100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting fysiologie K4: $6.42
Add to cart

Other

Samenvatting fysiologie K4:

 26 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting fysiologie, getoetst in kwartiel 4 van de opleiding fysiotherapie leerjaar 1.

Preview 3 out of 22  pages

  • June 18, 2022
  • 22
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Samenvatting kennistoets 4 Fysiologie (leerjaar 1 fysiotherapie):
Fysiologie , leerboek voor paramedische opleidingen, bohn stafleu van loghum, 8 e herziene druk.

Bloedsomloop 1:
10.1 Inleiding:
Het hart zorgt voor voortstuwing van bloed. Hierdoor vindt transport en uitwisseling plaats:

 O2-transport van longen naar weefsels;
 CO2-transport van weefsels naar longen;
 Voedingsstoffen vanuit darmen naar weefsels;
 Afvalstoffen vanuit weefsels naar nieren en lever;
 Signaalstoffen (zoals hormonen) naar doelorganen.

Hart en bloed dragen bij aan het handhaven van het interne milieu. De bloedstroom draagt bij aan
het handhaven van de lichaamstemperatuur. Het hart is een dubbele pomp:

1. De rechterpomp (=rechterventrikel ofwel rechterkamer) pompt zuurstofarm bloed uit het
lichaam door de longen.
2. De linkerpomp (=linkerventrikel ofwel linkerkamer) pompt zuurstofrijk bloed uit de longen
door de rest van het lichaam.

Het vaatstelsel naar, door en vanuit de longen vormt de longcirculatie. Het vaatstelsel naar, door en
vanuit lichaamsweefsels vormt de systeemcirculatie ofwel lichaamscirculatie.

Zuurstofarm bloed uit lichaamsweefsels stroomt terug naar de rechterharthelft. Bloed stroomt
achtereenvolgens door longcirculatie en lichaamscirculatie (systeemcirculatie). Per tijdseenheid
stroomt er evenveel bloed door de longvaten als door de gezamenlijke vaten van de
lichaamscirculatie. Dit wordt ookwel de bloedstroomsterkte of hartminuutvolume (HMV) of
cardiac output genoemd. Bij een volwassenen in rust bedraagt dit 5 L/min.

Kleine bloedsomloop:

Arteria pulmonalis Vena pulmonalis




Grote bloedsomloop:

Venae cavae
Aorta

10.2.1 Functionele anatomie:
Het hart ligt in de thoraxholte achter het
borstbeen en steunt op het middenrif. Hij
wijst met zijn punt naar links. Het is een
holle spier, vuistgrootte en weeft 300
gram. Om het hart zit een hartzakje: een
dubbele laag met een kleine hoeveelheid
vloeistof ertussen. De vloeistof zorgt ervoor
dat de twee lagen soepel over elkaar
glijden. De binnenste laag is het epicard en
de buitenste laag het pericard (hele
hartzakje).

Hart en grote vaten:

Aan de bovenzijde van het hart zitten twee
grote slagaders, die het bloed uit het hart
wegvoeren: de aorta (lichaamsslagader) en
de arteria pulmonalis (longslagader). De
arteria pulmonalis splitst boven het hart in
een linker- en rechtertak die naar de longen
gaan. Zodra de aorta uit de harstpier komt,

,ontspringen er twee takken naar de hartspier: de linkerkransslagader en rechterkransslagader
(coronairaterie). Aan de weerzijden zitten venen: voeren het bloed naar het hart. De vena cava
inferor (onderste holle ader) en de vena cava superior (bovenste holle ader) bevatten bloed uit het
lichaam. De venae pulmonales (longaders) monden uit in het hart en bestaan uit 4 aders. De
bovenste ruimtes in het hart zijn de atria (boezems) en de onderste ruimtes in het hart zijn de
ventrikels (kamers). Uit de linkerventrikel ontspringt de aorta en uit het rechterventrikel de
truncus pulmonalis, die verderop splits in 2 longslagaders (arteriae pulmonales). De aorta en de
longslagaders kruizen elkaar boven het hart. In het rechteratrium monden de vena cava inferior en
superior uit (onderste en bovenste holle ader). De vena cava inferior vervoert veneus bloed
(=zuurstofarm) naar het hart afkomstig van romp en benen en de vena cava superior vervoert veneus
bloed naar het hart van het hoofd en armen. In het linkeratrium monden vier pulmonale venen uit.

Hartwand:

Het linkerventrikel heeft de dikste wand, want deze moet meer druk leveren dan de rechterventrikel,
omdat het linkerventrikel bloed naar de aorta pompt. Bijna de gehele wand bestaat uit spierweefsel
(=myocard). Het septum (=het tussenschot tussen linker- en rechterhelft) bestaat voornamelijk uit
spierweefsel. Links en rechts tussen het atrium en het ventrikel zitten kleppen: de atrioventriculaire
kleppen, ookwel AV-kleppen genoemd:

 Linker AV-klep= de mitralisklep.
 Rechter AV-klep= de tricuspidalisklep.

De kleppen zijn klapdeuren die maar naar een kant opengaan.
Ze zijn via dunnen bindweefseldraden (chordae tendineae)
verbonden met spiervezels aan de binnenzijde van het
ventrikel (papillairspieren). Zij zorgen voor het
eenrichtingsverkeer van het bloed. Er zijn ook kleppen aan het
begin van de grote arteriën: de aortaklep en de
pulmonalisklep. De kleppen bevatten geen spierweefsel en
gaan open en dicht door drukverschillen.

10.3.1 Myocard:
Het myocard (= de hartspier) is de dikste
laag van de hartwand. Hartspierweefsel bevat
net als skeletspierweefsel myofibrillen met
een dwarse streping. Het hart heeft door zijn
slagfrequentie van gemiddeld 70 keer per
minuut geen lange hersteltijd. Door
aanwezigheid van veel mitochondriën blijft de
energievoorziening toch op peil, als er via
hartslagaders voldoende zuurstof en
brandstoffen worden aangevoerd. De hartspier
heeft geen motorische eenheden zoals
skeletspieren. De hartspier contraheert telkens
als geheel om bloed uit te pompen.
Hartspiercellen werken als een syncytium (=
een samenwerkingsverband van cellen). Het
hartspierweefsel bestaat uit een netwerk van
myocardcellen die zich vertakken. De
membranen van hartspiercellen die naast
elkaar liggen zijn met elkaar verbonden door
een zogenoemde nexus (gap junction). Op die
plaats zijn de twee buurcellen doorlaatbaar
voor ionen zoals K+ en Na+. Door de nexus kan
een actiepotentiaal zich verplaatsen naar de
andere hartspiercel (directe transmissie).

Kenmerken actiepotentiaal:

De actiepotentiaal in hartspiervezel duurt
langer dan in skeletspiervezels. Tijdens de
depolarisatie kan er geen nieuwe

, actiepotentiaal ontstaan (absolute refractaire periode). Doordat de refractaire periode van het hart
bijna even lang duurt als de contractie, kan het hart niet in een tetanische contractie raken. Na elke
contractie volgt relaxatie. Na het uitpompen volgt een ontspanningsfase van de hartspier waarin
het hart opnieuw met bloed wordt gevuld.

10.3.2. Prikkelvorming en geleiding:
Prikkels ontstaan in het hart, in de sinusknoop in het rechteratrium. Via de atrioventriculaire
knoop (AV-knoop) wordt de actiepotentiaal voortgeleid via de bundel van His, de bundeltakken
en de Purkinje-vezels naar de hartspiercellen van het ventrikel.

Sinusknoop:

De prikkel voor de contractie van het hart ontstaan in het hart zelf. Boven in de wand van het
rechteratrium ontstaan prikkels in de sinusknoop (sinuatriale knoop, SA-knoop). De sinusknoop bevat
pacemakercellen waarin na een langzame depolarisatie een actiepotentiaal ontstaat in een
frequentie van rond de 70/min. De actiepotentiaal wordt voortgeleid door het myocard van de atria dat
daarna contraheert.

AV-knoop, bundel van His en Purkinje-vezels:

De actiepotentiaal uit de atria bereikt ook de atrioventriculaire knoop (AV-knoop) op de overgang van
de atria en de ventrikels. Daar verloopt de prikkelgeleiding veel langzamer dan in de rest van het
myocard, dit is van belang voor een effectieve bloedstroom uit het atrium naar het ventrikel. Als de
actiepotentiaal onmiddellijk zou worden doorgegeven zou het ventrikel te snel contraheren om bloed
uit het atrium binnen te kunnen laten. Daarna wordt de actiepotentiaal voortgeleid via de bundel van
His en de rechter- en linkerbundeltakken in het septum tussen de ventrikels. Vertakkingen van de
rechter- en linkerbundeltak heten Purkinje-vezels. Deze bereiken de hartspiercellen in de
ventrikelwand. De actiepotentiaal wordt via dit geleidingssysteem heel snel voortgeleid. Zo worden de
spiervezels van de ventrikels ongeveer tegelijkertijd gedepolariseerd en contraheert het myocard van
de ventrikels als geheel. Ook in de AV-knoop en de spierlaag van de ventrikelwand bevinden zich
pacemakercellen. Als de sinusknoop uitvalt, blijken er in de AV-knoop spontaan actiepotentialen te
ontstaan. Dat gebeurt wel in een lagere frequentie (30-40/min) dan in de sinusknoop. Dat komt doordat
de depolarisatie in de pacemakercellen van de AV-knoop langzamer verloopt en de drempelwaarde
later wordt bereikt. Bij een normaal functionerende sinusknoop krijgen de AV-pacemakercellen geen
kans om spontaan te depolariseren, omdat ze al eerder door de actiepotentiaal vanuit het atrium zijn
gedepolariseerd.

10.3.4. Hartcyclus:
Het hart voert repeterende bewegingen uit. Na de P-top (depolarisatie van de atria) contraheren
beide atria. Na het QRS-complex contraheren de ventrikels. Achtereenvolgende processen tijdens de
hartcyclus:

1. Ventrikels worden gevuld vanuit de atria: bloed stroomt door geopende AV-kleppen de
ventrikels in.
2. Bij het begin van de ventrikelcontractie sluiten de AV-kleppen. Dat gebeurt wanneer de druk in
de ventrikels door de contractie toeneemt en hoger wordt dan de druk in de atria.
3. Wanneer door de ventrikelcontractie de druk verder toeneemt en hoger wordt dan de druk in de
aorta en arteria pulmonalis, gaan respectievelijk de aortakleppen en pulmonaliskleppen open.
4. De ventrikels contraheren verder en pompen bloed uit: ejectie. De ventrikels worden kleiner.
5. Tegen het einde van de ejectie neemt de ventrikeldruk af en wordt zo lager dan de druk in de
aorta en arteria pulmonalis. Daardoor sluiten de aorta- en pulmonaliskleppen.
6. De ventrikels ontspannen. Wanneer daardoor de druk in de ventrikels lager wordt dan die in de
atria, gaan de AV-kleppen open en stroomt het bloed uit de atria de ventrikels in. Eerst snel,
daarna langzaam.
7. Ten slotte contraheren de atria en sluiten daarmee de ventrikelvulling af.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentFysiotherapie2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added