100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie 3 boekhouden uitdieping en analyse (AP Hogeschool) $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting Economie 3 boekhouden uitdieping en analyse (AP Hogeschool)

 39 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting werd gemaakt voor het vak Bedrijfsorganisatie/Economie 3: boekhouden - uitdieping en analyse. Dit is onderdeel van de lerarenopleiding secundair onderwijs economie en bedrijfsorganisatie aan AP Hogeschool. In deze samenvatting komt aan bod: - H1: ANALYSE VAN DE RESULTATEN - H...

[Show more]

Preview 3 out of 29  pages

  • June 19, 2022
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ECONOMIE 3: BOEKHOUDEN – UITDIEPING EN ANALYSE
H1: ANALYSE VAN DE RESULTATEN
rentabiliteit: verhouding tussen het inkomen van de onderneming en het in de onderneming
belegde vermogen

1. Winstmarge en rentabiliteit
kengetal: een getal waarbij twee of meer posten uit de balans of resultaatrekening met
elkaar in verband worden gebracht

1.1. Rendabiliteit van het eigen vermogen
NOR
R EV =
EV

rendabiliteit van het eigen vermogen: de belangrijkste ratio voor aandeelhouders

netto-ondernemingsresultaat NOR = (BO + FO) – (BK + FK + BEL)
BOR = (BO + FO) – (BK + BEL)
bruto-ondernemingsresultaat
BOR = NOR + FK

1.2. Rendabiliteit van het totale vermogen / economische rendabiliteit
BOR
RTV =
TV
NOR+ FK
RTV =
EV +VV

Een vergelijking tussen de rendabiliteit van het eigen vermogen en de economische
rendabiliteit kan van invloed zijn bij eventuele beslissingen over het opnemen van nieuwe
leningen.

1.3. Winstmarge
bedrijfswinst
WM=
omzet

operationele winstmarge: verschil tussen bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten




1

,2. Financieringswinst en hefboomeffect
2.1. Financieringswinst
FW = (RTV . VV) – FK
financieringswinst: het verschil tussen de winst, gemaakt met schulden, en de interest die
ervoor moet betaald worden
 winst die je maakt door te lenen

2.2. Hefboomeffect
Door schulden aan te gaan, stijgt het rendement van het eigen vermogen als de
gemiddelde interestvoet lager ligt dan het rendement van het passief.
1) hefboomeffect 1

L=R EV −R TV

Stel een onderneming voor zonder schulden. Het eigen vermogen = totaal vermogen bedraagt 8 mn.
De winst is 1,140 mn.
Dan bedraagt

RTV = REV = 1 140 000,00 : 8 000 000,00 = 14,25 %

Stel nu dezelfde onderneming voor, echter met 3 mn. schulden. Het eigen vermogen bedraagt dan 5
mn ( 8 mn - 3 mn). Stel dat de schulden als volgt gespreid zijn:

investeringskrediet: 2 000 000,00 tegen 7 %  FK = 140 000,00
leveranciers: 1 000 000,00
totale schuld 3 000 000,00

De winst bedraagt dan NOR = BOR – FK = 1 140 000,00 - 140 000,00 = 1 000 000,00
Bijgevolg: REV = 1 000 000,00 : 5 000 000,00 = 20 % !
2) hefboomeffect 2

( RTV −i ) . VV
L=
EV
(RTV - i) . VV FK
REV - RTV = i=
EV
VV
FK
 EV.REV - EV.RTV = VV.RTV - . VV
VV

 NOR + FK = (EV + VV). RTV

 BOR = BOR




2

, 3) hefboomeffect 3

FW
L=
EV
FW (RTV - i) VV
=
EV EV

FK
 FW = (RTV - ) VV
VV

 FW = RTV. VV – FK (= def. FW)

Belangrijke conclusie: RTV > i  L is positief !!

3. Cashflow
cashflow = winst + afschrijvingen, voorzieningen en waardeverminderingen
cashflow: de in- en uitstroom van liquide middelen

4. Analyseschema
het analyseschema:

Bedrijfsopbrengsten (70 + 71 + 72 + 74 + 76A) *
- Aankopen van goederen en diensten (60 + 61)

brutomarge of toegevoegde waarde

- Personeelskosten, Andere bedrijfskosten en Niet-recurrente
bedrijfskosten (62 + 64 + 66A) *

brutobedrijfsresultaat of operationele cashflow of ebitda

- Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen (63)

(netto)bedrijfsresultaat of operationeel resultaat of ebit

+ Financiële opbrengsten (75)
- Financiële kosten (65)

brutoresultaat

- Belastingen op het resultaat (67)

nettoresultaat


* Opmerking: in het verkort en micromodel van de jaarrekening zitten 64 Andere bedrijfskosten en
66A Niet-recurrente bedrijfskosten NIET in de brutomarge, 76A Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten
echter wel (en van 74 Andere bedrijfsopbrengsten is geen sprake).



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wenkehelsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
Add to cart
Added