De onderwijseenheid mondelinge communicatie is gericht op taalontwikkeling, taalvariatie, taalachterstand, Nederlands als tweede taal, het voeren van gesprekken in de kleine en de grote kring en werkvormen als het gaat om mondelinge communicatie, zoals het houden van presentaties.
Opdracht 1: De kring op maandagochtend.............................................................................................3
Opdracht 2: Taalmethodes bestuderen..................................................................................................5
Opdracht 3: Mondelinge taalvaardigheid in wereldoriëntatie en godsdienstige vorming....................11
Opdracht 4: Spelen met taal.................................................................................................................13
Opdracht 5: De spreekbeurt.................................................................................................................16
Opdracht 6: Beleid taalvariatie en taalachterstand..............................................................................20
Opdracht 7: Visie..................................................................................................................................22
Literatuur..............................................................................................................................................23
Dossier Mondelinge Taalvaardigheid
2
, Opdracht 1: De kring op maandagochtend
O PDRACHT 1.1
Meester Jan laat de kinderen in de kring ieders zijn eigen verhaal vertellen. Er is dus sprake van een
monoloog kringgesprek. Meester Jan geeft een aantal kinderen de beurt die ook iets mogen vertellen
over hun weekend. De kinderen die niet aan de beurt komen, doen passief mee. Het verhaal van Anke
duurt te lang. Daardoor is meester Jan niet actief aan het luisteren want hij denkt tijdens het vertellen
aan andere dingen. Hij vertoont niet het juiste leerkracht gedrag. Anke heeft ook het gevoel dat er
niet naar haar geluisterd wordt want zij aarzelt op een gegeven moment bij het vertellen van haar
verhaal.
Om alle kinderen er bij te betrekken moet er een discussie in de groep ontstaan, een polyloog.
Hiermee krijg je alle kinderen actief en dit bevordert het taalaanbod.
Meester Jan had van te voren luisterdoelen en spreekdoelen op moeten stellen. Eén daarvan kon zijn:
‘Ieder kind die aan de beurt komt, vertelt zijn verhaal kort en krachtig in 2 minuut’. De andere
kinderen moeten aandachtig luisteren naar het verhaal want de leerkracht kan vragen stellen over het
verhaal. Hiermee stimuleer je de taalproductie. Daardoor maak je het een betekenisvol kringgesprek.
In een gesprek is het ook belangrijk dat kinderen actief deelnemen aan een gesprek door
gespreksinitiatief te nemen. Hiermee daag je kinderen actief deel te nemen aan een gesprek. Maar
daarbij is het wel belangrijk dat er een goed organisatie is. Anders wordt het niet serieus genomen
door de andere kinderen en kan het chaotisch worden. Het is belangrijk dat de gespreksstof aan de
belevingswereld van de kinderen sluit. Zodra het gespreksstof niet aansluit op de belevingswereld van
de kinderen, zullen de kinderen niet gaan luisteren.
OPDRACHT 1.2
1.2.1
Het is heel belangrijk dat kinderen naar elkaar kunnen luisteren. Ze moeten niet door elkaar heen
praten, niet in de rede te vallen bij een ander en kunnen overleggen met elkaar. Ook moeten ze kunnen
omgaan met verschillende meningen en problemen kunnen oplossen. (Erna van Koeven, 2010)
1.2.2
Als kinderen een persoonlijk verhaal vertellen, leren kinderen goed te articuleren en kunnen ze beter
hoofd en bijzaken scheiden. Kinderen moeten durven te spreken. Een kind mag niet bang zijn om een
eigen mening te geven. Daarbij moet de sfeer in de groep goed zijn. Voor een leerkracht is het ook
heel belangrijk dat een kind zich veilig en thuis voelt in de klas. Een kind moet de gevoelens durven te
uiten. (Erna van Koeven, 2010)
1.2.3
Kinderen in een kleine kring moeten de kans krijgen om hun verhaal te vertellen. Ook kinderen die
niet snel de vinger op steken, horen de gelegenheid te hebben om iets te vertellen.
Het is belangrijk dat je als leerkracht nadenkt over de samenstelling van de groep. Er zijn namelijk
twee soorten groepen, de heterogene en homogene groepen. Bij een heterogene groep krijgen minder
Dossier Mondelinge Taalvaardigheid
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Liesbeth6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.