Hoihoi!
Dit is de samenvatting die ik heb gemaakt voor het vak ontwikkelingspsychopathologie. Alle DSM-V criteria zijn oranje omlijnt. Op de eerste pagina zie je welke hoofdstukken van het boek zijn samengevat, en daarnaast zijn alle collegeaantekeningen er ook in verwerkt. Succes met leren voor h...
,Lecture 1 – Introduction to developmental
psychopathology
Chapter 1: Introduction
Volgens APA: Stoornis = een klinisch significant patroon bij een individu wat zorgt voor frustratie,
verstoringen, een verhoogde kans op sterven en pijn (intern probleem of reactie op
omstandigheden)
Ontwikkelingsnormen zeggen iets over groei van motorische vaardigheden, taal, cognitie en sociaal-
emotioneel gedrag. maatstaaf om te kijken naar (ab)normale ontwikkeling van gedrag en
functioneren
Gedrag kan gezien worden als afwijkend wanneer:
Culturele normen: in andere culturen hebben kinderen soms meer het gevoel van zelfcontrole door
verschillen in eisen.
Oppositional defiant disorder = gedragsstoornis waarbij je niet voldoet aan de normen van de
maatschappij. Je conformeert bewust niet aan de mening van anderen en trekt je eigen pad. Licht
grensoversachreidend gedrag, maar niet agressief.
Culturele normen binnen diagnostiek:
1. Gender normen: we verwachten dat meisjes emotioneler zijn en jongens dominanter.
Andersom wordt als abnormaal beschouwd (afhankelijk van cultuur)
2. Situationele normen: is gedrag in deze situatie gepast?
3. Invloed van volwassenen: Wanneer vinden volwassenen iets abnormaal? Kind besluit niet
zelf naar psycholoog te gaan
4. Verschillen over tijd: DSM veranderd omdat er veranderingen zitten in wat we normaal
vinden
5. Harm interference: als er last is van gedrag is het vaak problematisch (persoonlijk lijden)
How common are psychological problems?
Clinische benadering: DSM! (en ICD in VK)
- Probleem gedrag als:
o Clusters van symptomen, deze clusters gebruiken voor diagnose
o Symptomen zijn persistent / recurrent / intense / excessive / unreasonable
o Er moet sprake zijn van klinisch leiden of disfunctioneren op bepaalde gebieden
- Karakteristieken van klinische benadering:
, o Hoe psychologen hebben afgestemd stoornissen te diagnosticeren (criiteria)
o Systeem van diagnostiek is categorisch, je hebt het of niet.
o Concepten blijven veranderen
- Kritiek:
o Critera zijn te breed dus gedrag wordt overgediagnosticeerd (te snel diagnose)
o Gebrek aan validiteit (moeilijk onderscheid tussen angst en depressie)
o Gebrek aan differentiatie (regels voor verschillende stemmingsstoornissen zijn niet
altijd duidelijk)
o Reifying disorder = je creëert iets wat je als entiteit behandeld. Een stoornis hebben
we zelf bedacht maar is niet tastbaar
o De-emphasizing context = DSM houd geen rekening met context van gedrag
o De-emphasizing developmental differences = DSM is voor volwassenen en kinderen
hetzelfde
Empirische benadering: Gebaseerd op statistiek, groepen vergelijken en kijken wat afwijkt van norm
- Syndromen: Hoe erg scoor je boven of onder het gemiddelde
o CBDL kunnen mensen invullen over kinderen, is er wel of geen sprake van
Sub clinical = net onder klinisch niveau, alles erboven vereist beetje
aandacht
How are developmental level and disorder related?
Leeftijd Ontwikkeling stoornis
0-6 Taalstoornis, ASS, Asperger, Verstandelijke
beperkingen
4-12 ADHD
6 - adolescentie Leerstoornis
8 – adolescentie Norm overschrijdend gedrag (conduct disorder)
12-18 Schizofrenie, drugsmisbruik, boulimia nervosa,
anorexia nervosa
Vroege diagnose: mogelijk genetische en/of prenatatle etiologie (ernstigere problemen)
Late diagnose: mogelijk meer omgevingsinvloeden
How are gender and disorder related?
Jongens Meiden
ASS Angststoornis
Oppositionele-opstandige stoornis (ODD) Depressieve stoornis
Normoverschrijdend gedragsstoornis (conduct Eetstoornis
disorder)
Drugsmisbruik
Verstandelijke beperking
ADHD
Leesstoornis
Taalstoornis
Mannen:
- Gevoeliger voor neurologische ontwikkelingsstoornissen die al vroeg ontstaan
- Sneller lichamelijke agressie
Vrouwen:
- Gevoeliger voor emotionele problemen in de adolescentie
- Meer relationele agressie (roddels)
, Historical influences
17e eeuw kinderen hebben aandacht, verzorging en liefde nodig
18e eeuw zondig of onschuldig, onbeschreven blad wat met ervaring wordt gevuld
19e eeuw adolescentie bestaat uit veel uitdagingen
Stoornissen in vroege kindertijd zijn erfelijk
Stoornissen bij volwassenen hadden twee oorzaken:
Demonologie = bezeten door de duivel
Somatogenese = slecht functioneren van lichaam
Eind 19e eeuw: gezocht naar behandeling en classificatie
- Kraeplin: symptomen vormen samen een syndroom (waarschijnlijk biologische basis)
Elke stoornis heeft eigen oorzaak, symptomen, ontwikkeling en gevolgen
Ontwikkelde classificatie systeem
- Freud: grondlegger psychoanalytische theorie en psychoanalyse
Psychogenese: mentale problemen als gevolg van psychologische factoren
Onbewuste conflicten en crississen uit kindertijd bepalen gedrag
ID, ego en super ego die continu in conflict zijn
Angst is waarschuwing voor ego (probleemoplossend), dat impulsen vanuit
ID die voor superego niet kunnen, tot het bewustzijn willen komen
Verdedigingsmechanismen ontkennen of veranderen de impulsen
Psychoseksuele stadiumtheorie: elke fase focust op ander lichaamsdeel
1. Orale fase – alles in de mond
2. Anale fase - zindelijkheid
3. Fallische fase – oedipus/electra complex
4. Latente fase
5. Genitale fase
Eerste drie fasen zijn cruciaal voor verdere ontwikkeling
Behaviorisme
- Watson: gedrag komt door leerervaringen
Klassieke conditionering (geïntroduceerd door Pavlov) = nieuwe dingen leren door
nieuwe stimulus te koppelen aan een bekende stimulus
- Thorndike: wet van effect = gedrag wordt gevormd door de gevolgen
- Skinner: operante conditionering = aanleren van gedrag door gevolgen van het gedrag
Operante conditionering is gebaseerd op wet van effect
- Bandura: observationeel leren – nadruk op sociale context en cognitie
Leren is noodzakelijk om te overleven
Mentale hygiënebeweging stond voor meer begrip, betere behandeling en preventie van stoornissen
hervormingen!
- Kind-leiding beweging: richt zich op kinderen, ervaringen beïnvloeden latere mentale
gezondheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sachaaaaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.