Celdifferentiatie:
Fysiologisch proces waarbij cellen zich specialiseren in een bepaalde functie → gedifferentieerd
Gedifferentieerde cellen zijn afhankelijk van elkaar.
Cellen kunnen variëren in grootte, vorm, functie, …
Bestanddelen van de cel:
Prokaryoten: geen celkern, DNA ligt los in de cel
→ bacteriën
Eukaryoten: celstructuren omgeven door membraan
→ menselijke lichaamscellen
Bestanddelen:
o Celmembraan
o Celkern
o Cytoplasma met hierin celorganellen
Celmembraan:
Bestaat uit dubbele laag fosfolipiden (vetten) + membraaneiwitten
• Onderscheidt intra -en extracellulaire ruimte van de cel
→ indien niet dan sterft de cel af
Dubbele laag fosfolipiden
→ hydrofobe staart (bang van water)
→ hydrofiele kop (houdt van water)
Membraaneiwitten
Carrier protein → nodig om stoffen van binnen naar buitenkant te brengen en andersom (transport)
Stof gaat binding aan met carier protein, geeft signaal dat stoffen door mogen
,Nucleus (celkern):
• Erfelijke informatie van de cel
• Belangrijk bij groei
• 1 kern/cel, RBC geen, spiercel meerdere
Cytoplasma:
• Geleiachtige massa
• Organellen bevinden zich hier
Mitochondrium:
• Energiecentrale van de cel
• Mitochondria meervoud
Endoplasmatisch reticulum (ER):
• Eiwitproductie
Golgi-apparaat:
• Opslag van stoffen die in ER werden aangemaakt
• Voorraadschuur van ER-fabriek
Lysosomen:
• Soort stofzuiger, houdt de cel zuiver
• Stoffen afbreken die in mitochondrium gebruikt worden
Vacuole:
• Opslagruimtes voor de cel voor vocht en voedingsstoffen
B. HOMEOSTASE
WAAR?
intracellulair vocht (60%)
(vocht in de cel)
Intravasculair vocht (5%)
(vocht in de bloedvaten)
Interstitieel vocht (30%)
(vocht in inwendig milieu / vocht tussen de cellen)
Interstitieel vocht dient voortdurend constant gehouden te worden om de homeostase te behouden.
= evenwicht binnen het intern milieu behouden, ook wanneer deze verandert (zuurtegraad,
temperatuur, …)
Bv: bij zware inspanning het melkzuur afvoeren
C. MEMBRAANTRANSPORT
= aanvoer van brandstoffen en afvoer van afbraakproducten → noodzakelijk voor energievoorziening
en homeostase
→ transport van brandstoffen en afbraakproducten doorheen celmembraan
→ verhoogd tijdens inspanning
2 soorten membraantransport:
o vrij door membraan
CO2, O2, vetachtige stoffen, oplosbare moleculen
o via transporteiwit
Grotere stoffen moeten via carrier protein door membraan getransporteerd worden
• Passief transport
o hoge concentratie buiten cel → lage concentratie in cel
o doorheen membraan of via carrier protein wanneer stof te groot is
o vraagt geen energie!
o Transport stopt als concentratie in cel = concentratie buiten cel
• Actief transport
o Van lage naar hoge concentratie
o Vraagt energie!
Bloed-hersenbarrière:
Beschermt hersenen/ruggenmerg tegen giftige stoffen
Alcohol, cocaïne, heroïne, … kunnen er direct door
, D. WEEFSELS – ORGAAN – ORGAANSTELSEL
WEEFSEL
Groep cellen met gelijke vorm en functie
(zenuwweefsel, bindweefsel)
ORGAAN
Verschillende weefsels die één functie vervullen
(bloedvat → fungeren als 1 orgaan)
ORGAANSTELSEL
Samenwerking tussen verschillende organen om een levensfunctie te vervullen
(circulatie, ademhalingsstelsel)
4 soorten weefsels:
o Epitheelweefsel (bedekking van andere structuren)
o Steunweefsel (steun en stevigheid geven aan andere weefsels)
o Spierweefsel (samentrekking)
o Zenuwweefsel (doorgeven van prikkels)
H2: ENERGIEVOORZIENING
2.1: CELMETABOLISME
= geheel aan biochemische processen in het cytoplasma van de cel(stofwisselingsprocessen)
→ alle reacties die zorgen voor opbouw, instandhouding en afbraak van cellen, weefsels
→ alle reacties die energie leveren
Celmetabolisme
ANABOLE PROCESSEN KATABOLE PROCESSEN
aanmaak van stoffen / afbraak van stoffen of cellen
celonderdelen / cellen
KOST ENERGIE LEVERT ENERGIE OP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller giangelade. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.