1. Wat houdt levenslooppsychologie inhoudelijk in?
= Ontwikkelingspsychologie
- De wetenschap die het gedrag van de mens bestudeert in verschillende fase van zijn
ontwikkeling
- De studie van de normale ontwikkeling van de mens van de conceptie tot de dood
2. Hoe kan levenslooppsychologie een meerwaarde zijn in de praktijk van de opvoeder?
- Als opvoeder werken we vaak met personen met een specifieke
ondersteuningsbehoefte van wie de ontwikkeling verstoord is.
- De meerwaarde van de kennis van een ontwikkelingspsychologisch kader is dat:
Goed referentiekader ‘normale ontwikkeling’ waaraan we cliënten kunnen
spiegelen
Inzicht in normale vs afwijkende ontwikkeling
Inzicht in problemen, … die leeftijdsgebonden zijn
Inleving en inzicht in leefwereld van cliënt
3. Wat is het onderscheid tussen: een vertraagde ontwikkeling, een
ontwikkelingsprobleem en een ontwikkelingsstoornis?
- Vertraagde ontwikkeling: Sommige mensen ontwikkelen trager, sneller of anders
dan anderen.
- Ontwikkelingsprobleem: Als iemand langdurig en ernstig achterblijft op
leeftijdsgenoten.
- Ontwikkelingsstoornis: Een neurologisch (hersenen) of psychische aandoening die
voorkomt bij kinderen of adolecenten en de normale ontwikkeling belemmert.
Er moet grondig onderzoek naar gedaan zijn zodat er doorverwijzingen gedaan
kunnen worden naar de juiste instanties.
4. Wat houdt het nature – nurture debat in?
- Het gaat hierbij om de vraag of het ontwikkelingsverloop eerder aangestuurt
word vanuit de aanleg, eigenheid, natuur van de persoon (=nature) dan vanuit de
‘voeding’ die de omgeving biedt (=nurture) aan de mens.
Nature = Het ontwikkelingsproces wordt aangestuurt vanuit de aard, natuur van het
individu = aanleg
Nurture = Het ontwikkelingsverloop wordt aangestuurd vanuit de aard van de omgeving
en opvoeding van de individu = omgeving
,2
5. Wat houdt de interactionele visie in?
- Naast 1. Natuur en 2. Milieu is ook de 3. Zelfbepaling een belangrijke
ontwikkelingsfactor.
- Deze 3 beïnvloeden elkaar en creëren nieuwe situaties die invloed uitoefenen op
het verdere ontwikkelingsverloop.
6. Wat is het verschil tussen continue en discontinue ontwikkeling?
- Continue ontwikkeling: Ontwikkeling verloopt trapsgewijs, zonder plotse
sprongen.
- Discontunue ontwikkeling: Ontwikkeling is een proces, verdeeld in verschillende
fasen met soms ingrijpende gedragsveranderingen.
7. Welke ontwikkelingsfase onderscheiden we en waarom we hier genaunceerd (tot in
de details) naar moeten kijken?
Achter elke ontwikkelingsfase worden leeftijden geplaatst, deze geven gemiddelden aan,
dit is handig maar sommige nemen deze leeftijdsgrenzen te strak aan.
Leeftijden hebben een ruime ondergrens en bovengrens.
Je mag niet uit het og verliezen dat in de werkelijkheid de fasen geleidelijk in elkaar
overlopen.
8. Welke 8 ontwikkelingsdomeinen worden er binnen de levenslooppsychologie
onderzocht?
1. Lichamelijk: motorische en/of zintuigelijke ontwikkeling
2. Cognitief: verstandelijke- en taalontwikkeling (denken en geheugen)
3. Persoonlijkheid: identiteit – en eigen wil ontwikkeling
4. Sociaal: omgang, acceptatie van anderen en sociaal gedrag
5. Emotioneel: ontwikkeling van gevoelens van vertrouwen en veiligheid
6. Moreel: ontwikkeling van normen en waarden
7. Spel- en tekenontwikkeling
8. Seksueel: gedrags-, lichaams- en lustbeleving, waardering in het eigen lichaam.
,3
Situeer de belangrijkste bijdragen binnen de Llpsychologie.
Freud De psycho-seksuele ontwikkeling
Erikson Psychosociale ontwikkeling
Piaget De stadia van cognitieve ontwikkeling
Skinner Operant leren
Bandura Leren door imitatie
Vygotsky De zone van naaste ontwikkeling
Kohlberg Morele ontwikkeling
Bowbly Hechtingstheorie
Freud en de psychoseksuele ontwikkeling
9. Leg de persoonlijkheid volgens Freud uit : ES – EGO – SUPEREGO
Het ID = ES
- Lustprincipe: Onmiddellijk bevredigen van behoeften (=duiveltje)
- Onbewust en ongestuurd
- Zo veel mogelijk bevredigen en zo weinig mogelijk spanningen
Het ich = EGO
- Controleren van driften: uitstellen of afremmen
- Realiteitsprincipe: Wat is mogelijk?
Het uber-ich = SUPEREGO
- Handelt vanuit het ideaalprincipe: waarden en normen (=engeltje)
- Ontwikkeld zich rond 5-6 jarige leeftijd, kinderen nemen dit over van belangrijke
mensen in hun leven
- Het geweten
10. Beschrijf de stadia in de psychoseksuele ontwikkeling.
, 4
11. Verhelder fixatie in een bepaald stadium met een voorbeeld.
Fixatie = blijven steken in een fase, overdreven gerichtheid op een lichaamsdeel uit een fase
- Fixatie in de orale fase uit zich in roken, nagelbijten of eten
- Fixatie in de anale fase uit zich in stoelgang ophouden
12. Leg het begrip regressie uit
- Terugval naar een eerdere ontwikkelingsfase, vaak bij negatieve gevoelens of
andere emoties.
Bv: stress roken
Erikson en de psychosociale ontwikkeling
13. Leg de volgende begrippen uit:
- Basisveiligheid = een veilige hechting zorgt hiervoor, dit is fundament voor een
gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling basisvertrouwen
- Egoproces= Het individu probeert conflicten, zowel binnen zichzelf als tegenover
de sociale omgeving op te lossen en zo integratie te krijgen binnen de eigen
persoon er ontwikkeld zich een steeds sterk wordend ego.
- Kernconflict= De mens voelt zich niet goed meer in zijn vel, hij wordt
veranderingen gewaar en wil enerzijds vasthouden aan de oude situatie maar
verlangt anderzijds naar aanpassing in de nieuwe situatie.
In elke fase is er een kernconflict= conflict op te lossen
- Onzekere en vaak emotioneel hevig beleefde toestand
- Innerlijke beleving
- Exploratie en bevestiging is nodig
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siriadevellis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.32. You're not tied to anything after your purchase.