Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie van de manieren waarop mensen hun
gedachten, gevoelens en gedragingen worden beïnvloed door de (daadwerkelijke en/of
voorgestelde) aanwezigheid van andere mensen (ook omgeving beïnvloedt mensen hun
gedachten, gevoelens en gedrag; ook invloed van fysieke en sociale omgeving en hoe we het
interpreteren)
Video/ studie van Heider & Simmel (1944); de mens construeert en interpreteert eigen
sociale realiteit (sociale construals), vaak in termen van persoonseigenschappen
Fundamentele attributiefout (Lee Ross); oorzaak van gedrag toeschrijven aan
persoonlijkheidseigenschappen
Selffulfilling prophecy; (on)geloof in een persoon veroorzaakt dat (on)geloof in de persoon
realiteit wordt ( pygmalion-effect (Ovidius); verwerkt in toneelstuk van Bernard Shaw;
professor beweert dat hij de Londense bloemenverkoopster kan laten doorgaan voor een
hertogin). Mensen geven niet graag toe dat ze zich vergissen, ze zoeken meteen de
bevestiging van hun eerste indruk, bij alle informatie die binnenkomt blijft de ‘zie je wel’
indruk hangen
Axioma’s; een aantal basisassumpties in de sociale psychologie
- De mens is een sociaal dier; de mens wordt sterk beïnvloed door zijn/haar omgeving
en is een dier
- Menselijk denken, doen en voelen (Kurt Lewin); het is een functie van persoon en
situatie = f (Persoon x Situatie); verschillende mensen reageren verschillende op
dezelfde situatie
- Mens construeert eigen realiteit (Thomas & Thomas); het denken, doen en voelen
van mensen wordt sterk beïnvloed door de situatie, of liever, door hun interpretatie
van de situatie
Situatie perceptie cognitieve, motivatie & gedrag
Basisprincipe in de sociale psychologie;
Twee manieren van informatieverwerking;
Gecontroleerd – automatisch
- Systematisch vs heuristisch (Chaiken)
- Centraal vs perifeer (Petty)
- Rationalistisch vs experiëntieel (Epstein)
Wanneer doen we wat; afhankelijk van;
- Willen; gemotiveerd, belangrijk, duur, zelf gerelateerd
- Kunnen; genoeg cognitieve capaciteit, voldoende informatie
- Schema’s en heuristieken als je niet ander wilt, niet ander kunt
Confirmation bias; we neigen ernaar om vragen te stellen die onze hypothese bevestigen;
terwijl strikt genomen hypotheses alleen ontkracht (gefalsificeerd) en niet bewezen
(geverifieerd) kunnen worden (Popper)
Hindsight bias; de geest is lening, we passen ons aan om slim over te komen
, - The OJ Simpson Trail; Bryant & Brockway (1997); kans dat Simpson schuldig wordt
bevonden voor; moord of doodslag; na een langere tijd dachten minder mensen dat
hij veroordeeld zou worden
Cold-hot empathy gap; Loewenstein (1996); je niet goed kunnen inleven in een ander totdat
je het zelf meemaakt
Sociale beïnvloeding
Grootste invloed op sociale psychologie;
- Concentratiekampen; beïnvloeding van heel veel mensen onderzoek naar sociale
beïnvloeding en gehoorzaamheid
- Gevolg Hitler; joodse wetenschappers vluchten naar de VS fundamenteel plus
toegepast onderzoek heeft geholpen bij het beëindigen van de WOII d.m.v.
attitudeonderzoek & Kurt Lewin
Oorzaken van conformiteit (aan anderen)
- Informationeel; the need to be accurate
Vaak weten we niet wat te doen (informatieonzekerheid)
Kijken naar wat anderen doen
Vaak rationeel
- Normatief; the need to be accepted
Fundamenteel social-psychologische behoefte om erbij te horen
Minder rationeel
Belangrijke personen bij sociale beïnvloeding;
- Lewin; veldtheorie
Wij mensen bevinden ons in een voortdurend veranderd krachtveld waarin verschillende
krachten (vanuit onszelf of vanuit andere personen) op ons worden uitgeoefend
Gedrag = Persoon X Situatie grondlegger sociale psychologie
- Latane; Social Impact Theory
Sociale beïnvloeding is afhankelijk van;
Aantal anderen dat druk uitoefent (bij 4 of meer is druk hoger)
Waarde gehecht aan de bron van sociale druk (sterkte)
Nabijheid van de bron (fysiek of psychologisch; aanwezig in gedachten)
- Asch; onderzoek normatieve beïnvloeding
Onderzoek met objectief duidelijk interpreteerbare stimuli; zonder sociale beïnvloeding
altijd goed antwoord meer conformiteit bij meerdere proefpersonen die het antwoord
voor jou al gegeven hadden
- Milgram; onderzoek naar gehoorzaamheid aan autoriteiten (obedience to
authority); (nav oorlog in duitsland)
“Als we mensen die aan een onderzoek op de uni meedoen vragen elektrische schokken toe
te dien aan een andere onderzoeksdeelnemer, omdat die persoon niet goed woordjes kan
leren, gaan ze dat dan doen?” antwoord van tevoren “nee” lootjes getrokken welk
proefpersoon de schok gaf en de schok ontving bij een fout voor woordcombinaties krijg
, je schok nagenoeg alle studenten gaf schokken ookal gaf de leerling aan (enorme) pijn te
hebben dit komt door aanwijzingen van proefleider; “gaat u alstublieft door, vanwege het
onderzoek is het belangrijk als u doorgaat, u heeft geen keuze u moet doorgaan etc.” niet
sadistisch, maar ongemakkelijke reacties waarom deden de proefpersonen dit?
Mensen hechten belang aan autoriteit
Het afschuiven van verantwoordelijkheid
Nabijheid van degene die schok gaf en ontving (hoe grotere afstand, hoe
meer schokken)
Geen ongehoorzame anderen (waardoor je zelf ook gehoorzaamd)
- Lodewijkx; soortgelijke effecten op straffen d.m.v. toebedelen onaangename white
noise bij Utrechtse studenten navolgen van leidinggevende
Als we heen goed naar onszelf kijken, hoe gedragen wij ons dan onder sociale druk?
Sociale perceptie; de manieren waarop mensen anderen (persoonsperceptie) en zichzelf
(zelfperceptie) begrijpen
Persoonsperceptie; hoe begrijpen we andere personen?
Zelfperceptie; hoe begrijpen we onszelf?
1. Door de ogen van anderen
2. Sociale omgeving als referentiekader
3. Biases
4. Emoties als informatie
1. Looking-glass self (Cooley); hoe we over ons zelf denken leiden we vaak af uit wat
anderen van ons vinden; we zien onszelf door de ogen van anderen
Andere studie;
- Attributie-conditie; “je bent goed in …… of je bent…”
- Persuasieve conditie; “je moet …. zijn”
- Controle-conditie; geen informatie
Persuasieve conditie leidt ertoe dat mensen net na het experiment zich zo gaan gedragen,
maar het nam af na het experiment; attributie-conditie zorgde ervoor dat mensen zich zo
gingen gedragen en dit effect bleef langer
2. Sociale vergelijking theorie/ social comparison theory (Festinger): veel kennis en
kunde is relatie, zelf-perspectief is daarom afhankelijk van de sociale omgeving
waarin we ons bevinden
3. Self-serving attributional bias; toeschrijven van eigen succes aan zichzelf en eigen
falen aan situatie
4. Emoties als informatie (Paula Niedenthal, 2007); emoties zijn embodied; je emoties
zijn opgeslagen in je lijf; als je fronst met gezichtsspieren voel je je negatiever over
jezelf;
- Botox in aangezichtsspieren minder hersenactiviteit voor ervaren emotie
- Fopspeen als kind gebruiken minder imitatie van emotionele cues van anderen
onveiliger gehechtheid als adolescent
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ginavermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.