Vertegenwoordiging
Arresten
Wie is gebonden?
Is er een volmacht verleend? 3:60/ 3:61 lid 1
→ Zo ja dan is A en D gebonden op grond van 3:66 lid 1 gebonden.
Schijn van volmacht
1. Is er sprake van een toedoen door de achterman? (feitelijk)
De achterman/pseudoprincipaal moet iets hebben verklaard of zich op een bepaalde manier
hebben gedragen, waardoor de schijn van een volmacht is ontstaan. Als de achterman op
geen enkele wijze met het ontstaan van de schijn te maken heeft gehad, is het namelijk niet
redelijk dat hij gebonden wordt. Het kan bestaan uit een positieve gedraging, maar ook uit
een nietdoen (Kuijpers/Wijnveen: toedoen). Ook gedragingen na het sluiten van de
overeenkomst met de onbevoegde persoon kunnen relevant zijn, volgt uit dat arrest. ‘De
schijn van vertegenwoordiging kan immers, afhankelijk van de verdere omstandigheden van
het geval, ook door een niet-doen worden gewekt, waarbij niet ter zake doet of een gedeelte
van de omstandigheden zich heeft voorgedaan na totstandkoming van de overeenkomst.’
Indien er geen sprake is van toedoen, kan sprake zijn van risico. Dit volgt uit ING/Bera
Holding. De HR bepaalde daarin dat voor toerekening van de schijn van volmachtverlening
ook plaats kan zijn indien er gerechtvaardigd is vertrouwd op de volmachtverlening op grond
van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudovertegenwoordigde komen,
waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan
worden afgeleid. Dit is een aanvulling op het toedoen-beginsel.
2. Is er ergens op afgegaan? (schijn/normatief)
3. Is dit gerechtvaardigd? -> art. 6::11 R&B Hierbij speelt bijvoorbeeld de functie van
degene mee.
è Volmacht is de directe vorm, in naam van een ander;
è Overschrijding van de volmacht, bindt in beginsel de principaal niet. Kan zijn dat tussen
werknemer en werkgever duidelijkheid over de volmacht bestond, maar naar de
buitenwereld niet. Als de werknemer dan iets verkeerd doet, wordt hij niet beschermd.
Wederpartij kan wel beschermd worden door art. 3:61 BW;
è Beperkingen aan volmacht die zijn gepubliceerd, kunnen niet standaard worden
tegengeworpen;
è Art. 3:66 lid 2 BW – leer van het grootste aandeel. Heeft de gevolmachtigde een groot
aandeel in de totstandkoming van iets gehad? Heeft hij er bijvoorbeeld voor gezorgd dat is
gedwaald? Dan is vernietiging soms mogelijk;
è Indien de wederpartij niet heeft vertrouwd op de volmacht, bijvoorbeeld wist dat die er niet
was, dan wordt hij ook niet beschermd. Bewijslast ligt bij de pseudogevolmachtigde, die
moet bewijzen dat er een toereikende volmacht was.
è Verplichting tot schadevergoeding positieve belang. Wat als de pseudogevolmachtigde wel
bevoegd was geweest? Hieronder valt ook het voordeel dat hij niet heeft gehad
(aangeboden zaak voor 100 euro, bij anderen is de zaak 120 euro, dat verschil van 20 euro
moet ook worden vergoed).
è Pas sprake van een onrechtmatige daad indien wordt opgetreden op een wijze die in strijd
is met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt; vertegenwoordigde alleen kwalitatief
,aansprakelijk voor handelingen ter uitvoering van zijn bevoegdheden. Alleen als diegene de
bevoegdheid had, niet bij onbevoegdheid;
è Onherroepelijke volmacht mag, indien aan art. 3:74 BW wordt voldaan (in belang
volmachtgever en strekken tot verrichten rechtshandeling)
è Middellijke vertegenwoordiging: eigen naam, voor rekening van principaal (lastgeving).
è Kribbebijter-arrest: schadevergoeding voor de tussenpersoon, art. 7:419 BW. Want: op
eigen naam, voor rekening anders iets gedaan en er treedt een complicatie op? Achterman
lijdt de schade, achterman is geen partij, dus probleem. Door dit arrest wel mogelijk om dan
schadevergoeding te krijgen.
Risicobeginsel (ING/Bera Holding): feiten of omstandigheden die voor risico van de
achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen de schijn van
vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Let op: risicobeginsel geldt niet als
uitsluitend sprake is van verklaringen of gedragingen van de tussenpersoon.
Algemene voorwaarde
Arresten
Bramer/ hofman → kunnen de av naast onredelijk bezwarend ook vallen onder de
beperkende werking van redelijkheid en billijkheid? Staat niet in de weg, maar je kan niet op
beide tegelijk beroepen
Toetsing AV
Stap 1: Sprake van AV?
Art. 6:231 sub a BW
Te beoordelen aan de hand van art. 6:231 sub a BW:
“(1) een of meer bedingen die zijn opgesteld (2) teneinde in een aantal overeenkomsten te
worden opgenomen, (3) met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties
aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn
geformuleerd;”
Kernbeding → Beperkte uitleg (zo weinig mogelijk)
Stap 2: AV onderdeel van de overeenkomst?
Art. 6:217 e.v. BW
Art. 6:217 BW vereist voor totstandkoming van overeenkomsten een aanbod en een
aanvaarding van het aanbod.
Vertaald naar totstandkoming AV:
Voor totstandkoming van AV is enig aanbod van deze AV vereist, en daarnaast een
aanvaarding van dat aanbod.
Aanbod: opzegbeding opgenomen op inschrijfformulier
Aanvaarding: formulier ingevuld en teruggestuurd
Stap 3: beroep op art. 6:233 BW mogelijk?
Art. 6:235 lid 1; 6:245; 6:247 lid 1 BW
Stap 4: vernietigingsgrond aanwezig?
Art. 6:233 sub a BW (art. 6:236/237 BW)
Art. 6:233 sub b BW (art. 6:234 BW)
Beoordelen aan de hand van art. 6:233 sub a BW (open norm)
Bij consument als wederpartij is de open norm van art. 6:233 sub a BW nader ingevuld in de
zwarte en grijze lijst
Stap 5: derogerende werking redelijkheid en billijkheid
, Art. 6:248 lid 2 BW
Let op
- battle of forms: partijen die elk naar eigen algemene voorwaarden verwijzen, art.
6:225 lid 3 BW. Als niet wordt gereageerd op uitbreiding van algemene voorwaarden,
mag daaruit geen stilzwijgende instemming worden afgeleid.
- Taalkundige uitleg volstaat niet, partijbedoeling speelt mee;
- Gekeken moet worden, of het vernietigde beding in onverbrekelijk verband staat met
de rest. Persoonlijke bedoeling partijen speelt daarbij niet mee, enkel objectieve
beoordeling. Art. 3:42 BW is ook van belang hierbij.
- Een exoneratiebeding wordt getoetst aan de hand van de R&B. exonereren van
ernstige fouten van ondergeschikten mag, maar voor hogere personen in de
onderneming niet. Exoneratie van grove schuld is dus mogelijk. Kuunders/Swinkels:
alle omstandigheden van het geval spelen mee, niet enkel mate van verwijtbaarheid.
- Bramer/Hofman: art. 6:233 sub a BW en art. 6:248 BW mogen niet naast elkaar
bestaan, maar de gerechtigde mag zelf kiezen op welke bepaling hij zich beroept.
- Saladin/HBU: redelijkheid en billijkheid kunnen beperkend werken, daarbij spelen
mee: a. Zwaarte schuld b. Aard en inhoud overeenkomst c. Positie en onderlinge
verhouding partijen d. Wijze totstandkoming e. Wist wederpartij van het beding?
Schadevergoeding bij volmacht
(Bij gebrekkige volmacht)
1. Kan derde tussenpersoon aanspreken tot schadevergoeding?
Let op: er komt GEEN overeenkomst tot stand tussen derde en tussenpersoon .
3:70 BW T moet ‘instaan’ voor het bestaan en de omvang van de volmacht. Dit artikel geeft
een zelfstandig recht op schadevergoeding aan de derde (nr. 114/115 R&O)
2. Kan Derde achterman aanspreken tot schadevergoeding?
De achterman kan in beginsel niet worden aangesproken, tenzij sprake is van 3:61 lid 2
(schijn van volmachtverlening) of bekrachtiging (3:69 BW). I.c. is van beide geen sprake
Alleen als het optreden van Tinus als onbevoegd vertegenwoordiger tevens als onrechtmatig
in de zin van 6:162 BW kan worden aangemerkt, kan Awas BV op grond van 6:170 BW tot
schadevergoeding worden aangesproken.
Let op: het enkel optreden als onbevoegd vertegenwoordiger is onvoldoende voor het
aannemen van onrechtmatigheid. (De Slingerij/Groningen).
Verrekenen
6:127 BW e.v.
1. Zijn partijen elkaars schuldenaar? (de schuld en tegenvordering moeten deel
uitmaken van hetzelfde vermogen. Je kunt als ouder bijvoorbeeld niet de schuld
verrekenen met een vordering die zijn kind op de schuldeiser heeft)
2. Is de schuldenaar bevoegd om de schuld te betalen? (een minderjarige of onder
curatele gestelde, of failliet verklaarde is dit niet).
3. Is de schuldenaar bevoegd om zijn betaling af te dwingen? (de vordering moet
onmiddellijk opeisbaar zijn aan de zijde van de schuldenaar).
4. Staat de tegenvordering vast of kan dit eenvoudig worden vastgesteld?
è Art. 6:130 BW; indien een vordering overgaat op een ander, kan alsnog verrekend
worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noahofstee1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.