Hoofdstuk 9 Verkrijging door verjaring
§9.1 Inleiding
Art. 3:80 lid 3 BW noemt naast overdracht ook verjaring als wijze waarop een goed onder bijzondere
titel kan worden verkregen. In plaats van verkrijging door verjaring spreekt men ook wel van
verkrijgende of acquisitieve verjaring. Dit ter onderscheiding van een andere vorm van verjaring,
namelijk de bevrijdende of extinctieve verjaring. Bij ‘verkrijging door verjaring’ wordt iemand die
voorheen slechts bezitter van een goed was, door tijdsverloop rechthebbende op dat goed.
Daartegen is bevrijdende verjaring het door tijdsverloop tenietgaan van een rechtsvordering.
De wet kent twee soorten van verkrijging door verjaring. De eerst is de in art. 3:99 BW geregelde
verkrijgende verjaring ten gunste van de bezitter te goeder trouw. De tweede is de in art. 3:105 BW
geregelde verkrijging door de bezitter in aansluiting op de bevrijdende verjaring van de
rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit.
§9.2 Verkrijgende verjaring krachtens art. 3:99 BW
Verkrijgende verjaring krachtens art. 3:99 lid 1 BW vereist: bezit van het goed, goede trouw van de
bezitter, onafgebroken bezit en een bepaald tijdsverloop. Slechts de bezitter kan door verjaring
rechthebbende worden. Omdat een detentor geen bezit heeft, kan hij nimmer door verkrijgende
verjaring opklimmen tot rechthebbende. Een detentor kan evenmin door verjaring verkrijgen. Om
voor de verkrijgende verjaring krachtens art. 3:99 lid 1 BW in aanmerking te komen, moet de bezitter
te goeder trouw zijn. Verkrijgende verjaring ex art. 3:99 lid 1 BW vereist dat het bezit gedurende de
gehele verjaringstermijn onafgebroken is geweest. Verliest de bezitter zijn bezit, dan stuit dit de
onder hem lopende verjaring, dat wil zeggen breekt deze af. De verjaringstermijn voor verkrijgende
verjaring ex art. 3:99 lid 1 BW is: drie jaar voor roerende zaken, niet-registergoederen en toonder- en
ordervorderingen en tien jaar voor andere goederen. Voor het intreden van het rechtsgevolg van
verkrijgende verjaring ex art. 3:99 lid 1 BW is niet vereist dat de bezitter er uitdrukkelijk beroep op
doet.
§9.3 Verkrijging door verjaring krachtens art. 3:105 BW
Verkrijging door verjaring op grond van art. 3:105 lid 1 BW vereisten: bezit van het goed en verjaring
van de rechtsvordering tot opeising van het bezit van het goed. Waar in art. 3:99 lid 1 BW het belang
van de rechthebbende is meegenomen in de eis van goede trouw van de bezitter en die van een
onafgebroken bezit, is dat in art. 3:105 BW niet het geval. Krachtens art. 3:306 BW verjaart een
rechtsvordering door verloop van twintig jaren, althans voor zover de wet niet anders bepaalt. Aldus
bedraagt ook de verjaringstermijn van een rechtsvordering strekkende tot beëindiging van bezit in
beginsel twintig jaren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cheyennecaumon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.35. You're not tied to anything after your purchase.