1. Wat is economie?
Behoeften <> Middelen
Behoeften
= aanvoelen van een tekort dat men wenst te bevredigen
Soorten behoeften:
Primaire behoeften (levensnoodzakelijke)
Op een normale manier aan de samenleving deelnemen
Veel secundaire behoeften werden primaire binnen onze samenleving (smartphone betalen in China)
Voorbeelden: voeding, water, maar ook smartphone!
Secundaire behoeften (niet-levensnoodzakelijke)
Op vakantie gaan
Materiële behoeften (te bevredigen met een tastbaar goed)
Auto, laptop
Immateriële behoeften (niet te bevredigen met iets tastbaars)
Vriendschap, kennis
Collectieve behoeften (behoefte is dezelfde voor iedereen)
Vrede, onderwijs (overheid voorziet in deze behoefte)
Individuele behoeften (behoefte is voor iedereen anders)
Spaans, Engels, Frans leren
! Voeding is eerder een individuele behoefte, iedereen heeft zin in iets anders.
Algemene behoefte is collectief, maar nu duidelijk individueel
Middelen
= schaarse middelen zijn middelen die beperkt worden door het inkomen
➔ niet alle behoeften kunnen bevredigd worden (koekjes, verf MAAR regen is een vrij goed)
,Schaars is niet de beperkte hoeveelheid van goederen en diensten. Het betekent wél de
beperktheid van ons inkomen. We kunnen enkel meer van een goed hebben door een hoeveelheid
van een ander goed op te geven.
Behoeften en middelen zorgen ervoor dat er keuzes gemaakt moeten worden:
Voor wie?
- consument Micro-economie
- producent Meso-economie
- overheid Macro-economie
- buitenland
Definitie van economie
“Studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp van schaarse middelen”
2. Soorten economische goederen
Zuiver individuele goederen (ijsje, auto)
= mensen kunnen uitgesloten worden, als iemand het koopt kan iemand ander het niet meer kopen
Zuiver collectieve goederen (politie, brandweer)
= mensen kunnen niet uitgesloten worden (wordt meestal voorzien door de overheid)
Quasicollectieve goederen (onderwijs, tolwegen)
= zaken die door de overheid worden aangeboden, maar waar je ook van kunt uitgesloten worden
(bijvoorbeeld als je niet betaalt)
,Consumptiegoederen
• Verbruiksgoederen: producten die gebruikt worden en op gaan (appel, poetsproducten)
• Gebruiksgoederen: blijven mogelijk om te gebruiken, gaan niet op (computer)
Investeringsgoederen
• Vlottende investeringsgoederen: goederen die verdwijnen in het product dat producent maakt (hout)
• Kapitaalgoederen: goederen die de producent nodig heeft om te produceren (machine, auto, bureau)
! Smartphone is een gebruiksgoed, kapitaalgoed maar ook vlottend investeringsgoed (Coolblue)
3. Consumptie en productie
Arbeid: werknemers
Natuur: grondstoffen (elektriciteit, water)
Kapitaal: aankopen gemaakt door andere producent (smartphone)
Arbeid en natuur
= primaire productiefactoren
Kapitaal
= afgeleide productiefactor (komt van een ander bedrijf)
Enkele pijl consumptie
= kopen van economische goederen voor
niet-productieve doeleinden
➔ gebruiken van het inkomen
Dubbele pijl productie
= het scheppen of toevoegen van waarde
aan de economische goederen
➔ verwerven van inkomen
, De slimste student ter wereld
1. Welke economie is de grootste ter wereld?
Amerika heeft de grootste economie, China groeit heel snel
Economie wordt gemeten adhv BBP = Bruto Binnenlands Product (totale geldwaarde van alle in
een land geproduceerde finale goederen en diensten binnen een bepaalde periode = een jaar)
! BBP België: ongeveer 450 miljard euro
2. Hoeveel werkzoekenden zijn er ongeveer in Vlaanderen?
Ongeveer 200.000
Aantal werkzoekenden is met 15% gedaald, werkloosheid is maandgebonden
(piek in juli/augustus door afgestudeerden)
3. Hoeveel Amerikaanse dollar moet je voor één euro betalen?
De euro is meer waard dan de dollar, je betaalt dus meer dollars voor één euro.
De munten en bankbiljetten (euro’s) zijn op 01/01/2002 in omloop gebracht.
Wisselkoers = de prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt
1,2 Amerikaanse dollar = 1 euro ➔ 1 dollar = 1/1,2 = 0,833
Dollar is minder waard dan euro
4. Wat is inflatie?
Stijging van het algemeen prijspeil
De Europese Centrale Bank waakt over de inflatie in de Eurozone
De inflatie zou rond de 2% moeten liggen, maar de inflatie is momenteel hoger dan ooit
Turkije hoge inflatie, Venezuela 5500% inflatie
5. Wie is de voorzitter van de ECB?
Mario Draghi voormalige voorzitter, nu Christine Lagarde (vroeger directeur IMF)
Angela Merkel ex bondskanselier Duitsland, nu Olaf Scholz
De ECB beheert de euro, houdt de prijzen stabiel en stippelt het economische en monetair
beleid van de EU uit. Zo kunnen er de juiste maatregelen genomen worden bij een
economsiche crisis.
Wat is een economische crisis?
-> laag consumentenvertrouwen
-> consument spaart veel en koopt weinig
-> producenten produceren minder en investeren minder
-> lage tewerkstelling
-> consument heeft nog minder vertrouwen in de toekomst
-> consument spaart nog meer en koopt nog minder
Hoe kan de ECB ervoor zorgen dat we meer kopen en minder sparen?
Rente verlagen Bijdrukken van geld
-> minder sparen -> meer geld in de economie
-> meer lenen -> meer kopen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tyajeegers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.