Twee betekenissen van het recht:
Recht als aanspraak (subjectief recht)
Recht als het geheel van regels (objectief recht)
Privaatrecht:
Geldt tussen de burgers onderling. (de overheid kan zich ook als burger gedragen!)
Aangeduid met de term ‘burgerlijk recht’ of ‘civiel recht’.
Publiekrecht:
Gaat over alles rondom de overheid en de verhouding met de burgers.
Indeling van het privaatrecht:
Personen- en familierecht
Vermogensrecht
Rechtspersonenrecht
Begrippen:
Familierecht:
Dat deel van het privaatrecht dat de rechtsverhoudingen tussen familieleden regelt.
Natuurlijke persoon:
Een mens van vlees en bloed.
Personenrecht:
Dat deel van het privaatrecht dat de hoedanigheid van personen regelt.
Privaatrecht:
Dat deel van het recht dat de verhouding regelt tussen burgers onderling regelt.
Publiekrecht:
Dat deel van het recht dat de verhouding regelt tussen de overheid en de burgers of
tussen de overheidsorganen onderling.
Recht:
Het geheel van overheidsregels dat in de samenleving geldig is.
,Rechtspersonenrecht:
Dat deel van het privaatrecht dat het bestaan van rechtspersonen regelt.
Rechtspersoon:
Een organisatie die zelfstandig rechten en plichten kan hebben.
Sanctie:
Een straf of maatregel na een delict.
Vermogensrecht:
Dat deel van het privaatrecht dat de verhouding tussen personen regelt met betrekking
tot hun vermogen.
, Samenvatting Vermogensrecht hoofdstuk 2
Vermogensrecht:
Dat deel van het privaatrecht dat de verhouding tussenpersonen regelt met
betrekking tot hun vermogen.
Bijvoorbeeld: wie is de eigenaar van de zaak?
Eigendom gaat over op een ander, dit kan door middel van koopoverkomst en levering.
Verbintenissen:
Vermogensrecht gaat ook over de rechten en plichten die burgers ten opzichte van
elkaar hebben.
Recht en een plicht.
Ontstaan bijvoorbeeld door een overeenkomst.
Het vermogen van een persoon bestaat uit het geheel van op geld waardeerbare rechten
(activia) en plichten (passivia).
Activia: de positieve onderdelen van het vermogen.
Passivia: de schulden.
Absolute rechten:
Zijn rechten die iemand heeft over een goed.
Beschrijven het zeggenschap die een bepaald persoon heeft over een goed.
Voorbeelden: eigendom, vruchtgebruik, erfpacht, hypotheekrecht en pandrecht.
Relatieve rechten:
Rechten die men kan handhaven ten opzichte van eén of meerdere personen.
Beschrijven de juridische relatie tussen personen.
Voorbeelden: koop, huur, arbeid en verzekering.
Goederenrecht:
Het onderdeel van het vermogensrecht dat de verschillende rechten beschrijft die een
persoon op goederen kan hebben.
Absolute rechten.
Verbintenissen recht:
Het onderdeel van het vermogensrecht dat de rechten en plichten beschrijft die
tussen personen bestaan.
Relatieve rechten.
Bronnen van verbintenissen:
De wet.
De overeenkomst.
, Begrippen:
Absolute rechten:
Rechten die men kan handhaven ten opzichte van iedereen.
Goederenrecht:
Dat deel van het vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding van de
burger tot een goed.
Relatieve recht:
Rechten die men kan handhaven ten opzichte van eén of meer bepaalde personen.
Verbintenis:
Een rechtsverhouding waardoor de ene partij een prestatie verschuldigd is aan de andere
partij, die recht heeft op die prestatie.
Verbintenissenrecht:
Dat deel van het vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen
twee personen met betrekking tot hun vermogen.
Vermogen:
Het geheel van bezittingen en schulden van een persoon.
Vermogensrecht:
Dat deel van het privaatrecht dat de verhouding tussen personen regelt met betrekking
tot hun vermogen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romy_tanis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.