoopsom, militair
Doel: l’hexagone/ einde feodale
versnippering?




Franse kroon 16e E: relatief territoriaal
homogeen grondgebied




= onophoudelijke oorlogsvoering in Europa
vb. Lodewijk XIV: ‘natuurlijke grenzen tot aan de Rijn’
- Vlaanderen: ‘ons gebied’ sinds 1302
- Lotharingen: sinds Verdun 843
 cesuur 1648 met Dertigjarige oorlog

,Nuance: geen rechtlijnige (Polen*) en geen uniforme (Nederlanden, Duitsland,
Italië) ontwikkeling  veel heren verliezen souvereiniteit
 Republiek vd Verenigde Provinciën
 Zwitserse kantons in 1413 eedverbond
 Venetië
*De desintegratie van Polen: niet-lineaire staatsvorming
Pools-Litouws Gemenebest: was een staat die ontstond door het omvormen van
de personele unie van het koninkrijk Polen en het grootvorstendom Litouwen tot één staat
(1569-1795)

 ‘common wealth’ ~
republikeinse staatsvorm
 Adel koos koning
 Laatste kwart 18e E =
3delingen: Polen verdwijnt


- 1772: eerste deling
- 1793: tweede deling
- 1795: derde deling
= einde Polen




1.1. Gestalten van de staat
1.1.1. Dynastieke monarchie
≠ natiestaten in huidige betekenis (geen nationalisme)
= dynastieke conglomeraten (huwelijk, erfenis, oorlog)
a) Dynastiek: bij troonafstand of overlijden zetelende monarch gaan
rechten en titels over op wettelijke erfgenaam
o Macht niet zo heel duidelijk
o Wel ‘ik ben de souverein’  vertegenwoordiging hele volk
a) Conglomeraat: dynastie breidt machtsgebied uit = ‘samengestelde staat’
o Meerdere territoria onder souvereiniteit 1 heerser
o Personele unie: unie in de persoon vd vorst/dynastieke rechten
o Territoria nauwelijks met elkaar in verband
o Territoria alle in andere relatie tov de vorst

, Oude feodale mechanismen werken door
 Inkomsten (nog geen budgetbeheer)
 Soldaten
 Lokale privileges
 Rechtspraak
 Volledige territoriale integratie niet in eerste instantie: behoud eigen
instellingen en vormen
Types van de samengestelde staat:
1) Aaneengesloten territorium: Engeland-Wales-Schotland / Castilië-Aragon
/ Polen-Litouwen / Bourgoundische Nederlanden
2) Versnipperd territorium (zee/andere staten): Brandenburg-Pruisen / GB-
Ierland-Hannover / het rijk van Karel V
Voorbeelden:
a) Groot-Brittanië: aaneengesloten & versnipperd
o 1536-1543: Wales geïncorporeerd bij Engeland via Acts of Union
~ kroonprins = prince of Wales vandaag
o 1541: personele Unie Engeland-Ierland < Hendrik VIII
o 1603: personele Unie met Schotland < Jacob I
 Dezelfde vorst
 Verschillende functionele instellingen
o 1714-1837: personele unie Keurvorstendom Hannover en GB-Ierl
 Engelse dynastie sterft uit
 Hannovers = Duitssprekende tak
 Vanaf 1719: in unie met Hertogdom Bremen-Verden
a) Rijk van Karel V: versnippering



Veel verschillende titels!




c) Spanje Portugal en kolonies: Personele Iberische Unie 1580-1640
o ‘politieke multinational’ = geen duidelijke centrum-periferie

, o Geen hiërarchisch gezagspatroon ivv bilaterale relaties tussen
centrum en deelstaten
o Polycentrisch: meerdere centra die bijdragen aan staatsvorming
Vb. vicekoning in Niew Spanje redelijk autonoom
1.1.1. Andere staatsvormen
a) Electieve vorstendommen (o.a. kieskoningschap)
vb. HRR, Polen, Hongarije, Bohemen
b) Geestelijke vorstendommen
Vb. Pauselijke Staat, Prinsbisdom Luik, Keulen, Metz
c) Stadstaten en Republieken
Vb. Venetië, Florence, Zwitersland, Nederlandse Republiek
 + transformaties: volledige omvorming
Vb. Florence, Noorderlijke Nederlanden, Engeland

1.1. Ingrediënten
1.1.1. Dynastieke allianties
Vorstenhuis = bewust van status  belichaamt rechtvaardigh, wil vh volk...

voorbeeld: Habsburgse huwelijkspolitiek




Juridich: familieleden tellen, gender niet (mannen & vrouwen gelijk)
 Maria Theresia als keizering 18e E

, 1.1.2. Militaire agressie
Militaire revolutie = aan de basis vh vroegmoderne staatsvormingsproces?
Begrip militaire revolutie:
 < Michael Roberts: diepgaande ontwikkelingen in mil technologie en
organisatie in 1550-1650
o Militaire bedrijf w geprofessionaliseerd ~ geld
o Buskruit, tactiek, landtroepen
 Evolutie > revolutie: beweging al midden 15e E ingezet
Gevolgen:
 Krachtigere/preciezere artillerie
o Betere kanonnen
o Vorsten afhankelijk van (wapen)financiers
 Vestingbouw: la trace italienne
o 1450-1520< Ital mil ingenieurs  W-Europa
o 17e E < de Vauban geperfectioneerd
 Artillerie en infanterie > cavalerie & belegering (stad) > veldslag
 Permanente, staande legers, ‘dienstplicht’ (Fr: 1688)
 Professionalisering: training, uniformen, discipline, dril
 Drastische toename troepensterkte
sommige historici zijn dit als verklaring voor de staatsvorming ~ financiële
Ontwikkelingen op zee:
 16e E: gespecialiseerde oorlogsbodems
 Vooruitgang scheepsbouw: snelheid, stabiliteit, wendbaarheid...
 Opleiding: getraind marinekorps
 Permanente vloot in 16e E; uitbreiding vloot
Vb. Royal Navy van Hendrik VIII
1.1.1. Centralisering en uitbouw staatsapparaat
~ militaire revolutie: kostprijs oorlog stijgt nood aan nieuwe inkomensbron
 Directe belasting: op inkomens
 Indirecte belasting: producten en diensten
o Deel oogst afstaan
o BTW op verkoop van waren, accijnzen (doortocht)
 Stijgend belang van kolinies
 Staatsuitgaven hoofste in Frankrijk
 Eigenlijk hoger in Habsburgse territoria

,Gevolgen: stijgende belastingen vereisen middelen en organisatie om
inkomsten te innen / tegenstand te beheersen  gecentraliseerde staat
 Versterken staatsgezag t.n.v. lokale elites of intermediaire lichamen zoals
standenvertegenwoordiging of parlement
 Ontstaan bureaucratie, uitdijend staatsapparaat: toe-nemende
overheidsinterventie in alle domeinen van samenleving
 Meest succesvol in Frankrijk (17de eeuw) en Pruisen (18de eeuw)

1.1. Verzet tegen centralisatie
= centrifugale processen van het volk/stadsbestuurders
 verzet tegen expansie staatsmacht, beknotten lokale autonomie, zware
fiscale druk (voedselprijzen) , aantasting rechten/vrijheden
a) Comuneros in Castilië (1520-1522)
b) Gentse Opstand (1539-1540) vd stadsbestuurders
c) Revoltes Frankrijk (1632-1642)/(1658-1675)

,3. Habsburgse hegemonie (1500-1556)
3.1. Ontstaan van een grootmacht
3.1.1. Oostenrijkse erflanden
 11e E: Oorsprong in Aargua (kanton < N-Zwitserland)
 13e/14eE: territoria in ZO vh HRR
o Aartshertogdom Oostenrijk als kerngebied (geen koning)
o Hertogdommen Stiermarken, Karinthië, Carniola, Tirol


Erblande: basis Habsburgse macht in HRR = ‘Hausmacht’
o 1438-1806: bijna zonder onderbreking Habsburger keizer
o Extra prestige
o Invloed Duitse gebieden (geen inkomsten/rechtspraak)
.
Hausmacht: als aartshertog feodale
inkomens en rechtspraak
- Oostenrijkse gebieden
- Zwiterse stamslot Aargau




3.1.2. De Bourgondische erfenis
= Huwelijksmarkt = continue
onderhandeling zodra kind ong 2jaar is
- Portretten gemaakt
- Goede opties < meer
kandidaten

, De Bourgondische erfenis:
1477: Keizer Frederik II huwt zoon Maximiliaan v Oostenrijk aan Maria v
Bourgondië, dochter v Karel de Stoute en erfgename Bourgondisch gebieden
- Groei v Bourgondië
- Groei vd Nederlanden (o.a. Gent, Brugge)
- Luxemburg
- Franche-Comté
Een voorgeschiedenis vd erflanden:
a) Margaretha van Male x Filips de Stoute (1369)
= vereniging hertogdom Bourgondië en graafschap Vlaanderen
b) Filips de Goede (1419-1467)
= breidt territorium in Lage Landen uit
c) Karel de Stoute (1467-1477)
= verdere territoriale & staatkundige eenmaking
o Wil Lotharingen veroveren als verbindingstuk
o Sterft bij Nancy (1477)




De crisis van Bourgondië: wat na dood Karel de Stoute?
 Hertogdom Gelre en prinsbisdom Luik scheuren zich los
 Franse invasie in Bourgondië en in zuiden van Nederlanden
 Opstand van de Vlaamse steden die autonomie willen terugwinnen
bespoedigt huwelijk Maria v Bourgondië en Maximiliaan v Oostenrijk
alle Nederlandse gebieden (behalve Vlaanderen) horen bij suzereiniteit vd
Duitse keizer
De invloed van Maximiliaan:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vknn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.76  3x  sold
  • (1)
  Add to cart