100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting complexiteit van opvoeding in diversiteit $5.39   Add to cart

Summary

Samenvatting complexiteit van opvoeding in diversiteit

 34 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

lesgever Hildegard Gobeyn

Preview 3 out of 20  pages

  • June 17, 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting complexiteit in opvoeding en diversiteit

Historisch maatschappelijke exploratie van onderwijs

Historiek Belgische onderwijs

- Onderwijs begrijpen = teruggaan naar 19 e eeuw  organisatie onderwijs sterk verbinden aan
kinderwetgeving die ontstond begin 20 e eeuw (Bouverne en De Bie)
- Drieluik kinderwetgeving (1912)  verbod kinderarbeid, algemene leerplicht en
kinderbeschermingswet
o Beschavingsoffensief als antwoord op sociale kwestie (dominant disciplineringsdenken,
emancipatorisch effect)
o Heropvoeding arbeidskinderen, pedagogisch offensief
- Onderwijs begin 20e was klassengericht en socialisatie speelde belangrijke rol
o Lager onderwijs voor lagere klassen
o Middelbaar onderwijs voor middenklasse
o Hoger onderwijs voor elite
- Dominante gedachte = wie werkt/talenten gebruikt zal het maken in maatschappij (nog steeds)
- Onderwijs zou belangrijke hefboom moeten zijn tot emancipatie  vraag gesteld door denkers
o Hoe gaat het eraan toe in het onderwijs? Kan onderwijs emancipatorische functie
vervullen die van haar verwacht wordt?

Bourdieu en Passeron

- Onderwijs houdt sociale verschillen in stand
- Kapitaal neemt centrale plaats in binnen het werk (economisch, sociaal en cultureel)
- Kapitaal = geheel middelen waarover klasse/individu beschikt om macht/invloed te verwerven
en zijn of haar maatschappelijke plaats te verdedigen
- Onderwijs draagt cultureel kapitaal aan en verwacht dat deze dominante cultuur gevolgd wordt
- Degene die meest vertrouwt zijn met omgangsvormen, stijlelementen, levensstijl, hebben
voorrang op degene die niet over beschikken (arbeidskinderen niet, machtsverhouding in stand)

 Bourdieu = Frans socioloog  vooraanstaand links intellectueel en sociaal wetenschapper
 Passeron = Frans socioloog  opleidingsdirecteur aan hoge school voor sociale wetenschappen

Onderwijs wordt gezien als:

 Neutraal objectief instituut, waardenvrij met eigen logica waardoor feitelijke ongelijkheid
genegeerd wordt  ideeën als dominant en natuurlijk voorgesteld
 Evoluties binnen onderwijs moeten in dit kader begrepen worden  ideologieën als middel om
bestaande overheersing proberen op te leggen aan anderen om machtsverhouding in stand te
houden (hevige schoolstrijd)

Ivan Illich (1981)

Pleit radicaal voor ontscholing van maatschappij  leren hoeft niet want dat betekent
geïnstitutionaliseerd worden  aangeboren nieuwsgierigheid wordt afgeleerd door wetten en regels
 school zorgt voor indoctrinatie en doet zelfstandig denken te niet

,Paolo Freire (1972)

Onderwijs vergeleken met bankconcept = kennis gedeponeerd en belegt in hoofden leerlingen 
leerlingen worden afhankelijk van kennis leraar  onderwijs modelleert bewustzijn naar beeld van
onderdrukker  effect hiervan = cultuur van het zwijgen als hardnekkig fenomeen waardoor de
machteloosheid optreedt

Scholen afschaffen? In welke richting slaat balans door? Onderwijs houdt tweestrijdigheid in:

 Emancipatie en discipline  paradox lijkt eigen te zijn aan onderwijs

Internationale onderzoeksresultaten

 Programme for International Student Assessement (PISA-onderzoeken) geeft een beeld over de
Belgische onderwijssituatie in vergelijking met andere landen
 De onderzoeken gebeuren om de 3 jaar. Gestart in 2000 en het laatste situeert zich in 2018
 In elke cyclus worden dezelfde cognitieve domeinen onderzocht bij 15-jarigen nl leesvaardigheid,
wiskunde en wetenschappelijke geletterdheid
 Daarnaast wordt ook onderzoek gedaan naar de culturele, sociale en economische situatie van
de leerlingen en hun gezin

Conclusie voor Vlaanderen:
 Goed scoort op het vlak van leesvaardigheid (al zien we hier een achteruitgang)
 Goed scoort op het vlak wiskunde en wetenschappelijk geletterdheid
 Kampioen op het vlak van sociale ongelijkheid.

Deze grafiek legt de schaduwzijde van ons onderwijssysteem bloot: de ondermaatse score inzake
sociale rechtvaardigheid  Dit betekent concreet dat de resultaten van leerlingen sterk
gedetermineerd worden door hun sociale afkomst

Ongelijke kansen

1. Natuurlijke ongelijkheden  ongelijkheden waar nog het individu noch de gemeenschap vat op
heeft. Vb individuele verschillen in genetische aanleg

2. Ongelijkheden in omstandigheden  ongelijkheden waar de samenleving wel verantwoordelijk is.
De term verwijst naar sociale omstandigheden of zelfs sociale afkomst. vb ongelijke verdeling van
materiële rijkdom, sociale relaties, gezondheid,…

Factoren die op zich niet door het onderwijs worden voortgebracht = exogene factoren  Toch
bepalen ze de kansen van kinderen op school. Deze determinanten zijn multidimensionaal.
Dat betekent dat gelijke kansenbeleid een heel brede aanpak vergt.

3. Ongelijkheden die het gevolg zijn van persoonlijke keuze  een jongere kan zelf kiezen van meer
of mindere inspanningen te leveren

4. Ongelijke behandeling of discriminatie  In al wat vooraf gaat wordt het onderwijssysteem
impliciet beschouwd als een “neutrale zone” = Heel wat deskundigen zijn er echter van overtuigd dat
het onderwijs zelf ook schuld heef aan de versterking van maatschappelijke ongelijkheden. In plaats
van ze weg te werken draagt onderwijs om eerder bij tot hun instandhouding of reproductie van
generatie tot generatie.

,  Laat ons verder inzoomen op deze 4de vorm van ongelijkheid.
Ongelijke behandeling kan in bepaalde gevallen wenselijk zijn. Vb een kind met
leermoeilijkheden krijgt les van een taakleerkracht
 In de les gaan we uitsluitend verder op negatieve ongelijke behandeling. Dit wil zeggen ongelijke
behandeling op grond van irrelevante geachte leerlingkenmerken in nadeel van de betrokkenen

Drie verklaringen voor ongelijke behandeling (discriminatie)

Voorkeuren en machtsmisbruik

 Niet alleen ‘consumenten’ verschillen van smaken en voorkeuren maar ook ‘producten’
 Zij kunnen zich meer aangetrokken voelen door leerlingen met zelfde culturele achtergrond en
daardoor geneigd zijn andere groepen uit te sluiten

Sociale gewoonten

 Rechtvaardig individu die door zijn omgeving gedwongen wordt om te discrimineren
 Ouders dreigen kinderen uit school weg te halen als er nog meer allochtone kinderen of minder
gegoede leerlingen bijkomen  directie kan bezwijken onder druk (witte vlucht grootstad)

Sociaal vertekende informatie

 Mensen met beste bedoelingen blijven discrimineren als ze onvolmaakte info hebben over
andere stakeholders in proces = foutenmarge bij testen groter bij sociale en culturele
minderheidsgroepen  taalgebruik of tijdgebrek bij testen kunnen in nadeel spelen van
sommige groepen (feitelijke discriminatie)
 Deze vorm van discriminatie is bijzonder relevant voor het onderwijs omdat geen enkele
menselijke activiteit zo afhankelijk is van informatie en communicatie als onderwijs. Voortdurend
worden tussen de stakeholders allerlei boodschappen uitgewisseld.
 Zolang de dominante middenklasse een dominante positie blijft innemen zullen dezelfde fouten
gemaakt worden t. a. v leerlingen en ouders uit sociale minderheidsgroepen  Zeer moeilijk te
bestrijden! Sociaal vertekende filterprocessen ombuigen

Ongelijke behandeling

Streaming = verwijst naar organisatie van het onderwijs waarbij de leerlingen op afzonderlijke sporen
worden gezet, op basis van maatstaven die samenhangen met sociale achtergrondkenmerken

 Verwijzing naar buitengewoon onderwijs  Arbeiderskinderen, allochtone kinderen, kinderen
uit arme gezinnen of éénoudergezinnen belanden veel vaker in het buitengewoon lager
onderwijs. In principe is het buitengewoon lager onderwijs voorbehouden voor mensen met een
beperking. Deze sociaal achtergestelde kinderen komen voornamelijk terecht in de type 1 licht
mentale beperking, type 3 gedragsstoornis of type 8 andere leerstoornissen.

 De waterval in het secundair onderwijs  We merken dat de meeste ouders hun kinderen het
koste wat het kost in het ASO proberen te houden. Als dat niet lukt TSO en als kindlief daar ook
faalt BSO. De helft van de Vlaamse TSO-leerlingen eerst ASO hebben geprobeerd. De helft van de
BSO-leerlingen eerst ASO of TSO gevolgd  TSO en BSO vaak een tweede keuze, gedrag wijst
erop dat ouders en leerlingen zich maar al te goed bewust zijn van waardeverschillen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Loukadoyen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39
  • (0)
  Add to cart