100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Grondslagen En Geschiedenis Van De Psychologie (PSY1027) $9.72   Add to cart

Summary

Samenvatting Grondslagen En Geschiedenis Van De Psychologie (PSY1027)

 11 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting met wat alle grote namen deden en de verschillende ismen en wie erbij hoorde

Preview 4 out of 34  pages

  • June 20, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting van samenvatting
Casus 1
 Mensen onderscheiden zichzelf van andere dieren door spraak
 Primaten bereiken nauwelijks spraakniveau van kinderen
 Grotere groepsgrootte = grotere neo-cortex
 Primaten zijn sociale dieren
 Neo-cortex in evolutie termen hangt af van bereik van groepsgrootte
 Vanuit individuele termen is neo-cortex een limiet van hoeveel relaties het dier kan
onderhouden.
 Neo-cortex grootte is dus afhankelijk van ecologische factoren
 Stichting van scholen
o Rond 800 door Karel de Grote in Aachen
o Tussen 1000 – 1200 landbouwtechniek en bevolkingsexplosie
 Vernieuwde verstedelijking
 Grotere kathedraalscholen
 Leraren organiseerde gilden  universiteiten  onafhankelijke universiteiten
o Bologna (1150)
o Parijs (1200)
o Oxford (1220)
 Maarten Luther kwam in opstand tegen pausdom leidde tot protestantse reformatie (1517)
o Gereformeerde kerk benadrukte onderwijs en kritisch denken
 Printen van boeken
o Hierdoor kwam kennis binnen handbereik. Hiervoor was kennis beperkt omdat de
tekst ergens anders kon liggen.
o Bewaken van populaire boeken was een probleem hierdoor verdwenen minder
populaire boeken
o Verwijzingen naar boeken werd makkelijker want iedereen had hetzelfde exemplaar
 Vuur
o Belangrijkste bron van warmte en licht
o Mensen waren de enige die het beheerste
o Kenmerk van menselijke bewoning was vuur omdat in het midden van een huis of
kamp een vuur was
o Belangrijke factor van menselijke migratie
 Keramische doorbraak
o Vroege landbouw richtte zich op gerst en tarwe
o Oven waren gaten in de grond
o Uiteindelijk kwamen bakstenen tot stand
o 5000 v. Chr.
 Metaal
o Gebruik kwam na keramische periode en ligt dicht bij geschreven taal
o Metaal, keramiek en geschreven taal markeren het begin van beschaving
o 3000 v. Chr.

, Cultuur vóór het lezen
o Kennis was beperkt vanwege geen theoretisch begrip
o Praktische vuistregels
o Kennis beperkt tot 2 generaties
o Animisme
 Objecten en natuur worden bewoond door geesten met menselijke kenmerken
die gebeurtenissen veroorzaken
 Eerste schrijfsysteem
o Vroeg stadium  combinatie van pictogrammen en fonogrammen
o Gebruik van fonogrammen om fonemen weer te geven leidde tot alfabet
o Fenische alfabet vormde Arabisch, Hebreeuws en Grieks
 Geschreven tekst vormde een extern geheugen
o Verslagen bieden kennis die op een bepaald moment beschikbaar is
o Iets hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden
o Inzichten kunnen worden opgehaald
 De lezer
o Groot deel van de bevolking kon niet lezen
o Vroege geschriften miste spaties (scriptio continua)
o 8e eeuw kwamen spaties
 Lezen zonder kritisch te lezen
o Scholastieke methode
 Tekst lezen zonder zelf na te denken en werd gehouden aan vooraf
vastgestelde criteria
 Gangbaar tot 20e eeuw
 Nummers
o Gemaakt in India  overgenomen door Arabieren  overgenomen in West-Europa
o Arabische cijfers  huidige cijfersysteem
o Wel uitgevonden in Egypte 5000 v. Chr.
o Bijhouden van verslagen en ontwikkelde cijfersysteem
 Oud Egypte
o Geometrische kennis uitgevonden
o Kalender van 12 maanden, 30 dagen en 5 extra dagen
 Romeinen
o Praktische kennis was waardevoller dan theoretische kennis.
 Religie
o Niet geïnteresseerd in natuurwetenschap was inferieure kennis
o Wetenschap werd geassocieerd met heidendom
 Arabisch rijk
o In Bagdad werd onderzoeksinstituut opgericht
 Huis van wijsheid (9e eeuw)
o Algebra boek (820)
 Start van filosofie
o 600 v. Chr.
o Heraclitus (535 – 475 v. Chr.)
 Betoogde dat alles constant verandert zelfs als je twee hetzelfde doet

, Plato
o Griekse filosoof (427 – 348 v. Chr.)
o Stichter van academie in Athene
o Nam dialogen op van Socrates
o Onderscheid tussen rijk van ideale vormen en materiële werkelijkheid
o Rationalist (waarheid gebaseerd op denken, niet op observatie (zintuigen))
o Drie delen v/d ziel
 Rede (hersenen)
 Emoties en sensatie (hart)
 Lust (lever)
o Opvatting spraken de kerk aan
o Heeft René Descartes sterk beïnvloed
 Aristoteles
o Griekse filosoof (384 – 322 v. Chr.)
o Drie soorten kennis
 Productieve kennis (maken van dingen)
 Praktische kennis (Ethiek en politiek)
 Theoretische kennis (Wiskunde, natuurkunde en theologie)
o Theoretische kennis bestond uit axiomen
 Vanzelfsprekende waarheden over de natuur die door observeren en intuïtie
verkregen werden
o Geocentrisch wereldbeeld
o Universum heeft 2 regio’s
 Sublunair  tot de maan
 Mengsel van vuur, aarde, water en lucht
o Aarde  Water  Lucht  vuur
o Laagste naar hoogste ^
 Superlunair  maan tot einde
 Ether
 Goddelijk
o Syllogisme
 Argument bestaat uit drie stellingen
 Grote premise: Alle mannen zijn sterfelijk
 Kleine premise: Ik ben een man
 Conclusie: Ik ben sterfelijk
o Student van Plato
o Kennis minder gebaseerd op rede; ook ruimte voor observaties.
o Populair in de Renaissance
o Drie soorten zielen
 Vegetatieve ziel (iedereen en planten): Je kan jezelf voeden en voortplanten
 Dierlijke ziel (dieren): sensatie en geheugen
 Rationele ziel: Redeneren en deugdzaam leven.
 Geschiedenis schrijven
o Neiging om te centreren op 1 persoon
o Matthew Effect
 Bijdragen van minder bekende personen worden toegerekend aan de
beroemdste persoon van de tijd
o Hindsight bias
 Neiging om te denken dat iemand meer wist dan ze deden

, o Etnocentrisme

Casus 2
 Johannes Kepler (1571 – 1630)
o Nam heliocentrisch model van Copernicus als eerste serieus (1600)
 Galilei Galileo
o Zag dat er meer sterren waren dan we konden zien
o Oppervlak van de maan was niet glad, Aristoteles dacht van wel
o Jupiter had manen, aarde was niet meer de enige
o Zei dat heliocentrisch model waarschijnlijker was
o Kreeg waarschuwing van de kerk om te stoppen met het verdedigen van
heliocentrisch model
o Mensen geloofde het als nog dit markeert het begin van de wetenschappelijke
revolutie
o Publiceerde in 1632 zijn boek, kreeg huisarrest van de kerk
 Ontwikkeling van wereldbeeld
o 17e eeuw  wetenschappelijke revolutie
 Drie kritische inzichten van wetenschappelijke revolutie
 Aarde is niet het centrum van universum,
 Geocentrische naar heliocentrische
 Veel dingen kunnen worden begrepen als machines
 Mechanistisch wereldbeeld
 Dingen in het universum konden worden omschreven door wiskunde
 Natuurkundige wetten
 Newton (1643 – 1727)
o Gaf boost aan wetenschappers om minder filosofisch te zijn
o 3 Natuurkundige wetten
o Gravitatie kracht
o Schreef Principia Mathematica
 Geocentrisch model
o Omschreven door Aristoteles
o Uitgewerkt door Ptolemaeus
o Omgeven door sterren in vaste positie
o Epicyclus toegevoegd (262 v. Chr. – 190 v. Chr.)
 Naar aanleiding van beweging sterren
 Geïntroduceerd door Appolonius (262 – 190 v. Chr.)
 Heliocentrisch model
o Copernicus  bang voor kerk  net gepubliceerd voor zijn dood
o Later verdedigd door Galilleo  kreeg huisarrest van de kerk
o Kepler geloofde het als eerste (1600)
 Factoren die hebben bijgedragen aan de wetenschappelijke revolutie
o Demografische veranderingen
 Kooplieden vormde schakel tussen ambacht en geleerden
 Ambachtslieden deden mechanische ontdekkingen
 Geleerde miste praktische kennis
o Afwezigheid van religie
 Kerkelijk gezag werd ondermijnd door westerse splitsing (1378 – 1417)
 Maarten Luther (1483 – 1546)  protestantse reformatie
 Factoren die de wetenschap hebben laten groeien

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Burrito. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.72  1x  sold
  • (0)
  Add to cart