Met deze samenvatting kun je super voor je toets leren zonder je tekstboek te hoeven openen.
alle informatie uit het boek staat verkort en op een duidelijke manier in de samenvatting.
Hoofdstuk 4, Evolutie
Basisstof 1; ontwikkeling van het leven
Geschiedenis van het leven op aarde
3,8 miljard jaar geleden ontstonden de eerste eencellige vormen van leven
(precambrium).
670 miljoen jaar geleden: eerste meercelligen (precambrium)
400 miljoen jaar geleden: eerste landplanten (siluur)
350 miljoen jaar geleden: eerste gewervelden (carboon)
65 miljoen jaar geleden: eerste zoogdieren en vogels (tertiair).
De oudste fossielen met menselijke kenmerken zijn ongeveer 5 miljoen jaar oud.
Ontstaan van organische stoffen
Chemische evolutie = vorming van stoffen waaruit de eerste eencellige kon
ontstaan
Oeratmosfeer = samenstelling van de atmosfeer tot ongeveer 3 miljard jaar
geleden (zonder zuurstof)
Door toevoer van energie konden deze gassen ioniseren. Op deze manier
ontstonden uit anorganische stoffen de eerste organische stoffen.
Anorganische stoffen = kleine eenvoudig gebouwde moleculen, zowel in
organismen als in de levenloze natuur.
Organische stoffen = grote ingewikkeld gebouwde moleculen, afkomstig van
organismen.
Ontstaan levende cellen
Oersoep =
In de soep verenigden kleine organische moleculen zich tot grotere
moleculen. Deze rangschikten zich tot de eerste cellen.
Oudste fossielen zijn 3,5 miljard jaar oud, alle fossielen ouder dan 1,4 miljard
waren prokaryoot.
Prokaryote organismen = eencellige organismen zonder celkern,
vacuolen, mitochondriën of endoplasmatisch reticulum. DNA ligt los in
het cytoplasma
Anaeroob = konden uitsluitend leven in een omgeving zonder zuurstof
Heterotroof = kregen energie uit afbraak van organische stoffen.
Cynobacteriën = waren in staat tot fotosynthese (2,8 miljard jaar
geleden)
Autotroof = hebben alleen anorganische stoffen nodig.
Ontstaan van eukaryoten
1,5 miljard jaar geleden, endosymbiosetheorie
Door instulping van het celmembraan zijn een celkern met kernmembraan
en het endoplasmatisch reticulum ontstaan
, Cyanobacteriën hebben zich tot chloroplasten ontwikkeld
Aerobe bacteriën hebben zich tot mitochondriën ontwikkeld.
3 domeinen
Archea (prokaryoot)
Bacteriën (prokaryoot)
Eukaryoten (schimmels, planten, dieren)
Een rijk wordt ingedeeld in steeds kleinere taxa:
Stammen → klassen → orden → families → geslachten → soorten
Basisstof 2; prokaryoten
Prokaryoten:
Chromosomen liggen los in het cytoplasma
Veel soorten hebben slechts 1 groot circulair chromosoom. Bij sommige
soorten komen ook kleine, circulaire plasmiden voor.
Archea = hebben DNA, ribosomen en flagellen (zweepstaart voor
voortbeweging).
Slechts enkele honderden soorten en kunnen onder extreme
omstandigheden leven.
Bacteriën:
Planten zich voornamelijk voor door deling (chromosomen vastgehecht aan
het celmembraan)
Soms vindt er uitwisseling van genen plaats
- Door opname van DNA-fragmenten van een gestorven soortgenoot
(transformatie)
- Door vorming van een holle buis naar een soortgenoot (conjugatie)
- Door overbrenging door virussen (transductie)
Celwand bestaat uit peptidoglycaan
Kunnen ziekten veroorzaken en eten bederven
Worden door de mens gebruikt bij:
- Productie van sommige voedingsmiddelen (yoghurt, kaas, zuurkool)
- Productie van geneesmiddelen en hormonen (genetisch
gemodificeerde bacterieën)
- Afvalwaterzuivering en de productie van wasmiddelenzymen
Bij genetische modificatie wordt het DNA van een organisme veranderd
door de mens
Virussen zijn geen organismen. Ze worden niet gezien als levend
- Virussoorten die bacteriën als gastheer gebruiken, heten
bacteriofagen.
Basisstof 3; eukaryoten
Schimmels:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taraspam02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.