Samenvatting van belangrijke delen uit de cursus embryologie. In deze samenvatting staat niet alles vermeld, maar staan belangrijke onderwerpen samengevat. Ook enkele voorbeeldvragen. Kan handig zijn bij het nakijken van de cursus.
Embryologie
LES 1
Penetratie eicel
1. Penetratie corona radiata: spermacel wroet zich tussen de chaperones om bij de zona
pellucida te komen
2. Penetratie zona pellucida: plasmamembraan spermacel tegen zona pellucida -> receptor-
ligand binding
-> liganden op een van beide structuren bindt aan receptor, zona pellucida proteïnen
-> receptor-ligand binding zorgt voor breken van acrosoom
-> hydrolitische enzymes verteren rode band
-> kern spermacel komt dichter bij plasmamembraan
3. Plasmamembranen versmelten en kern, centriool en stukje flagel worden opgenomen in de
eicel
4. 2de meiotische deling voltrekt als de kern binnenkomt
Bevruchting en eerste deling zygote
Als 2de meiotische deling zich heeft voltrokken -> kern van de eicel zwelt
-> krijgen van 2 pronuclei (mannelijke en vrouwelijke)
-> centriool functioneert als mitosefiguur
Chromatiden positioneren zich op evenaarsgebied
Helft chromatide (paternaal en maternaal) gaat naar de ene dochtercel en andere helft naar
andere dochtercel
Overgang naar 2 cellig embryo (2 identieke cellen = 2 totipotente cellen)
2 cellen delen tot 4 -> 8
Vanaf 8 cellig embryo verlopen de delingen niet meer synchroon (bv. eerst 10 cellig embryo,
dan 12 cellig)
Kan een blastocyst implanteren?
-> Ja dit is het stadium waarin het embryo zich vasthecht aan de baarmoeder. De blastula heeft zich
ontdaan van de zona pellucida door de hydrolytische enzymen die door de baarmoeder worden
aangemaakt. Het ontdoen van de zona pellucida is essentiëel voor de implantatie.
LES 2
Delaminatie: stap voor de gastrulatie: vorming van 2 kiembladen: hypoblast en epiblast
Klieving: inner/ outer cell mass -> blastocyst: trophoblast en embryoblast
Blastula met zona pellucida -> blastocyst zonder zona pellucida
Embryoblast splitst in hypoblast (tegen blastocyst holte) en epiblast (tegen amnionholte)
Trofoblastcellen versmelten met endometriale cellen
Realisatie contact zygote – moeder:
-> voorcontact: embryo botst tegen binnenwand van baarmoeder
-> appositie: embryo ligt tegen binnenwand van baarmoeder
-> adhesiestadium: cel-cel contact tussen trofoblastcellen en endometriale cellen
Gastrulatie: 2 kiembladig embryo -> 3 kiembladig: ectoderm, mesoderm, endoderm
1. Vorming primitieve streep op oppervlak van epiblast
-> eerst vaag zichtbaar, nadien goed zichtbare groeve met uitpuiling aan beide kanten
-> cephalische einde = primitieve knop met een verhoging = primitieve pit
2. Epiblastcellen migreren naar primitieve streep
-> hoe dichter de epiblastcellen naderen hoe kolfvormiger ze worden
1
, 3. Invaginatie: epiblastcellen glijden in de primitieve streep
-> sommige epiblastcellen vervangen hypoblast en vormen endoderm
-> anderen vormen een laag tussen epiblast en endoderm -> mesoblast
-> de overblijvende epiblastcellen -> ectoderm
4. Meer en meer cellen bewegen tussen epiblast en hypoblast
-> migreren voorbij de rand van de schijf en zorgen voor een contact met extra embryonaal
mesoderm dat de dooierzak en de amnionholte bedekt
-> aan cephalische regio passeren de cellen de prechordale plaat (tussen notochord en
oropharyngeale membraan)
Geen mesoderm aan buccopharyngeal membraan (craniaal) en cloacaal membraan (caudaal)
Notochord
-> mesodermcellen verplaatsen zich naar onderen en vormen een mesodermstaaf (notochord)
-> primitieve streep trekt zich terug terwijl de mesodermstaaf langer wordt
-> signalen afgeven dat ervoor zorgen dat de cellen differentiëren
Van craniaal naar caudaal
Prenotochordale plaat: cellen die door de primitieve streep gaan en intercaleren in het
endoderm -> notochordale plaat
Deze cellen komen los van het endoderm en vormen de definitieve notochorda
Rol: ontstaan van lichaamsassen (links rechts, cranio caudaal, dorso ventraal)
-> craniale grens is al voor de gastrulatie bepaald door craniaal visceraal endoderm (op dit moment
nog hypoblast)
-> primitieve knop bepaald de mesodermale migratieprocessen
-> links en rechts wordt bepaald door de primitieve knop die ciliën bevat -> naar links slaan en geen
transcriptiefactoren naar links brengen
-> vormen primitieve steunas
-> links rechts
-> neurale plaat vormen
Bespreek sacrococcygeal teratoma tot op het niveau van het kiemblad:
Een teratoma is een tumor die uit alle soorten weefsels kan bestaan
Normaal trekt de primitieve streep die bestaat uit pluripotente cellen zich terug maar
wanneer dit niet zo is kunnen pluripotente cellen achterblijven
Pluripotente cellen kunnen alle weefsels van het embryo vormen (ectoderm, mesoderm,
endoderm) maar geen extra embryonale structuur
LES 3
Neurulatie
-> als het notochord zich aanlegt geeft het signalen aan het ectoderm dat hoger wordt
-> notochord trekt de neurale groeve naar beneden
Neurale plaat -> neurale buis: verlenging van de neurale plaat en lichaamsas waarbij cellen in het vlak
van ectoderm en mesoderm van lateraal -> mediaal bewegen
1. Notochord wordt gevormd
2. Notochord trekt de neurale groeve naar beneden naarmate notochord langer wordt en er
ontstaan laterale randen die de neurale plooien vormen
3. Groeve groeit van cervicaal -> craniaal/ caudaal
4. Als de neurale buis zich afzondert van oppervlakte ectoderm -> neurale lijstcellen komen
bovenaan te liggen
2
, 5. Neurale lijstcellen migreren weg (bv. melanocyten afkomstig van neurale lijstcellen, cellen in
pigment retina, bijniermerg, dentine van tanden)
Neuroporus cranialis en caudalis
Als de neurale buis wordt gevormd: CZS bestaat uit een gesloten buisvormige structuur met
smal caudaal deel: ruggenmerg en een breed cephalisch deel: hersenblaasjes
Hersenblaasjes
-> prosencephalon: telencephalon en diencephalon
-> mesencephalon
-> rhombencephalon: metencephalon (cerebellum) en myelencephalon (ruggenmerg)
Wat is het myelencephalon en is het nog terug te vinden bij een volwassene?
-> het myelencephalon is een deel van de hersenen dat is ontstaan uit het rhombencephalon (een
hersenblaasje). Als volwassene is het terug te vinden als de medulla oblongata.
Differentiatie van mesoderm
Cellen van mesodermale kiemlaag vormen een dun vel van losgeweven weefsel aan beide zijden van
de middellijn
-> cellen dichtbij de middellijn prolifereren = paraxiaal mesoderm
-> cellen lateraal houden de mesodermale laag dun = lateraal plaat mesoderm
Lateraal plaat mesoderm
Sommatopleura = parietaal: continu met mesoderm van amnion -> tegen de lichaamswand
(bv. buikvlies)
o Vormt de dermis van de huid, ledematen, botten, BW van sternum en ledematen
Splanchnopleura = visceraal: continu met mesoderm van dooierzak -> tegen de ingewanden
(bv. hepatocyten)
o Vormt samen met endoderm van het embryo de omranding van de darmbuis
Intra-embryonale coeloom = ruimte tussen sommatopleura en splanchnopleura door apoptose
Paraxiaal mesoderm
-> organiseert zich in sommieten die later sommietomeren vormen -> wervels
-> wordt gelijktijdig met de neurale buis gevormd
Oorspronkelijk als somieten worden gevormd uit het paraxiaal mesoderm bestaan ze uit een
bal van mesoderm (fibroblastachtige cellen) -> epithelialisatie
Sclerotoom: de ventrale en mediane zijde van de somieten verliezen epitheliale
karakteristieken -> mesenchymaal -> neurale buis
Myotoom: cellen tussen dermatoom en slerotoom
Dermatoom: cellen in dorsomediale en ventrolaterale zijde van de regio
Intermediair mesoderm
Enkel urogenitaal weefsel vormen
Tussen paraxiaal en lateraal plaat mesoderm
Thoracaal/cervicaal: segmentale cell clusters = nephrotomen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AVL2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.