Uitwerkingen van de lessen van Cor inclusief welke stof belangrijk is voor de toets. Onderwerpen van deze samenvatting zijn: koolhydraten, lipiden, aminozuren, hormonen & celmetabolisme.
4.53 Koolhydraten
4.54 Vetten en Lipiden
4.55 Eiwitten en Aminozuren
4.56 Cellulair metabolisme
4.57 Hormonen
4.53 Koolhydraten
Koolhydraten leveren gemiddeld de meeste energie in onze voeding.
Koolhydraatmoleculen bestaan uit koolstof (C), waterstof (H) en zuurstofatomen (O).
Er bestaan kleine koolhydraat moleculen, de monosacchariden en disacchariden.
Er zijn ook grotere suikers, namelijk de oligosacchariden en polysacchariden.
Bouw van een koolhydraat
-een C atoom heeft altijd 4 bindingsstreepjes
-een O atoom heeft altijd 2 bindingsstreepjes
-een H atoom heeft altijd 1 bindingstreepje
,Glucose wordt in water ringvormig. De OH groep van koolstof nr. 5 gaat binden aan
koolstof nr. 1. De H van de OH groep laat los en bind zich aan de O met de dubbele binding
van koolstof nr. 1
Als in bovenstaande ‘rechte’ structuur een OH-groep rechts staat komt hij aan de
onderkant van de ring uit (zie bijv. 4e koolstofatoom) en andersom als de OH-groep
links staat komt hij aan de bovenkant van de ring uit. Dit maakt ook het verschil tussen
glucose en galactose. Bij glucose zit de OH groep in lineaire vorm rechts, en dus in
ringvorm aan de onderkant. Bij galactose zit de OH groep op het 4e koolstofatoom links,
en dus in ringvorm boven.
Fructose is een ketose en glucose een aldose. Dit is dus het verschil in de plek van de
dubbele O binding. Bij een aldose zit die op plek 1 van de koolstofatomen. Bij een ketose
op een andere koolstof (vaak plek 2) Fructose is dus in ringvorm altijd een 5-ring.
Verder is hij hetzelfde als glucose.
Ook fructose kan in bèta en alfa vorm voorkomen. Hierbij geld weer dat bèta een OH
groep aan de bovenkant heeft op koolstofatoom 1 en andersom.
, Uit monosacchariden kan door reductie een polyol worden gemaakt. Deze
stoffen kunnen gebruikt worden als zoetstof, maar ook als osmotisch
diureticum (sorbitol en mannitol)
Vorming van een disaccharide
Vanuit twee glucose moleculen kan maltose gemaakt worden. Water wordt
afgesplitst en er ontstaat een glycosidische binding. De formule van een
diaccharide wordt
Polysaccharides
Polysaccharides zijn 100% opgebouwd uit glucosemoneculen (degene die wij
eten) Deze glucosemoleculen kunnen op twee manieren aan elkaar vast zitten.
Via de alfa 1-4 en 1-6
Zetmeel: amylose &
amylopectine
Belangrijke
polysaccharides uit de
plantenwereld zijn
zetmeel. Zetmeel is altijd
een mengsel van twee
varianten, namelijk
amylose en amylopectine.
Het is een amylose als het alleen maar 1-4 koppelingen zijn. Bij amylopectine
heb je af en toe een 1-6 koppeling en ontstaat er een vertakking erop.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wiesbaltus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.