Fiscaliteit
Handelsingenieur
Vrij Universiteit Brussel, 2021-22
Vragen
1. Wat zijn Cedulaire belastingen ?
Wat zijn de 3 onderdelen? Leg elke uit.
2. Het Territorialiteitsbeginsel: Leg het verschil uit tussen het personeel en het zakelijk
aanknopingspunt.
2.1 Wat is het Domiciliebeginsel?
2.2 Wat is het Liggingsbeginsel?
2.3 Wat is het Bronstaatbeginsel?
3. Wat is een belasting eigenlijk? Wat zijn de 4 essentiële elementen van een belasting?
Leg ze kort uit.
4. Wat is de materiële belastingschuld en wat is de formele belastingschuld?
5. Leg het verschil uit tussen belastingplichtige en belastingschuldige.
6. Wat is het verschil tussen autonome en toegewezen belastingbevoegdheid ?
7. Wat zijn oneigenlijke regionale belastingen?
8. Wat zijn douanerechten ?
9. Wat zijn accijnzen?
10. Bespreek het verschil tussen directe en indirecte belastingen. Geef een voorbeeld
van elk.
11. Wat zijn Retributies? Wat zijn Parafiscale bijdragen? Bespreek de verschillen tussen
deze 2 en Belastingen.
12. Wat is de primaire functie van een belasting?
13. Wat is het fiscaal legaliteiteitsbeginsel?
14. Wie stelt de essentiële elementen vast van een belasting? De wetgever / de
uitvoerende macht
Wat doet de andere dan?
Wat zijn de voorwaarden om de machtiging te verlenen aan een andere overheid?
15. De fiscale administratie is niet gerechtigd om van de (fiscale) wet af te wijken.
Juist/Fout?
16. De fiscus kan overeenkomsten sluiten die het recht zelf betreffen. Juist/Fout?
, Fiscaliteit
Handelsingenieur
Vrij Universiteit Brussel, 2021-22
17. Wat betekent In dubio contra fiscum ?
18. Er bestaat een taks op het beluisteren van radio maar niet op het kijken van televisie.
Mag deze radio taks worden doorgetrokken naar televisie?
19. Wat is het fiscaal eenjarigheidsbeginsel?
20. Wat is het fiscaal geljkheidsbeginsel?
21. Onder welke 3 voorwaarden is een onderscheid in belastingheffing mogelijk?
22. Wat zijn is het rechtzekerheidsbeginsel en niet-retroactivieitsbeginsel?
23. Wie is bevoegd om het fiscaal legaliteiteitsbeginsel (dus ook het fiscaal
eenjarigheidsbeginsel ) en het fiscaal geljkheidsbeginsel te toetsen?
24. Wat is belastingsontduiking ? Wat is simulatie en dissimulatie?
Wat is belastingsontwijking ?
Welke wordt beschouwd als fraude en welke is toegelaten?
25. Wat is de algemene anti-ontwijkingsbepaling? Geef de bepaling die bestond voor de
invoering van de anti-ontwijkingsbepaling en leg uit waarom ze is ingevoerd.
26. Wat is het non bis in idem-beginsel ?
27. Wat is juridische dubbele belasting en wat is economische dubbele belasting ?
Bespreek kort de oplossingen die bestaan voor beide.
28. Welke 4 soorten inkomstenbelastingen bestaan er?
29. Welke 4 soorten inkomsten bestaan er in de personenbelasting?
30. Geef de definitie van de rechtspersonenbelasting
31. Wat is de belasting der niet-inwoners?
32. Wat zijn progressieve tarieven?
33. Wat zijn aftrekbare bestedingen?
34. Wat is de belastingvrije som?
35. Geef de definitie van een rijksinwoner.
36. Wat is het verschil tussen de woonplaats en de zetel van het fortuin ?
37. Welke 2 wettelijke vermoedens werden er ingevoerd om te bepalen of iemand een
rijksinwoner is?
38. Wat is de Kaaimantaks / doorkijkbelasting ?
39. Leg het verschil uit tussen onroerende goederen die onroerend zijn uit hun aard en
onroerende goederen die onroerend zijn door hun bestemming.
40. Wat zijn onroerende inkomsten ?
41. Welke 3 methodes worden gebruikt om het onroerende inkomen van in België
onroerende goederen vast te stellen? Leg de methode telkens kort uit. (Bijvraag:
Wat is perequatie?)
42. Met hoeveel % moet het kadastraal inkomen minstens worden verminderd wanneer
het onroerend goed gedeeltelijk vernield wordt?
43. Wat zijn de roerende inkomsten ? Geef de 5 types en bespreek ze kort.
Wat houdt de specifieke antimisbruikbepaling herkwalificatie van de interesten en
leningen in?
44. Bespreek de 2 aftrekposten voor roerende inkomsten .
45. Wat is de tijdstip van belastbaarheid van winsten?
46. Wat is fiscale transparantie ?
47. Wat zijn de 4 onderdelen van het begrip belastbare winst?
48. Wat zijn baten en wat is hun tijdstip van belastbaarheid?
49. Zijn winsten en baten uit vroeger zelfstandig uitgeoefende bedrijfsactiviteiten
belastbaar? Wat zijn stopzettingsmeerwaarden?
50. Bespreek de 3 soorten bezoldigingen.
51. Wat is het attractiebeginsel?
52. Wat is het belastbaar tijdperk van bezoldigingen?
53. Welke 4 soorten inkomsten zijn vrijgesteld van deel uit te maken van
beroepsinkomen?
54. Wat zijn de aftrekbare beroepskosten ? Leg de componenten van de definitie uit
, Fiscaliteit
Handelsingenieur
Vrij Universiteit Brussel, 2021-22
55. Wat zijn de 3 categorieën van aftrekposten van het beroepsinkomen?
56. Wat is het huwelijksquotient?
57. Welke soorten diverse inkomsten bestaan er?
58. Nadat de 4 inkomsten categorieën van de personenbelasting worden
samengevoegd, krijg je het netto-inkomen. Welke bestedingen moge hiervan
afgetrokken worden?
59. In welke gevallen kan een belastingvrije som verhoogd worden?
60. Wie is bevoegd om het netto belastbaar inkomen te bepalen?
De federale overheid / de gewesten
Voor welke handelingen is de andere dan bevoegd?
61. Welke belastingverminderingen bestaan er op buitenlandse inkomsten ?
62. Wie wordt er beschouwd als belastingsubject bij de vennootschapsbelasting?
Bespreek de 3 voorwaarden
63. Wat houdt de primauteit van het boekhoudrecht in?
64. Bespreek de verschillende onderdelen van de belastbare winsten van
vennootschappen.
65. Bespreek de 3 voorwaarden om de beroepskosten te kunnen aftrekken van de bruto-
opbrengsten van een vennootschap.
66. Hoe gebeuren afschrijvingen in de vennootschapsbelasting ?
67. Welke bijkomende aftrekken bestaan er voor de belastbare winsten van
vennootschappen ?
68. Bespreek de 3 stappen om het belastbaar inkomen van een vennootschap te
bepalen.
69. Wat is roerende voorheffing ?
70. Wat zijn de kenmerken van het btw ?
71. Wat zijn de 3 essentiële voorwaarden om een btw-belastingplichtige te zijn? Welke
zaken zijn niet van belang?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jefdecuyper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.