Ontwikkelingspsychologie; studie van verandering;
- Binnen individuen
- Van conceptie tot dood
In 3 brede domeinen;
1. Fysiologische ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Sociale en emotionele ontwikkeling
Waarom ontwikkelingspsychologie;
1. Voorspellen van ons volwassen functioneren
2. Begrijpen van onze menselijke natuur
3. Begrijpen hoe we gezond functioneren kunnen bevorderen
Stappen van (ontwikkelingspsychologisch) onderzoek;
1. Beschrijven van ontwikkeling
Systematisch in kaart brengen van stabiliteit en verandering over tijd; in representatieve
samples, normale ontwikkeling & individuele verschillen
2. Begrijpen van ontwikkeling
Voorspellen van probleemgedrag door; factoren in het kind, gezin, directe omgeving of
wijdere omgeving
3. Optimaliseren van ontwikkeling
Hoe kunnen we de ontwikkeling van kinderen zo goed mogelijk ondersteunen; kinderen in
algemene en klinische populaties
Drie grote thema’s in de ontwikkelingspsychologie;
1. Nature, nurture
Nature; ontwikkeling bepaald door genetische aanleg nativisme
Thomas hobbes; bij geboorte al ‘predisposities’; aangeboren neigingen, met name egoïsme
Rousseau; mensen zijn van nature goed en persoonlijkheid ligt vast
Dick Swaab; bij de geboorte ligt ons gedrag in bepaalde mate vast
Nurture; ontwikkeling bepaald door omgeving empiricisme
John Locke; menselijke geest is onbeschreven bij geboorte; alle kennis is gevolg van ervaring
John B Watson; menselijke eigenschappen en gedrag wordt geheel bepaald door
omgevingsinvloeden
Moderne psychologie; aanleg en omgeving hebben soms onafhankelijk invloed, maar
vaak sprake van wederzijdse beïnvloeding/ interactie
2. Continue, discontinue
Continue ontwikkeling; ontwikkeling vindt geleidelijk plaats zonder abrupte veranderingen
Discontinue ontwikkeling; ontwikkeling is opeenvolging van abrupte veranderingen;
ontwikkeling verloopt in stadia
Huidige consensus; voor de meeste ontwikkelingsdomeinen geldt dat ze gekenmerkt
worden door continue ontwikkeling, onderbroken door perioden van discontinuïteit
3. Doorlopen kinderen dezelfde ontwikkeling
,Klassieke stadia theorieën veronderstellen dat individuele dezelfde ontwikkelingsstadia
doorlopen (bv de vier stadia van James Marcia)
Huidige consensus; er wordt vaker erkend dat kinderen individuele ontwikkelingspaden
doorlopen, afhankelijk van hun specifieke omgeving en genetische aanleg (bv gehechtheids-
stijlen van Mary Ainsworth)
Vier interactionistische theorieën over aanleg en omgeving;
- Ecologische theorie van Bonfenbrenner
- Psychosociale ontwikkelingstheorie van Erikson
- Evolutionaire psychologie van Darwin en co.
- Zelf-determinatie theorie van Deci en Ryan
Ecologische theorie (Bonfenbrenner);
Bestaande uit zes systemen;
1. Kind; aanleg, persoonlijkheid, biologische en genetische
factoren
2. Microsysteem; directe omgeving van het kind
3. Mesosysteem; connecties tussen de microsystemen
4. Exosysteem; indirecte
5. Macrosysteem; culturele context
6. Chronosysteem; tijd
Alle systemen staan met elkaar in interactie (de pijlen) en
interageren ook met het systeem ‘kind’
Lof voor theorie;
- Compleet en integratief
- Interactie tussen nature en nurture in het model
- Belangrijke herinnering om de omgeving niet te verwaarlozen
Kritiek over theorie;
- Zeer complex
- Moeilijk te weerleggen; gebrek aan falsificatie mogelijkheid
- Biologische factoren worden niet gespecificeerd
Psychosociale ontwikkelingstheorie (Erikson);
Ontwikkeling wordt bepaald door interactie van 3 systemen
1. Biologie
2. Psychologie
3. Cultuur
Erikson breidde de ontwikkelingstheorie van Freud (bestaande uit 5 stadia tot de jonge
volwassenheid) uit met 3 extra stadia lifespan perspectief
Ieder stadium bestaat uit een conflict tussen twee uitersten (positief vs. negatief)
Ieder conflict vormt de basis van een ontwikkelingstaak die moet worden opgelost; deze is
opgelost wanneer er een adaptief evenwicht tussen 2 polen is bereikt
De succesvolle oplossing van een psychosociaal conflict leidt tot de opbouw van deugden;
vitale sterkten & het niet oplossen van conflicten (stagnatie) leidt tot pathologie
,Het individu wordt bij het oplossen van de conflicten geholpen door persoonlijke relaties
met belangrijke anderen die (1) culturele en maatschappelijke verwachtingen
communiceren en (2) emotionele steun in tijden van crisis bieden
Evolutionaire psychologie (Darwin en co.);
Twee manieren hoe evolutie de ontwikkeling heeft gevormd;
Universeel verloop van stadia en groei (maturation approach);
Life history theory;
Life history; alles waar een individu tijd, energie of moeite in steekt
Somatic effort; groeien van je lichaam en vaardigheden
Reproductive effort; krijgen van kinderen en investeren in nageslacht
- Matting effort; zelf proberen kinderen te krijgen en hier
moeite voor doen door bv relatie te krijgen
- Nepotistic effort; doelen i.v.m. je familie/ je familie helpen
- Parental effort; zelf investeren in je nageslacht
Universeel verloop van stadia en groei;
Vastlegging van adaptieve conditionele ontwikkelingspaden;
richting van ontwikkeling wordt pad bepaald na blootstelling aan omgevingsprikkels
kritische/sensitieve periode & imprinting
Lof over theorie;
- Mensen zijn biologische wezens, dus psychologische theorieën moeten daar rekening
mee houden
- Goede gevalideerd
- Focus op adaptie; waar zijn mensen zoals ze zijn (functionalisme)
Kritiek op theorie;
- Evolutionaire omgeving kan niet direct worden geobserveerd
- Meta-theorie moet specifiek worden uitgewerkt; vaak bestaan er concurrerende
theorieën
- Vaak neiging om ‘zijn’ met ‘moeten/blijven’ te verwisselen (bv mannen zijn nu
eenmaal jagers)
, Zelf-determinatie theorie (Deci en Ryan)
Kinderen zijn van nature gedreven om te leren en zich te ontwikkelen = organismisch
perspectief op ontwikkeling & omgeving kan die natuurlijke ontwikkeling stimuleren of juist
dwarsbomen
3 basale behoeften;
- Competentie
- Autonomie
- Verbondenheid
Veel gebruikte meetmethoden;
- Zelf-rapportage (vragenlijst of interview)
Voordeel; meten van subjectieve variabelen (mening, gevoel, gedachten, wensen)
Nadeel; niet geschikt voor jonge kinderen & gevoelig voor sociale wenselijkheid
- Ouder-, leerkracht- of peerrapportage
Voordeel; meten van gedrag in specifieke context
Nadeel; kan gevoelig zijn voor bias
- Observaties
Naturalistische observatie; in alledaagse omgeving
Gestructureerde observatie; in geënsceneerde omgeving (scene)
Voordeel; ecologische validiteit; je observeert een situatie zoals die echt plaatsvindt
Nadeel; moeilijk om laagfrequent gedrag te meten, observator kan gedrag beïnvloeden &
het is een ‘snapshot’ in tijd
- Gedragsmetingen
Onderzoeksdesigns
- Cross-sectionele methode; vroeger veel gebruikte onderzoeksdesign
Vergelijkt groepen proefpersonen van verschillende leeftijd
Voordeel; relatief gemakkelijk en snel uit te voeren
Nadeel; moeilijk om onderzoeksgroepen te vinden die goed vergelijkbaar zijn en alleen
verschillen in leeftijd & geeft geen inzicht in individuele ontwikkeling
- Longitudinale methode; moderner onderzoeksdesign
Zelfde proefpersonen worden herhaaldelijk gemeten
Voordeel; kan individuele ontwikkeling in kaart brengen & geeft inzicht in richting van
associaties tussen variabelen
Nadeel; duurt lang voor studie is afgerond
- Cohort-sequentieel design
Verschillende cohorten met verschillende leeftijden beginnen tegelijkertijd aan dezelfde
studie o.b.v. een longitudinale methode
Voordeel; grote leeftijdsrange onderzoeken
- Experimentele methode
Experimentele methode nodig om oorzakelijk verband vast te stellen waarbij participanten
at random worden toegewezen aan 2 of meer condities; condities zijn identiek, behalve
onafhankelijke variabele; onderzoeken of er een oorzakelijk verband is
Opvoeding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ginavermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.