100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Hormonen en zenuwstelsel $6.39
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Hormonen en zenuwstelsel

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Een korte, bondige en volledige samenvatting van 4 pagina's over hormonen en het zenuwstelsel.

Preview 2 out of 5  pages

  • June 17, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie samenvatting Thema 12 en thema 13 : Hormonen en zenuwstelsel


Hormonen zijn signaalstoffen die je lichaam via het bloed naar je cellen vervoert.

Endocriene klieren  geven producten af aan het inwendige milieu.
Exocriene klieren  geven hun producten af aan het uitwendige milieu.

Alleen cellen met passende receptoren voor een hormoon reageren. Deze doelwitcellen bevinden
zich in de doelwitorganen en weefsels.

Hypofyse  zorgt voor de coördinatie van de processen in je lichaam.
- Neurohypofyse : zenuwweefsel met uitlopers van neuronen uit de hypothalamus.
 ADH bevordert terugresorptie van water uit de voorurine  bloeddruk stijgt.
 Oxytocine beïnvloedt contractie van gladde spieren in de baarmoederwand en is
betrokken bij sociaal gedrag.
 Deze hormonen stimuleren de neurohypofyse.
- Adenohypofyse : klierweefsel.
 Releasing-hormonen stimuleren afgifte van bepaalde hormonen.
 Inhibiting-hormonen remmen de afgifte van bepaalde hormonen.
 Deze hormonen stimuleren de adenohypofyse.

Hypothalamus  geeft informatie door aan de hypofyse.

FSH (hypofyse)  stimuleert ontwikkeling follikels in de eierstokken  maken oestradiol 
stimuleert afgifte van LH  ovulatie  gele lichaam maakt progesteron  hormonen remmen elk
FSH-RH en FSH.

Een hormoon werkt uitsluitend bij de eigen doelwitcellen : alleen zij bezitten de juiste receptoren
voor dat hormoon.
- Steroïdhormonen: passeren het celmembraan  hechten aan receptoren in het
grondplasma  vormt een hormoon met een eiwitreceptor  hormoon-receptor-complex
 Dit complex activeert DNA  Via RNA ontstaat in het grondplasma een bepaald eiwit.
- Tyrosinehormonen : koppelen aan een specifieke membraanreceptor of passeren het
celmembraan en koppelen aan een receptor in het grondplasma.
- Peptidehormonen : koppelen aan een specifieke membraanreceptor van hun doelwitcel.

De receptoren van adrenaline peptidehormonen veranderen van vorm wanneer er hormonen aan
koppelen  een G-eiwit koppelt GTP aan de receptor  Er volgt een cascade waarbij een
secundaire boodschapper ontstaat. Die heeft de boodschap overgenomen van het hormoon 
vormt een verbinding met het molecuul dat in de cel de actie gaat uitvoeren.

Uit beschadigde cellen komen stoffen vrij die buurtcellen stimuleren te delen : groeifactoren. Die
hechten aan receptoren van buurcellen, waardoor eiwitten vormen, die het controlesysteem van de
celdeling beïnvloeden. DNA-synthese en celdeling volgen  de huid herstelt.

Ca2+ is een secundaire boodschapper. Functies:
- Overdracht impulsen zenuwstelsel.
- Samentrekken spieren
De schildklier en de bijschildklier regelen deze concentratie.

, Concentratie boven 2.55 mol/L:
1. Schildklieren geven calcitonine af.
2. Calcitonine stimuleert botcellen om Ca2+ op te nemen en remt de cellen van nefronen Ca2+
uit het voorurine te halen.
3. De concentratie Ca2+ in het bloedplasma verlaagt.

Daling Ca2+:
1. Bijschildklieren scheiden parathormoon (PTH) af.
2. Ca2+ komt vrij uit de botten en cellen van nefronen nemen meer Ca2+ op uit de voorurine.
3. PTH stimuleert ook de vorming van actief vitamine D.
4. Dit hormoon stimuleert darmcellen tot extra opname van Ca2+.

Caltocine en PTH werken als antagonisten.

Botgroei:
1. Osteoclasten  scheiden zuren af  breken botweefsel af  Ca2+ komt vrij.
2. Osteoblasten vormen nieuw botweefsel. Dit wordt geactiveerd door het groeihormoon en
de groeifactoren. De osteoblasten maken de eiwitten (collageen) waar het bot uit bestaat. Ze
versterken het collageen met calciumfosfaatverbindingen.
3. Een osteoblast komt na een tijd in het bot te liggen, omringd door het hemzelf gemaakte
botmateriaal  nu is het een osteocyt en het is niet erg actief meer.

In je botten hebben alleen osteoblasten receptoren voor PTH. Onder invloed van PTH maken zij
groeifactoren die de ontwikkeling van osteoclasten stimuleren.

Oestrogenen en testosteron remmen de botafbraak door osteoclasten.
Oestrogeen
1. Indirect : remt de productie van de groeifactoren door de osteoblasten, waardoor er minder
actieve osteoclasten zijn.
2. Direct : remt de activiteit van de osteoclasten en kunnen deze zelfs aanzetten tot celdood.


De alvleesklier speelt een rol bij de glucosehuishouding en maakt hormonen.
Maakt hormonen in de eilandjes van Lagerhans:
1. De B-cellen produceren insuline. Dat bevordert de opname van glucose in cellen.
2. De a-cellen maken glucagon. Dit bevordert de omzetting glycogeen glucose en de afgifte
van glucose aan het bloed.

Insuline stimuleert de opname van vetzuren in de vetcellen en de vorming van vetten.
Glucagon werkt als antagonist van insuline.

Diabetes:
1. De eilandjes van Lagerhans maken weinig of geen insuline, of de receptoren voor insuline
werken niet goed.
2. Cellen kunnen te weinig of geen glucose opnemen  bloed bevat hoge concentratie glucose.
3. Cellen van de nefronen kunnen de overmaat aan glucose niet uit de voorurine terughalen 
glucose gaat verloren via urine.

Diabetes type 1 : de B-cellen van de eilandjes van Lagerhans zijn zo beschadigd dat ze niet in staat
zijn insuline te maken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekemb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.39
  • (0)
Add to cart
Added