1.1 de economische conjunctuur
Om de beweging van de economie inzichtelijk te maken, bekijken we de reële economische
groei: de procentuele verandering van jaar tot jaar van het reële bruto binnenlands product
(bbp).
De reële economische groei (ook wel de conjunctuurlijn): de groei van het bbp gecorrigeerd
voor de inflatie.
De onregelmatige slingerbeweging van de conjunctuur is de conjunctuurbeweging.
De trendmatige groei: de gemiddelde groei van de afgelopen 10 jaar, de trendmatige groei
wordt ook aangeduid als het langetermijngroeipad van de economie.
↳Je spreekt van hoogconjunctuur als de economie sterker groeit dan de trendmatige
groei. Als de economie minder sterk groeit dan de trendmatige groei spreken we van
laagconjunctuur.
- Als de economie 2 kwartalen achter elkaar krimpt, spreek je van een economische
recessie (achteruitgang)
- Als de economie 3 kwartalen achter elkaar krimpt, spreek je van een economische
depressie.
De conjunctuurbeweging heeft 3 kenmerken:
1) De beweging is onregelmatig en niet te voorspellen
2) De meeste macro-economische variabelen vertonen dezelfde conjunctuurbeweging
(cyclisch)
3) De beweging verloopt tegengesteld aan het aantal werklozen (anti-cyclisch)
Om de conjunctuur op de korte termijn te voorspellen wordt gebruik gemaakt van
conjunctuurindicatoren. Dit zijn macro-economische variabelen waarvan de waarde eerder
bekend is dan die van het bbp.
↳ Ze geven een indicatie van de omvang van het toekomstige bbp
De conjunctuurklok verdeelt de stand van de conjunctuur in 4
categorieën:
1) Hoogconjunctuur met dalende conjunctuur beweging
2) Laagconjunctuur met dalende conjunctuurbeweging
3) Laagconjunctuur met stijgende conjunctuurbeweging
4) Hoogconjunctuur met stijgende conjunctuurbeweging
↳De conjunctuurklok kan voor iedere macro-
economische variabele gemaakt worden, zolang er voor
de variabele een duidelijke trend bestaat.
Macro-economische variabelen die hetzelfde verloop hebben
als de conjunctuur, zijn procyclisch.
Macro-economische variabelen die een tegengesteld patroon vertonen met de conjunctuur
zijn anticyclisch.
1.2 De stand van de economie
Als mensen ontslagen worden, worden ze onvrijwillig werkloos. Als mensen zelf ontslag
nemen, worden ze vrijwillig werkloos.
Een stijgende werkloosheid heeft 2 gevolgen voor de overheid:
, 1) Stijging van de overheidsuitgaven door verstrekken uitkeringen
2) Dalende overheidsinkomsten door minder belastingopbrengsten.
Door beide effecten verslechteren de overheidsfinanciën → de kans op een
financieringstekort neemt toe.
Een financieringstekort beperkt de mogelijkheden van de overheid.
Er is minder geld voorhanden om economisch beleid te betalen.
- Inkomensoverdrachten zijn waardevast. De uitkering blijft een gelijke koopkracht
houden door de jaren heen. (Anders dan welvaartsvast dan gaan de
inkomensoverdrachten mee met de stijging van de lonen)
Bij laagconjunctuur kan de overheid door te weinig geld dit niet garanderen.
Ten tijde van hoogconjunctuur is er sprake van een positief consumentenvertrouwen en
andersom bij laagconjunctuur.
het producentenvertrouwen: het vertrouwen dat producenten hebben in de economie. De
index van het producentenvertrouwen is gebaseerd op de oordelen van ondernemers op
drie delen van hun bedrijfsvoering:
1) De orderportefeuille
2) De voorraden
3) De verwachte bedrijvigheid in de komende drie maanden
→ Conjunctuurbeweging wordt door im- en export aan landen onderling
‘doorgeven’
HOOFDSTUK 2 DE VERKLARING VAN DE CONJUNCTUURBEWEGING
2.1 geaggregeerde vraag
Op de lange termijn zijn alle markten in evenwicht: de economie bevindt zich op het
langetermijngroeipad, de trendmatige groei.
Op de korte termijn zijn niet alle markten in evenwicht. Dat komt doordat het tijd kost om op
iedere markt vraag en aanbod met elkaar in evenwicht te brengen.
Om de conjunctuurbeweging te verklaren moeten we kijken naar de geaggregeerde vraag
en het geaggregeerde aanbod. Het geaggregeerde aanbod is het aanbod van alle markten
in een land samen; de geaggregeerde vraag is wat de bevolking van een land als geheel
aan goederen en diensten vraagt.
2.2 geaggregeerd aanbod: korte en lange termijn
Voor de economie bestaat er een verband tussen het algemene prijsniveau en het
geaggregeerde aanbod. Daarbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen de korte en
de lange termijn.
Korte termijn:
Op korte termijn is er sprake van prijsrigiditeit of prijsstarheid. Dit heeft 4 redenen:
Aanbieders zijn sneller geneigd hun prijzen aan te passen als ze dat goed kunnen
onderbouwen, dan vindt er wel een kostenstijging plaats.
1) Aanbieders zijn minder snel geneigd hun prijzen aan te passen in reactie op
verandering van de vraag, en dan vooral bij een vraagtoename.
→ mensen zien het als schending van de sociale norm als een bedrijf na
aanleiding van een stijgende vraag de prijzen omhoog doet: zo ga je niet
om met de klant.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliemars. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.