Short but powerful, but a shame that these are just the names of authors and not mountain rips
Seller
Follow
bilbobeggings
Reviews received
Content preview
Historiografie begrippenlijst (namen)
Knecht = Historici hebben geen onfeilbare methoden of technieken waarmee ze de wetten van
het historisch proces kunnen blootleggen.
Hegel = Hij geloofde in de vooruitgang van de geschiedenis en dat het einddoel volmaakte
zelfkennis was.
Ranke = Geschiedenis is een opeenvolging van tijdperken.
Augustinus = geschiedenis was geen proces, maar bestond uit een 6-tal fases.
Rickert = Onderscheid tussen de geschiedwetenschap (individualiserende methodes) en
natuurwetenschap (generaliserende methodes).
Rüsen = Historisch denken is een complex samenspel van 5 dimensies.
Ankersmit = Identiteitscrisis, tragishce zelfverminking (vreemde verleden).
Fasolt = Vreemde verleden is als mensen iets zien als passé.
Lacapra = “Overdracht” van aanwezig verleden.
Day & Rüsen = Onderscheiden 5 verschillende relaties met het verleden; materiële, politieke,
epistemische, esthetische en moreel. Deze kunnen nooit van elkaar gescheiden worden, alleen
in een ideaal typische vorm, maar niet in de praktijk.
Koselleck = Tegenwerpingen tegen “model van relaties” en de tijdloosheid van het model. →
Hier zijn vervolgens weer kritiekpunten over te benoemen.
Hartog = Spreekt juist over temporele zwaartepunten; verleden, heden en toekomst.
Boym = Nostalgisch romanic en reflectif romanic.
Austin = Locutie, illocutie, prelocutie.
Braudel = korte, middellange en lange termijnprocessen, deze processen hebben verschillende
snelheden.
Macaulay = Ziet verschillende soorten geschiedenismensen.
Panofsky = 60-80 jaren voor een historische afstand, tegenwoordig minimaal 20 jaar.
Mark Day = spreekt over een materiële relatie met het verelden.
Kant = hamderde als geen ander op de tijdloze structuur van het menselijk denken.
Dilthey = Historisering van het menselijk subject, afscheid nemen van het idee dat mensen
buiten de concrete historische werkelijkheid kunnen treden en vanuit een point of nowhere
kunnen kijken. Ten tweede dat Subject en Object aan elkaar verwant zijn en beide deel uit
maken van het historische proces.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bilbobeggings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.