Samenvatting h.5 China Examenkatern Geschiedenis CE-stof vanaf 2022
16 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022
Samenvatting h.5 China die alle belangrijke stof en begrippen bevat die worden behandeld in het boek dat de stof voor het centraal eindexamen beschrijft. Dit maakt deze samenvatting handig bij de voorbereiding van schoolexamens en het centraal eindexamen.
Geschiedenis samenvatting Sprekend Verleden h.5 China 1842-2001
5.1 Chinees keizerrijk begin 19de eeuw ernstig verzwakt
In de 19de eeuw regeerde in China de Qing-dynastie (Mantsjoe-dynastie), een familie van absolute
vorsten. De Qing-dynastie (vanaf 1644 aan de macht) ging ervan uit dat de Hemel hen de absolute
macht had verleend (droit divin). Het Chinese rijk was verdeeld in provincies en die weer in
prefecturen en die weer in districten. Deze gebieden werden bestuurd door een stelsel van
ambtenaren, die onder de keizer vielen. De hoogste ambtenaren waren de mandarijnen. Om een
ambtenaar te worden, moesten mensen een ambtenarenexamen afleggen. Deze was heel erg
moeilijk, zodat alleen slimme en betrouwbare mensen met dezelfde denkbeelden het rijk konden
besturen.
Het confucianisme was de officiële leer van het keizerrijk en was een aanvulling op het bestaande
geloof over de hemelse en aardse orde. Belangrijke kenmerken:
Nadruk op persoonlijke gedrag; iedereen heeft goed in zich
De leer van ‘Vijf Menselijke Relaties’; er was vastgelegd hoe iemand zich tot anderen moest
gedragen afhankelijk van hun positie (vader-zoon, keizer-onderdaan)
Hoger moest een voorbeeld zijn voor lager. Hoger moest welwillend en vriendelijk zijn, lager
moest gehoorzaam en toegewijd zijn
Vele rituelen en vaste omgangsvormen, zo luisterde iedereen. (iedereen hetzelfde)
Aan het einde van de 18de eeuw verzwakte het keizerrijk en de Qing-dynastie door de volgende
redenen:
Corruptie -> met als gevolg inefficiënt bestuur, dit maakte het lastig zo’n groot rijk te
besturen
Politieke crisis -> corruptie, inefficiënt bestuur en natuurrampen veroorzaakten crisissen
Hongersnoden -> de bevolking groeide, maar er was geen innovatie, dus niet meer eten.
Corruptie kan ook als oorzaak voor de andere redenen gezien. Het had een versterkend effect.
5.2 De Eerste Opiumoorlog (1839-1842): China doet concessies
China beschouwde zichzelf als het middelpunt van de wereld. Ze onderhielden heel erg weinig
contact met het buitenland. Het buitenland werd als ondergeschikt gezien.
De Westelijke wereld beschouwde zichzelf ook tot verheven boven de rest van de wereld. In de 19de
eeuw kreeg China ook te maken met het modern imperialisme. De Britten vonden dat zij de rest van
de wereld moesten beschaven, met politieke onderdrukking en economische uitbuiting. Zowel China
als Engeland wilde zich niet aanpassen aan de gebruiken van de ander. Engeland was daarom bereid
China met geweld te dwingen tot het doen van concessies.
Britse handelaren vervoerden aan het einde van de 18de eeuw steeds meer opium vanuit Brits-Indië
(India) naar China, het was erg winstgevend. Het was ook heel slecht voor China om de volgende
redenen:
Opium kostte heel veel Chinees zilver, zoveel dat het de economie verslechterde. Dit werd
erger toen de East India Company geen monopolie meer had voor Azië en dus iedereen met
China kon handelen.
Veel Chinezen raakten verslaafd, dit zorgde voor sociale ontwrichting (vooral bij de kust)
, De Chinese regering verbood de opiumhandel, maar de illegale handel groeide sterk
Toen de Engelse koningin Victoria de opiumhandel niet verbood en de Chinezen ook niets meer
konden doen, lieten ze 1,5 miljoen kilo Britse ruwe opium in Kanton vernietigen. Dit was de directe
aanleiding van de Eerste Opiumoorlog (1839-1842).
De Chinezen werden echter heel erg hard verslagen door de Britten, omdat ze veel slechtere wapens
hadden. Ze hadden geen militaire innovatie gemaakt zoals de Britten dat hadden door de Industriële
Revolutie.
De Chinese regering werd door de Britten gedwongen het Verdrag van Nanking (1842) te tekenen:
5 havens openstellen voor Britse kooplieden
Hongkong was nu van de Britten
Britse kooplieden die zich vestigde in de 5 havens vielen niet onder de Chinese wetgeving
6 miljoen dollar betalen als schadevergoeding van de vernietigde opium
Het verdrag kon periodiek worden herzien
5.3 Nieuwe Chinese concessies na de Tweede Opiumoorlog (1856-1860)
Na Engeland volgde ook andere Europese landen die verdragen sloten met China. Dit werden de
Ongelijke Verdragen genoemd, omdat China geen profijt had van deze verdragen. China verloor door
deze verdragen grondgebied en belangrijke economische inkomstenbronnen.
Tussen China en de westerse landen liep het niet goed en China werkte niet loyaal mee aan de
verdragen. Toen China na een herziening van een Ongelijk Verdrag niet nog meer concessies wilde
doen, besloten Engeland en Frankrijk dit met geweld af te dwingen. Dit werd de Tweede
Opiumoorlog (1856-1860), waarbij China opnieuw dik verslagen werd. Bij de
vredesonderhandelingen deden de VS en Rusland ook mee. In het Verdrag van Tianjin (1856) moest
China opnieuw concessies doen:
Engeland, Frankrijk, VS en Rusland mochten in Peking (hoofdstad) ambassades vestigen
Er kwamen 10 nieuwe verdragshavens
Westerse mogendheden kregen ‘exterritoriale rechten’ (soevereiniteit in China)
Opiumhandel werd weer toegestaan in de kustgebieden
Het christendom mocht overal in China worden verkondigt
Importheffingen werden in het voordeel van het buiteland geregeld
China moest een schadevergoeding aan Frankrijk en Engeland betalen
Rusland had nog een aanvullend verdrag met China waarin ze een gebied in Noord-China innamen.
Toen China in 1856 niet aan deze eisen kon voldoen, werd de oorlog hervat. In 1860 werd het
verdrag alsnog door de Chinese regering aanvaard.
Na de opiumoorlogen was China begonnen aan een modernisering van het leger. Japan had dit ook
gedaan en deze wilde Korea innemen. China had echter Korea altijd als vazalstaat
(marionettenregering) beschouwd. Zo ontstond er in 1894 oorlog tussen Japan en China. De Chinees-
Japanse Oorlog. Japanners werden door Chinezen altijd als onbelangrijk en nietig beschouwd. Maar
Japan had hun leger beter gemoderniseerd dan de Chinezen en dus werd China verslagen door de
‘dwergbarbaren’. In de Vrede van Shimonoseki (1895) werd China gedwongen:
Erkenning van de ‘onafhankelijkheid’ van Korea (protectoraat van Japan)
Afstaan van grondgebied waaronder ook Taiwan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SPlaisier3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.