100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arresten week 1-6 Inleiding Internationaal Publiekrecht, BA Rechtsgeleerdheid jaar 1 $15.51   Add to cart

Judgments

Arresten week 1-6 Inleiding Internationaal Publiekrecht, BA Rechtsgeleerdheid jaar 1

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle arresten van het vak Inleiding Internationaal Publiekrecht, Bachelor I Universiteit Leiden

Preview 3 out of 20  pages

  • June 16, 2022
  • 20
  • 2020/2021
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Arresten IPUR

Week 1

HR Sanctieregeling Iran
EIR: p. 52 e.v.
Wetsbepalingen: gelijkheidsbeginsel (= art 26 IVBPR)
Kernwoorden: Resolutie VN, internationale verplichtingen (EVRM), gelijkheidsbeginsel
Kern: verplichtingen die voortvloeien uit het VN-Handvest hebben de allerhoogste prioriteit, maar
landen die hieraan uitvoering geven moeten dit doen met inbegripneming van andere internationale
verplichtingen die voortvloeien uit andere verdragen waar zij partij bij zijn.

HR Decembermoorden – Bouterse
EIR: p. 29 e.v. / r.o. 4.4.1
Wetsbepalingen: VN folteringsverdrag, art 16 GW
Kernwoorden: algemene rechtsbeginselen, verbod op terugwerkende kracht
Kern: de uitvoeringswet van het VN folteringsverdrag treed pas in werking na de decembermoorden.
De HR was van oordeel dat de wet niet met terugwerkende kracht mag worden toegepast, op grond
van art 16 GW. Weliswaar bestaan er naast wetten ook andere bronnen, zoals algemene
rechtsbeginselen die in acht genomen moeten worden door de internationale gemeenschap. De
mogelijkheid dat het verbod op terugwerkende kracht in strijd is met ongeschreven volkenrecht laat
de HR in het midden. Art. 94 van de Grondwet verbiedt dat de rechter zich uitspreekt over de vraag
of de (grond)wet verenigbaar is met ongeschreven volkenrecht en dus ook of het verbod van art. 16
Grondwet daarmee in strijd zou zijn.

HR Spoorwegstaking
EIR: p. 28 / r.o. 3.2.
Wetsbepalingen: art 93 GW, art 6 lid 4 ESH
Kernwoorden: recht op staking, een ieder verbindend, directe werking
Kern: om te zien of een verdrag een ieder verbindend is moet worden gekeken of uit het
tekstverdrag of verdragsgeschiedenis blijkt of de verdragsluitende staten al dan niet hebben beoogd
om aan dat bepaalde artikel directe werking toe te kennen. Zo niet, dan kijken naar de inhoud van
het verdrag.
1. Kan deze bepaling als objectief recht in de Nederlandse rechtsorde functioneren; dan een
ieder verbindend
2. Wordt de wetgever verplicht tot het treffen van regelgeving; dan NIET een ieder verbindend
De conclusie van de HR in r.o. 3.2.: art 6 lid 4 ESH kan als objectief recht in het Nederlandse recht
functioneren en is daarom een ieder verbindend in de zin van art 93 GW.


HR Rookverbod
EIR: p. 87 / r.o. 3.5.3
Wetsbepalingen: art 93 GW, art 8 lid 2 WHO-kaderverdrag
Kernwoorden: een ieder verbindend, directe werking, nuancering HR Spoorwegstaking
Kern: dit arrest brengt een nuance aan de tweede vraag uit het arrest Spoorwegstaking: wordt de
wetgever verplicht tot het treffen van regelgeving?
De conclusie van de HR in r.o. 3.5.3.: ook al moet de Nederlandse wetgever enige regelgeving treffen,
hij heeft de enige keuzevrijheid of beleidsvrijheid over hoe bepaald resultaat moet worden
bewerkstelligd, dan nog kan het een ieder verbindend zijn.
Voorwaarde:
het te bewerkstellige resultaat dient nauwkeurig en onvoorwaardelijk te zijn omschreven /
geformuleerd.

,HR Urgenda
EIR: n.v.t.
Wetsbepalingen: art 2 EVRM, art 8 EVRM, art 34 EVRM, art 3:305a BW
Kernwoorden: geen rechtsgang naar EHRM, een ieder verbindend, belangenorganisaties
Kern: de rechtbank stelde dat ondanks het feit dat art 2 jo. 8 EVRM een ieder verbindend zijn, op
grond van art 35 EVRM Urgenda als belangenorganisatie geen rechtsgang geeft naar het EHRM. Art
34 EVRM benadrukt dat alleen directe slachtoffers een klacht kunnen neerleggen bij her EHRM.
Het Hof en de HR: art 2 jo. 8 EVRM zijn echter wel een ieder verbindend (r.o. 5.6.1. HR Urgenda) en
het staat Urgenda dus niet in de weg om zich op deze artikelen te beroepen voor de Nederlandse
rechter. Art 3:305a BW beschrijft dat belangenorganisaties, als Urgenda, een rechtsvordering in
mogen stellen zolang deze strekt tot gelijksoortige belangen van andere personen. Op grond van
deze artikelen heeft de staat een positieve verplichting om passende maatregelen te nemen tegen de
opwarming van de aarde, en dus om het recht op leven en privéleven van mensen te beschermen
(r.o. 5.2.3 HR Urgenda).
Daarbij voegt de HR in r.o. 5.9.2. toe dat een bundeling van gelijksoortige belangen (zeker in het
geval van milieuzaken) in sommige instanties bevorderend en efficiënt kan zijn voor
rechtsbescherming.

, Week 2

SS Lotus Case
EIR: p. 486, par.2, 13-19, 41-44, 48
Kernwoorden: territoriale jurisdictie, rechtsmacht
Kern: de rechtsvraag is heeft Turkije het internationaal recht geschonden toen Turkse rechtbanken
jurisdictie uitoefenden over een misdrijf gepleegd door een Frans staatsburger buiten Turkije?
Conclusie: Turkije heeft het internationale recht niet geschonden.
1. een staat kan zijn rechtsmacht niet buiten zijn grondgebied uitoefenen, tenzij een
internationaal verdrag of gewoonterecht hem dat toestaat.
2. op zijn grondgebied kan een staat zijn rechtsmacht uitoefenen, ongeacht de aangelegenheid,
zelfs als er geen specifieke regel van internationaal recht is die hem dat toestaat
Hof:
‘’ “Hieruit volgt echter niet dat het internationaal recht een staat verbiedt om op zijn eigen
grondgebied rechtsmacht uit te oefenen, met betrekking tot alle zaken die betrekking hebben op
handelingen die in het buitenland hebben plaatsgevonden en waarin hij zich niet kan beroepen op
een of andere tolerante regel van internationaal recht’’


IGH The North Sea Continental Shelf Cases
EIR: p. 497 e.v.
Wetsbepalingen: art 38 Statuut IGH
Kernwoorden: gewoonterecht (statenpraktijk & rechtsovertuiging)
Kern: Par.77 NSCS IGH en art 38 Statuut IGH: wil er sprake zijn van een regel van gewoonterecht
moet er voldaan zijn aan twee elementen: statenpraktijk en rechtsovertuiging.
- Statenpraktijk dient omvangrijk, representatief en vrijwel uniform te zijn.
- Par. 73 en 74 NSCS IGH: bovendien is de praktijk van staten wiens belangen specifiek door de
regel worden geraakt van belang.
Par. 77 NSCS IGH: om van rechtsovertuiging te spreken dienen staten een praktijk te volgen, omdat
zij van oordeel zijn dat deze praktijk door het internationaal recht wordt vereist.
Par. 72 NSCS IGH: wil een verdragsverplichting gewoonterecht worden moet de verdragsbepaling
bovendien een fundamenteel norm creërend karakter hebben.
Par. 73, 74 NSCS IGH: ook zonder het verstrijken van een lange periode kan er een regel van
gewoonterecht ontstaan.
 Par. 71 NSCS IGH: gewoonterecht is bindend voor alle staten, ongeacht of zij partij zijn bij het
verdrag waarin deze is gecodificeerd


Reparations of injuries Advisory Opinion
EIR: p. 656 e.v.
Kernwoorden: rechtspersoonlijkheid, internationale organisaties
Kern: In het VN-Handvest staat de rechtspersoonlijkheid niet vastgelegd. Weliswaar heeft deze
internationale organisatie rechtspersoonlijkheid volgens de Algemene Vergadering van de VN.
Het Hof bevestigde dan de VN rechtspersoonlijkheid heeft op basis van een functionele analyse
waarbij de rechten uit het Handvest van de Verenigde Naties werden bekeken. Het Hof kwam tot de
vaststelling dat internationale rechtspersoonlijkheid onontbeerlijk was om de doelstellingen van het
Handvest te bewerkstelligen.
Om te weten of een internationale organisatie rechtspersoonlijkheid heeft dient gekeken te worden
naar de intenties van de oprichters (blijkt impliciet hieruit).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabelmelese. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $15.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$15.51
  • (0)
  Add to cart