‘Portfolio’
Toetsing van:
Minor kanton
HBR-MIN-RE-KAN-18
Deelopdracht 1: arbeidsrecht: ontbindingsverzoek
Deelopdracht 2: consumentenrecht: klacht geschillencommissie
Deelopdracht 3: huurrecht: dagvaarding
Hogeschool Leiden Opleiding HBO-Rechten
Latifa Metalsi – S1107125 V. Jongste, J. Boonman en A. Stoter
12 november 2021
Reguliere kans
Klas RE4A Collegejaar 4, periode 1
1
, INHOUD
1. Arbeidsrecht: ontbindingsverzoek
2. Consumentenrecht: klacht geschillencommissie
3. Huurrecht: dagvaarding
2
, ARBEIDSRECHT
VERZOEK TOT ONTBINDING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST EX ART. 7:671B BW
(VERZOEK DOOR WERKGEVER)
Aan de edelachtbare heer/ vrouwe,
kantonrechter in de rechtbank Den Haag locatie Den Haag,
team kanton,
Verzoekster, FysioFit B.V., statutair gevestigd te (2261 DH) Voorburg, aan de Herenstraat 1, die voor deze zaak
woonplaats kiest te (2333 CK) Leiden aan de Zernikedreef 18, ten kantore van Labour Law Solutions, van welke
L. Metalsi door verzoekster is aangewezen om in deze procedure als haar gemachtigde op te treden, met het
recht van vervanging, en die in die hoedanigheid dit verzoekschrift ondertekent en indient.
Het verzoek strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de heer RICHARD DE HAAN, wonende te
(2491 LC) Voorburg aan de Oude Gracht 12.
Partijen zullen hierna ‘werkgever’ en ‘werkneemster’ genoemd worden.
Belangrijke gegevens:
Functie: fysiotherapeut
Salaris: €4.795,-- per maand exclusief emolumenten
Aanvang arbeidsovereenkomst: 1 januari 2007
Geboortedatum: 5 augustus 1977
Feiten en omstandigheden
1. De werknemer is bij de werkgever in dienst sinds 1 januari 2007 voor bepaalde tijd en sinds 1 januari
2009 voor onbepaalde tijd, in de functie van fysiotherapeut tegen een salaris van thans €4.795,--
bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en emolumenten.
2. Werknemer verricht zijn werkzaamheden gewoonlijk in Voorburg.
3. Partijen zijn de arbeidsovereenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd. Een kopie van de
arbeidsovereenkomst is als bijlage aan dit verzoekschrift gehecht (productie 1).
4. Op 20 mei 2021 hebben werkgever en werknemer een gesprek gevoerd. Werknemer blijkt een
‘Corona-ontkenner’ en ‘complotdenker’ en blijkt dit via zijn openbare facebook-account wereldkundig
te maken. Tijdens dit gesprek heeft werkgever de werknemer geconfronteerd met allerlei berichten die
werknemer op zijn facebook-account heeft geplaatst. Werknemer heeft een openbare facebook-
account waardoor pijn pagina toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast is werknemer bevriend met
klanten van de praktijk. Werkgever heeft werknemer te kennen gegeven dat zij wenst dat hij stopt
met het plaatsen van de berichten, omdat het de reputatie van FysioFit (hierna: de praktijk) schaadt.
Werknemer heeft een officiële waarschuwing gekregen. Een bevestiging van het gesprek alsmede een
opsomming van de afspraken wordt overlegd als (productie 2).
3
, 5. Op 20 mei 2021 heeft werknemer gereageerd op het mailbericht van werkgever, waarin hij te kennen
geeft door te gaan met zijn goede werk voor de praktijk, maar niet akkoord te gaan met de sommaties
van werkgever. Werknemer heeft aan het recht te hebben op een eigen mening. Dit mailbericht wordt
overlegd als (productie 3).
6. Op 21 mei 2021 ontvangt werknemer een reactie van werkgever. Werknemer wordt gewaarschuwd en
nogmaals gewezen op de sommaties die zijn opgenomen in de bevestiging van het gesprek dat 20 mei
2021 heeft plaatsgevonden. Werknemer wordt gewezen op het feit dat hij gehoor dient te geven aan
de door zijn werkgever opgedragen instructies. Het mailbericht is als bijlage toegevoegd (productie
4).
7. Op 15 augustus 2021 heeft werkgever de werknemer per e-mail benaderd. Werkgever geeft aan dat
vijf vaste klanten hebben geklaagd over de houding van werknemer ten aanzien van Corona. Deze
klanten beweren dat werknemer tijdens de afspraken heeft aangegeven dat men zich niet moet laten
vaccineren, dat het een complot is om de wereldbevolking onder controle te houden, dat het virus niet
anders is dan een griepje en dat het vaccin helemaal niet werkt. De vijf betreffende klanten hebben de
behandelovereenkomst hierdoor me de organisatie beëindigd.
Daarnaast geeft werkgever aan dat werknemer door is gegaan met het plaatsen van berichten met
betrekking tot Corona en verwijst naar een bericht van 12 juli 2021. Werknemer is op facebook ook
nog steeds bevriend met veel klanten van de praktijk. Ook in dit mailbericht wordt werknemer
verzocht zich te houden aan de sommaties die aan werknemer bekend zijn gemaakt op 20 mei 2021.
Werkgever geeft werknemer een officiële laatste waarschuwing. De e-mail is als bijlage toegevoegd
(productie 5). Als reactie op dit mailbericht geeft werknemer aan zich altijd op te stellen als een goed
werknemer en wijst de werkgever op de Grondwet, vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om je
eigen leven (privacy) in te richten. Zijn reactie is als bijlage toegevoegd (productie 6).
8. Op 8 september 2021 geeft werkgever de werknemer te kennen dat hij op non-actief is gezet en niet
meer welkom is in het pand van de praktijk. Ook is medegedeeld dat er een verzoekschrift tot
ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt ingediend bij de rechtbank. De e-mail is als bijlage
toegevoegd (productie 7).
Gronden voor het verzoek
Aan het verzoek ligt primair ten grondslag dat de arbeidsovereenkomst redelijkerwijs dient te eindigen op
grond van art. 7:671b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), in verbinding met art. 7:669 lid 3 sub e BW
(verwijtbaar handelen), subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g (verstoorde arbeidsrelatie) en meer
subsidiair op grond van art. 7:669 lid 3 sub i BW (cumulatiegrond).
Verzoekster, de werkgever, voert daartoe het volgende aan:
1. De werknemer is bij de werkgever in dienst sinds 1 januari 2007 voor bepaalde tijd en sinds 1 januari
2009 voor onbepaalde tijd, in de functie van fysiotherapeut tegen een salaris van thans €4.795,--
bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en emolumenten.
2. Werknemer verricht zijn werkzaamheden gewoonlijk in Voorburg.
4
Toetsing van:
Minor kanton
HBR-MIN-RE-KAN-18
Deelopdracht 1: arbeidsrecht: ontbindingsverzoek
Deelopdracht 2: consumentenrecht: klacht geschillencommissie
Deelopdracht 3: huurrecht: dagvaarding
Hogeschool Leiden Opleiding HBO-Rechten
Latifa Metalsi – S1107125 V. Jongste, J. Boonman en A. Stoter
12 november 2021
Reguliere kans
Klas RE4A Collegejaar 4, periode 1
1
, INHOUD
1. Arbeidsrecht: ontbindingsverzoek
2. Consumentenrecht: klacht geschillencommissie
3. Huurrecht: dagvaarding
2
, ARBEIDSRECHT
VERZOEK TOT ONTBINDING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST EX ART. 7:671B BW
(VERZOEK DOOR WERKGEVER)
Aan de edelachtbare heer/ vrouwe,
kantonrechter in de rechtbank Den Haag locatie Den Haag,
team kanton,
Verzoekster, FysioFit B.V., statutair gevestigd te (2261 DH) Voorburg, aan de Herenstraat 1, die voor deze zaak
woonplaats kiest te (2333 CK) Leiden aan de Zernikedreef 18, ten kantore van Labour Law Solutions, van welke
L. Metalsi door verzoekster is aangewezen om in deze procedure als haar gemachtigde op te treden, met het
recht van vervanging, en die in die hoedanigheid dit verzoekschrift ondertekent en indient.
Het verzoek strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de heer RICHARD DE HAAN, wonende te
(2491 LC) Voorburg aan de Oude Gracht 12.
Partijen zullen hierna ‘werkgever’ en ‘werkneemster’ genoemd worden.
Belangrijke gegevens:
Functie: fysiotherapeut
Salaris: €4.795,-- per maand exclusief emolumenten
Aanvang arbeidsovereenkomst: 1 januari 2007
Geboortedatum: 5 augustus 1977
Feiten en omstandigheden
1. De werknemer is bij de werkgever in dienst sinds 1 januari 2007 voor bepaalde tijd en sinds 1 januari
2009 voor onbepaalde tijd, in de functie van fysiotherapeut tegen een salaris van thans €4.795,--
bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en emolumenten.
2. Werknemer verricht zijn werkzaamheden gewoonlijk in Voorburg.
3. Partijen zijn de arbeidsovereenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd. Een kopie van de
arbeidsovereenkomst is als bijlage aan dit verzoekschrift gehecht (productie 1).
4. Op 20 mei 2021 hebben werkgever en werknemer een gesprek gevoerd. Werknemer blijkt een
‘Corona-ontkenner’ en ‘complotdenker’ en blijkt dit via zijn openbare facebook-account wereldkundig
te maken. Tijdens dit gesprek heeft werkgever de werknemer geconfronteerd met allerlei berichten die
werknemer op zijn facebook-account heeft geplaatst. Werknemer heeft een openbare facebook-
account waardoor pijn pagina toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast is werknemer bevriend met
klanten van de praktijk. Werkgever heeft werknemer te kennen gegeven dat zij wenst dat hij stopt
met het plaatsen van de berichten, omdat het de reputatie van FysioFit (hierna: de praktijk) schaadt.
Werknemer heeft een officiële waarschuwing gekregen. Een bevestiging van het gesprek alsmede een
opsomming van de afspraken wordt overlegd als (productie 2).
3
, 5. Op 20 mei 2021 heeft werknemer gereageerd op het mailbericht van werkgever, waarin hij te kennen
geeft door te gaan met zijn goede werk voor de praktijk, maar niet akkoord te gaan met de sommaties
van werkgever. Werknemer heeft aan het recht te hebben op een eigen mening. Dit mailbericht wordt
overlegd als (productie 3).
6. Op 21 mei 2021 ontvangt werknemer een reactie van werkgever. Werknemer wordt gewaarschuwd en
nogmaals gewezen op de sommaties die zijn opgenomen in de bevestiging van het gesprek dat 20 mei
2021 heeft plaatsgevonden. Werknemer wordt gewezen op het feit dat hij gehoor dient te geven aan
de door zijn werkgever opgedragen instructies. Het mailbericht is als bijlage toegevoegd (productie
4).
7. Op 15 augustus 2021 heeft werkgever de werknemer per e-mail benaderd. Werkgever geeft aan dat
vijf vaste klanten hebben geklaagd over de houding van werknemer ten aanzien van Corona. Deze
klanten beweren dat werknemer tijdens de afspraken heeft aangegeven dat men zich niet moet laten
vaccineren, dat het een complot is om de wereldbevolking onder controle te houden, dat het virus niet
anders is dan een griepje en dat het vaccin helemaal niet werkt. De vijf betreffende klanten hebben de
behandelovereenkomst hierdoor me de organisatie beëindigd.
Daarnaast geeft werkgever aan dat werknemer door is gegaan met het plaatsen van berichten met
betrekking tot Corona en verwijst naar een bericht van 12 juli 2021. Werknemer is op facebook ook
nog steeds bevriend met veel klanten van de praktijk. Ook in dit mailbericht wordt werknemer
verzocht zich te houden aan de sommaties die aan werknemer bekend zijn gemaakt op 20 mei 2021.
Werkgever geeft werknemer een officiële laatste waarschuwing. De e-mail is als bijlage toegevoegd
(productie 5). Als reactie op dit mailbericht geeft werknemer aan zich altijd op te stellen als een goed
werknemer en wijst de werkgever op de Grondwet, vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om je
eigen leven (privacy) in te richten. Zijn reactie is als bijlage toegevoegd (productie 6).
8. Op 8 september 2021 geeft werkgever de werknemer te kennen dat hij op non-actief is gezet en niet
meer welkom is in het pand van de praktijk. Ook is medegedeeld dat er een verzoekschrift tot
ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt ingediend bij de rechtbank. De e-mail is als bijlage
toegevoegd (productie 7).
Gronden voor het verzoek
Aan het verzoek ligt primair ten grondslag dat de arbeidsovereenkomst redelijkerwijs dient te eindigen op
grond van art. 7:671b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), in verbinding met art. 7:669 lid 3 sub e BW
(verwijtbaar handelen), subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g (verstoorde arbeidsrelatie) en meer
subsidiair op grond van art. 7:669 lid 3 sub i BW (cumulatiegrond).
Verzoekster, de werkgever, voert daartoe het volgende aan:
1. De werknemer is bij de werkgever in dienst sinds 1 januari 2007 voor bepaalde tijd en sinds 1 januari
2009 voor onbepaalde tijd, in de functie van fysiotherapeut tegen een salaris van thans €4.795,--
bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en emolumenten.
2. Werknemer verricht zijn werkzaamheden gewoonlijk in Voorburg.
4
