Alle aantekeningen hoorcolleges formeel strafrecht 2e jaar
1 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Formeel Strafrecht
Instelling
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Boek
Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht
Vak voor 2e jaar rechtenstudenten aan de UVA, formeel strafrecht. Bevat alle hoorcollege aantekeningen van het vak. Ik heb ook een ander document met alle arresten van formeel.
WEEK 1
Jurisprudentie
- HR 2 oktober 1979, NJ 1980/243 (Nalatige inspecteur)
- HR 29 september 1983, NJ 1982/258 (Plastic boodschappentasje)
- HR 9 november 1999, NJ 2000/40 (Spontane bekentenis II)
- EHRM 11 juli 2006, NJ 2007/226 (Jalloh)
- EHRM 1 juni 2010, NJ 2010/628 (Gäfgen II)
- HR 9 februari 2021, NJ 2021/120 (Ontgrendelplicht smartphone), (Canvas)
Hoofddoel Strafvordering
● Het verzekeren van een juiste toepassing van het abstracte materiële strafrecht
● Dat doel is tweeledig:
- het bewerkstelligen dat de schuldigen (degenen die daadwerkelijk de strafwet
hebben overtreden) worden gestraft
- het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
Bijkomende doelen
● Voorzien in een regeling waarin een adequate justitiële reactie kan worden gegeven
op strafbaar gedrag
● Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere betrokkenen
● Procedurele rechtvaardigheid
● Demonstratiefunctie
● Generale preventie en speciale preventie
● Voorkomen van eigenrichting; er is monopolie van de macht (de staat)
➔ Strafproces en waarheidsvinding (handhaving), maar ook
➔ Strafproces en rechtsbescherming (bescherming)
Bronnen
● Art. 107 Grondwet (maar ook art. 10 t/m 18, 92, 93, 113, 116, 118, 119, 121, 122 en
140)
● Art. 1 Sv
● Bijzondere wetten; WvW, opiumwet etc
● AMvB en ministeriële beschikkingen
● Beleidsregels
● Internationaal recht
- Raad van Europa
- Europese Unie
● Rechtersrecht
● Ongeschreven recht
Klassieke uitgangspunten
● Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid
● Beroepsrechters
● Vervolgingsmonopolie OM
1
, ● Opportuniteitsbeginsel (OM kan beslissen niet te vervolgen; op grond van het
algemeen belang)
● Strafvorderlijke legaliteit (primaat bij wetgever)
● Geen procedure zonder aanleiding (verdenking of aanwijzing)
● Vermoeden van onschuld
● Hoor en wederhoor
● Recht op rechtsbijstand
● Recht op vertaling en vertolking
● Zwijgrecht
● Interne openbaarheid
● Externe openbaarheid
● Motivering
● Onmiddellijkheidsbeginsel (alles moet op de zitting naar voren worden gebracht)
Modernisering WvSv
Redenen om te moderniseren
1. Onderdelen van het wetboek houden onvoldoende rekening met nieuwe technieken
of veroorzaken onnodige en vermijdbare lasten
2. Het huidige wetboek stamt uit 1926
3. Talloze incidentele wijzigingen waardoor systematiek en vindbaarheid verloren zijn
gegaan
4. Ontwikkelingen in de jurisprudentie zijn niet in de wet geïmplementeerd
5. Wetenschappelijke literatuur dringt aan op modernisering
Doelstellingen modernisering
- te voorzien in een wetboek waarin zo veel mogelijk bevorderd wordt dat een
adequate justitiële reactie kan worden gegeven op strafbaar gedrag, en dat onjuiste
justitiële beslissingen zo veel mogelijk worden voorkomen.
- een duidelijke regeling van de bevoegdheden en procespositie van de verschillende
deelnemers aan de strafrechtspleging
- facilitering van een digitaal strafproces;
- vereenvoudiging van het voorbereidend onderzoek en de regeling van de
opsporingsbevoegdheden;
- stroomlijning van procedures in het vooronderzoek, de berechting en de
tenuitvoerlegging, waarbij gekeken wordt naar reductie van administratieve lasten;
- verkorting van doorlooptijden waarbij de verantwoordelijkheid van de
procesdeelnemers voor een voortvarende procesgang wettelijk wordt vastgelegd en
het onderzoek zoveel mogelijk wordt afgerond vóór de inhoudelijke behandeling ter
zitting;
- een effectieve en persoonsgerichte tenuitvoerlegging van strafrechtelijke
beslissingen.
- te voorzien in een wetboek dat systematisch van opzet is, het toepasselijke recht
weerspiegelt, een logische indeling kent en inzichtelijk is voor de burger.
Uitgangspunten
● Hoofddoel blijft ongewijzigd
● Opsporingsambtenaren blijven onder het gezag van het OM opsporen
● Opportuniteitsbeginsel
2
, ● Beroepsrechters
● Geen fundamentele herziening maar een stroomlijning en herstructurering
Mensenrechten en het strafrecht
● EVRM
➔ art. 34 EVRM individueel klachtrecht
● Art. 93-94 Grondwet
● Res interpretata-werking → vaste uitleg van het EVRM is gezaghebbend.
● Rechten absoluut of relatief?
➔ art. 2 - 10 EVRM
Algemene opmerkingen bij art. 6 EVRM
● Uitwerking van de ‘rule of law’
● Bescherming tegen een willekeurig optredende overheid → recht op eerlijk
proces
● Er mag pas worden gestraft als de lidstaat de verdachte in staat heeft gesteld de hem
in art. 6 gegeven rechten uit te oefenen
● Heeft betrekking op de gehele strafrechtspleging, dus ook op het voorbereidende
onderzoek dat van invloed is op (de eerlijkheid van) het eindonderzoek
● Niet limitatief
● EHRM beoordeeld de ‘procedure as a whole’
Art. 6 EVRM
● Recht op een eerlijk proces
‘criminal charge (strafvervolging)?
voorafgaand aan de zitting?
- behandeling binnen een redelijke termijn
- zwijgrecht (Jalloh, Gafgen)
- nemo-tenetur beginsel (Jalloh, Gäfgen)
- onafhankelijke en onpartijdige rechter
- onschuldpresumptie
- op de hoogte gebracht worden van de beschuldiging
- verdediging en rechtsbijstand
- ondervraging van getuigen
Ratio van het zwijgrecht en het nemo teneturbeginsel
1. het voorkomen van ongeoorloofde dwang,
2. het voorkomen van onterechte veroordelingen en
3. de autonomie van verdachten.
4. beschermen van privé informatie (artikel Sjors Ligthart): komt erbij →
verdiepingscollege
In het licht van die ontwikkelingen, en met het oog op het beteugelen van de ‘onverzadigbare
datahonger’ van de strafvorderlijke autoriteiten, zou het nemo tenetur-beginsel volgens Van
Toor primair moeten strekken tot het beschermen van privé-informatie. Dit zou betekenen
dat ‘bij de toetsing van een eventuele schending van het nemo tenetur-beginsel rekening
moet worden gehouden met de hoeveelheid en inhoud van de verkregen informatie
3
, (waarmee [Van Toor] niet de potentieel incriminerende inhoud bedoel[t], maar de relevantie
van die inhoud voor de persoonlijke levenssfeer).’ In een dergelijke benadering maakt het
voor de toepassing van nemo tenetur bijvoorbeeld niet langer uit of een verdachte wordt
verplicht zijn smartphone te ontgrendelen via een wachtwoord of met zijn vingerafdruk: via
beide wegen wordt onder dwang dezelfde persoonlijke informatie verkregen, hetgeen
bescherming van het nemo tenetur-beginsel zou moeten rechtvaardigen, aldus Van Toor.
Bij wilsonafhankelijk mag je meer dwang toepassen (ontgrendel arrest); bv vinger op de
telefoon zodat deze ontgrendelt.
Bij wilsafhankelijk mag je weinig tot geen dwang toepassen (nemo tenetur beginsel).
Het gaat erom dat je de verdachte niet mag gebruiken voor bijvoorbeeld de telefoon
ontgrendelen, maar ze mogen het zelf natuurlijk wel uitvinden of onderzoeken en dan
gebruiken.
Deze ratio (rechtsgrond) roept evenwel onmiddellijk vragen op.
Ten eerste: waarom verdient de privacy van verdachten striktere rechtsbescherming via het
zwijgrecht en nemo tenetur in vergelijking met de privacy van niet-verdachten? Burgers
kunnen in allerlei procedures worden verplicht informatie te onthullen die ze liever voor
zichzelf houden. Te denken valt aan belastingprocedures, scheidingszaken, en aan de
getuige die onder ede een verklaring moet afleggen. In dergelijke procedures geldt het
zwijgrecht niet en moet de burger het doen met de relatieve bescherming van het algemene
recht op privacy.
Ten tweede: waarom moet die striktere privacybescherming worden geboden via het
zwijgrecht en nemo tenetur, en niet via de reguliere rechtsnormen die het privéleven en
persoonsgegevens beogen te beschermen en daarmee het strafprocesrecht normeren?
Artikel 8 EVRM en 10 Grondwet garanderen een algemeen recht op privacy en beslaan de
bescherming van persoonsgegevens. Wat rechtvaardigt dan die extra, striktere privacy-
bescherming in het strafrecht via het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel?
In de bijdrage van Sjors Ligthart wordt betoogd dat met privacy en autonomie als primaire
rechtsgronden van het zwijgrecht en nemo tenetur-beginsel de balans tussen
instrumentaliteit en rechtsbescherming mogelijk zou kunnen doorslaan – in het voordeel van
rechtsbescherming, ten koste van de effectieve bestrijding van criminaliteit. Deze uitkomst
vindt hij onwenselijk en moeilijk te rechtvaardigen.
Het nemo tenetur-beginsel: “Beginsel dat een verdachte niet aan zijn eigen veroordeling
hoeft mee te werken. Hieronder valt bijv. het zwijgrecht van een verdachte.”
Uit de jurisprudentie kan aldus worden gedestilleerd dat het nemo tenetur- beginsel niet
absoluut is: het gebruik van afgedwongen wilsafhankelijke (mondelinge dan wel
schriftelijke verklaringen) informatie levert doorgaans strijd op met dit beginsel, terwijl
afgedwongen wilsonafhankelijk materiaal (onder andere documenten) in de
overgrote meerderheid van de gevallen buiten het bereik van het nemo tenetur-
beginsel valt en dus gebruikt kan worden in het strafproces. (niet altijd → Jalloh).
Bovendien, en misschien nog wel belangrijker, is naar alle waarschijnlijkheid het uit het
eerste lid van art. 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) voortvloeiende beginsel als eerst
geschonden als de informatie wordt gebruikt voor het bewijs.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isapeek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $8.25. Je zit daarna nergens aan vast.