100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Stofwisseling $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Stofwisseling

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Dit is een samenvatting van het thema stofwisseling van het boek Biologie voor jou.

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Stofwisseling
  • June 19, 2022
  • 11
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie Stofwisseling
B.2 Stofwisseling in cellen
● Stofwisseling: het totaal van alle chemische processen in de cellen van een
organisme > wordt mogelijk gemaakt door enzymen (biokatalysator)
● Chemische energie: energie opgeslagen in moleculen
● Afgifte aan omgeving bij stofwisseling > warmte en onbruikbare stoffen

● Assimilatie: de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen; dit
kost energie.
● Dissimilatie: de afbraak van organische moleculen tot kleinere moleculen, met
als doel energie vrijmaken > kan worden gebruikt voor assimilatie of andere
processen in de cel

● Organische stoffen:
- Ingewikkeld en relatief groot molecuul, vaak afkomstig van organismen
- Meerdere C atomen bevat en in elk geval ook waterstof (H).
- Ook veel chemische energie
● Anorganische stoffen:
- Een stof die niet voldoet aan de definitie van een organische stof; dus
maximaal 1 C atoom of geen H er in. Bijv. CO2
- Kleine moleculen en weinig chemische energie.

● Glucose: belangrijk monosacharide met 6 C-atomen, wordt gevormd bij de
fotosynthese en afgebroken bij de dissimilatie.
● Monosacharide: zes C-atomen, zoals glucose, fructose en ribose. Uit
monosachariden worden di- en polysachariden opgebouwd. (67 F1)

● Autotroof: in staat zijn glucose te vormen uit co2 en water
> Dit proces heet koolstofassimilatie, is energie voor nodig
● Fotosynthese: proces, waarbij water
en koolstofdioxide met behulp van
het zonlicht worden omgezet in
zuurstof en glucose (69)
● Heterotroof: niet in staat zijn zelf
glucose te vormen, voor de opbouw
van cellen moeten zij organische
stoffen eten
● Voortgezette assimilatie: Omzetting
van producten van de (koolstof-)assimilatie in andere organische stoffen
> vindt plaats in beide soorten organismen

, Energietransport in cellen
● Stofwisselingsprocessen, zoals assimilatie van organische moleculen, waarbij
energie nodig is, zijn gekoppeld aan de splitsing van ATP.
● APT: adenosinetrifosfaat. Stof, waarvan elk molecuul drie fosfaatgroepen
bevat die gebonden zijn door een energierijke binding. ATP ontstaat uit ADP
door toevoeging van energie en anorganisch fosfaat. Het loskoppelen van de
fosfaatgroep uit ATP levert vrije energie, die gebruikt wordt voor allerlei
energieverbruikende processen in de cel.
● ATP wordt gevormd bij
• -lichtreacties, bv fotosynthese in de chloroplasten;
•-dissimilatiereacties, bv verbranding in de mitochondriën.
De energie die bij deze reacties beschikbaar komt, wordt gebruikt om een
fosfaatgroep te binden aan ADP, waardoor ATP ontstaat.
● ADP + Pi + energie ATP / ATP ADP + P i + energie
● Fosforylering: het toevoegen van een fosfaatgroep aan een molecuul
in staat tot fotosynthese, om daarbij uit anorganische stoffen organische
stoffen te vormen

B.3 Enzymen (eiwitten)
● Bouw en werking
- Hebben een ruimtelijke vorm met veel knikken en lussen.
- Versnellen stofwisselingsreacties zonder zelf verbruikt te worden.
- Verlagen de hoeveelheid activeringsenergie die nodig is om een reactie
op gang te brengen.
- Reactiespecifiek: elk enzym kan één evenwichtsreactie beïnvloeden.
- Hebben een actief centrum, dat tijdelijk een binding aangaat met een
substraatmolecuul.
> Er ontstaat dan tijdelijk een enzym-substraat-complex.
- Hebben soms een cofactor nodig om werkzaam te zijn.
> Eigenlijke enzymmolecuul dan = apo-enzym
> Cofactor een organische stof = co-enzym
- Een naam die is samengesteld uit de naam van het substraat met het
achtervoegsel -ase.
● Substraat: de stof waarop het enzym inwerkt. Het substraatmolecuul past
precies in het actieve centrum van het enzym.
● Zodra een substraatmolecuul aan de actieve plaats bindt, vindt de reactie
plaats. Op het moment van binding ontstaat heel even een E-S-complex. Na de
reactie laat het ontstane molecuul (of moleculen) los van het actieve centrum
en kan een volgende reactie plaatsvinden. Eén enzymmolecuul maakt vele
malen dezelfde reactie mogelijk,
waardoor enzymen al in kleine
hoeveelheden werkzaam zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emzeinstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
  Add to cart