Dit is een samenvatting van de course 5 theorielessen over celbiologie. Zelf heb ik na het leren van deze samenvatting een 8.0 gehaald voor kennistoets 2 (zonder herkansing)!
Diverse compartimenten: mitochondriën (ATP Synthese), Golgi (eiwitsynthese wordt hier afgemaakt),
in vesicles (blaasjes) gaat het eiwit naar buiten
Eiwitten komen los voor in cytosol, maar grootste club van eiwitten die echt een functie
hebben zitten op een bepaalde plek. Stel deze zitten op verkeerde plek, hebben eiwitten
alsnog geen functie.
Het ontstaan van mitochondriën
(en planten hebben ook
chloroplasten) zijn gekomen als
een soort fusie. Het zijn
‘verworven’ bacteriële
voorouders.
Het plasmamembraan
- Definieert een cel
- De vorm en kracht (samen met
cytoskelet)
- Bepaalde polariteit (door
fosfolipiden)
Belangrijk bij het faciliteren: intracellulaire communicatie, uitwisseling van bepaalde goedjes (import:
voedingsstoffen en export: bijv. toxische stoffen), cel groei en mobiliteit
Het bevat (fosfo)lipiden (vetzuren, polair), eiwitten en sterols (apolair). Verder
nog een selectieve barriere, bilaag, niet-covalente interacties
,De vetzuurstaarten staan altijd naar binnen (hydrofoob), met een glycerol (tussending) die met het
hydrofiele hoofd bindt. Het heeft fosfolipiden door de fosfaatgroep. Dus….een hydrofobe staart met
hydrofiele hoofd: ampififiel.
Fosfolipiden en sfingolipiden zijn de
meest voorkomende in het
celmembraan. Sfinolipiden bevatten
serine i.p.v. fosfaatgroep. Fosfolipiden
maken het wat ‘wateriger’.
Sterolen (meest voorkomende:
cholesterol) bestaan uit een polaire
hoofd, ring structuur en apolair. Het
zorgt voor minder bewegingsvrijheid
voor vetzuurstaarten, dus het maakt het
meer stabiel en harder. Hydroxylgroep
ligt is georienteerd naar de polaire
hoofdgroep.
Fosfatylserine zit voornamelijk aan de binnenkant, deze heeft een signaalfunctie. Stel
deze zit aan de buitenkant, kan de immuunsysteem herkennen dat er iets mis is met
de cel.
Lipide bilaag is een vloeistof, laterale diffusie is mogelijk. Wat niet spontaan gebeurd
is flipflop, dit is alleen enzymatisch. Hierbij gaat het geheel omdraaien.
Vloeibaarheid heeft te maken met de samenstelling,
dit betekend dat verzadigde hydrocarbon kettingen een
minder vloeibare membraan. Andersom betekend het
dat de onverzadigde hydrocarbon kettingen met
Sterolen interacteren voornamelijk met de
sfingolipiden. Het heet ‘raft domein’ (kleine
geconcentreerde domeinen waardoor eiwitten
makkelijker interacties met elkaar aangaan. Een
aparte structuur in membraan met veel
sfingolipiden en sterolen bij elkaar met een wat
dikkere structuur waar vooral de eiwitten bij
elkaar zitten. De niet-raft domeinen:
fosfolipiden.
Membraan eiwitten zitten in speciale eigendommen en geven functies aan membraan, bijv. opname
of afgifte van stoffen. Eiwitten zitten op verschillende plekken in (helemaal doorheen:
transmembraan) of aan zo’n membraan (zie in afbeelding hierboven met blauwe suikerketens)
Overzicht eiwitten:
1: enkele a-helix (transmembraan/integraal) 2: meerdere a-helixen (transmembraan/integraal)
3: Beta-barrel (transmembraan/intergraal) 4: perifere eiwit met a-helix vastgeketend (perifeer)
5 en 6: covalente gebonden lipiden ketting (perifeer)
, 7 en 8: gebonden via andere eiwitten
(perifeer)
- Aminozuren kunnen hydrofoob
of hydrofiel zijn
- Meeste transmembraan eiwitten
kruisen het lipide bilaag et een a-
helix
- Als er geen water aanwezig is zullen H-H bindingen ontstaan met elkaar mogelijk door a-
helix
- Transmembraan gedeelte is 20-30 aminozuren lang
Meeste aminozuren in transmembraan regio zijn voornamelijk hydrofoob
Transmembraan a-helixen interacteren met elkaar voor degelijke structuur en functie:
Met detergentia worden membraaneiwitten eruit gehaald op het lab om bestuderen
Membraan eiwitten zijn
geglycolyseerd. Er zitten veel
suikerboompjes aan de buitenkant
van de eiwitten in het plasma
membraan. Deels helpen om
omplosbaar te zijn in waterig milieu. Ook zorgt
het voor het voorkomen van ongewenste cel-cel
interacties. Verder biedt het bescherming tegen
chemische/mechanische stress.
Glycolysatie: verminderen van de cytosolische
omgeving
Les 2: Permeabiliteit cel membraan
Cel membraan is selectief permeabel. Helemaal permeabel voor hydrofobe stoffen
voor grote ongeladen moleculen (maar wel water oplosbaar zoals suiker=polair) is er
maar een klein beetje wat er overheen gaat
ionen transport is volledig gereguleerd dit gaat niet via de celmembraan.
- Grotere moleculen zoals eiwitten hebben een ander mechanisme namelijk vesculair
transport (buiten binnen cel)
Passief transport: geen energie voor nodig, gaat met concentratie gradiënt mee, simpele
diffusie via kanalen (eiwit, porie die open gaat) of transporters (binding met ander deeltje)
= word ook gefaciliteerd transport/diffusie genoemd
Actief transport: wel energie nodig, tegen concentratie gradiënt
in, ATP nodig, dit is bijv. voor suikers, is altijd via transporters
=word ook
Passief transport naar beneden: (elektro) chemische gradiënt via transporteiwitten
Transporteiwitten zijn: Kanalen (twee conformaties) OF carriers/transporters
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessdekleijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.