Samenvatting MK 2.3: psychopathologie de leerdoelen
19 views 2 purchases
Course
Medische Kennis 2.3 Psychopathologie
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
In deze samenvatting zijn alle leerdoelen van het vak MK2.3 uitgewerkt. De DSM-V criteria van elke stoornis die wordt besproken, is uitgewerkt. Ook de hoorcolleges zijn er in verwerkt.
Bijeenkomst 1
De student kan:
1. De verschijnselen en DSM-diagnose uitleggen en de overeenkomsten en verschillen
noemen voor de volgende persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster A-persoonlijkheidsstoornissen
Patiënten uit cluster A zijn vaak vreemd, excentriek en een zonderling. Zij hebben vaak
cognitieve en perceptuele stoornissen. Zij hebben een beperkte emotionele expressie,
trekken zich terug uit sociale contacten en zijn sociaal vaak ‘onhandig’ en overgevoelig. Zij
hebben geen helder zelfbeeld/doel.
- Paranoïde-persoonlijkheidsstoornis
Wantrouwen en achterdocht staat op de voorgrond. Ze interpreteren anderen als
kwaadwillend en hebben een vastomlijnde, rigide manier van denken. Deze
patiënten komen emotieloos of boos/vijandig over, maar dat komt voort uit angst en
zich kwetsbaar voelen.
- Schizoïde-persoonlijkheidsstoornis
Deze patiënten hebben een voorkeur voor solistische bezigheden. Ze beleven weinig
plezier aan activiteiten. Ze hebben geen verlangen naar intieme (en seksuele) relaties
en zijn ongevoelig voor lof of kritiek. Ze hebben een beperkte expressie en komen kil
en afstandelijk over. Anderen beschrijven ze als egosyntoon, wordt ervaren als bij
persoon passend. Deze patiënten kunnen nog redelijk functioneren, hebben geen
hulpvraag en komen daarom weinig voor in de GGZ.
- Schizotypische-persoonlijkheidsstoornis
Deze patiënten hebben een ‘vreemd’ en excentriek gedrag (vanuit eigenaardige
overtuigingen/waarnemingen), zijn vaak paranoïde en wantrouwend in contact met
anderen en hebben een buitensporige sociale angst, ook in vertrouwde omgeving. Zij
hebben een verminderd vermogen om (intieme) relaties met anderen aan te gaan,
hebben een inadequaat of beperkend affect. Anderen beschrijven ze als egodystoon,
ze voelen zich anders, gevoel niet erbij te horen. Het lijkt erg op schizofrenie, maar
met mindere erge symptomen.
Cluster B-persoonlijkheidsstoornissen
Patiënten uit cluster B hebben een duidelijk zichtbaar gedrag: dramatisch, emotioneel,
impulsief, extravert. Ze hebben vaak conflicten met anderen en zien anderen als oorzaak van
hun eigen problemen.
- Histrionische-persoonlijkheidsstoornis
Deze patiënten zijn vaak excessief emotioneel en vragen om aandacht. Ze voelen zich
vaak ongemakkelijk als ze niet in het middelpunt van belangstelling staan. Ze zijn
vaak ongepast seksueel verleidelijk of uitdagend in contact. Ze hebben snel
wisselende, oppervlakkige emotionele uitingen. Ze maken voortdurend gebruik van
hun uiterlijk om de aandacht te trekken. Ze hebben een vage manier van spreken
zonder details en zijn zelf dramatiserend. Ze beschouwen relaties als intiemer dan
dat ze zijn.
- Narcistische-persoonlijkheidsstoornis
Deze patiënten hebben grootheidsgevoelens. Ze vinden zichzelf belangrijker
(overdrijven prestaties/talenten/macht en erkenning ervoor verwachten), ze zijn
arrogant. Zij geloven ‘speciaal’ en ‘uniek’ te zijn en hebben behoefte aan
buitensporige bewondering, ze hebben een gebrek aan empathie voor anderen. Ze
, zijn afgunstig naar anderen, of denken dar de ander dit is, hebben een gevoel
bijzondere rechten te hebben en exploiteert anderen.
Cluster C-persoonlijkheidsstoornis
Bij patiënten uit cluster C staat angst centraal. Ze tonen geen opvallend gedrag en zijn
introvert. Ze zoeken vaak de oorzaak van problemen bij zichzelf (slachtofferrol). Deze
patiënten zijn in staat tot zelfreflectie.
- Vermijdende-persoonlijkheidsstoornis
Zij hebben voortdurende angst om bekritiseerd of afgewezen te worden. Ze
vermijden intermenselijke contacten, ook op werk, maar verlangen er wel naar. Ze
zijn geremd in gezelschap, stellen zich gereserveerd op in intieme relaties en willen
geen persoonlijke risico’s nemen. Ze hebben een onwil om bij mensen betrokken te
raken. Zij hebben een minderwaardig gevoel, een gevoel om tekort te schieten in
contacten.
- Afhankelijke-persoonlijkheidsstoornis
Zij gaan tot het uiterste voor verzorging en steun. Zij hebben overdreven veel
advies/geruststelling nodig bij alledaagse beslissingen en hebben anderen nodig voor
het overnemen van belangrijke verantwoordelijkheden. Zij hebben moeite met het
uiten van hun mening, vanwege angst voor afkeuring. Ze hebben moeite met ergens
alleen aan te beginnen, door een gebrek van zelfvertrouwen en voelen zich hulpeloos
als zij alleen zijn.
- Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis
Zij hebben een preoccupatie met details, regels of ordening/ordelijkheid. Zij zijn
perfectionist, wat ten koste kan gaan van efficiëntie, zijn star en koppig en hebben
een onvermogen om voorwerpen (zonder waarde) weg te gooien. Zij kunnen niet
delegeren of samenwerken, zijn overmatig toegewijd aan werk/productiviteit,
waardoor ontspanning en vriendschappen in de knel komen, en zijn gierig. Zij zijn
overmatig gewetensvol, rigide en inflexibel in morele en ethische zaken.
In de DSM-5 worden 10 specifieke persoonlijkheidsstoornissen onderscheiden,
gegroepeerd in 3 clusters:
- De excentrieke persoonlijkheidsstoornissen in cluster A: paranoïde, schizoïde en
schizo-typisch.
- De dramatische persoonlijkheidsstoornissen in cluster B: antisociaal, borderline,
histrionisch en narcistisch.
- De angstige persoonlijkheidsstoornissen in cluster C: vermijdend, afhankelijk en
dwangmatig.
De algemene criteria voor de persoonlijkheidsstoornis:
A. een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat duidelijk afwijkt van
wat binnen de cultuur van de betrokkene wordt verwacht. Dit patroon komt op twee (of
meer) van de volgende terreinen tot uiting.
1. Cognities (manieren van waarnemen en interpreteren van zichzelf, andere mensen en
gebeurtenissen).
2. Affecten (de variëteit, intensiteit, labiliteit en adequaatheid van de emotionele reacties).
3. Interpersoonlijk functioneren (contact met anderen).
4. Impulsbeheersing.
B. Het duurzame patroon is inflexibel en komt tot uiting in een breed scala van persoonlijke
en sociale situaties.
C. Het duurzame patroon veroorzaakt klinische significante lijdensdruk of beperkingen in het
sociale of in het beroepsmatige functioneren op andere belangrijke terreinen.
D. Het patroon is stabiel en van lange duur, en het begin ervan kan worden herleid tot op zijn
laatst de adolescentie of de jongvolwassen leeftijd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geavdgaag. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.