Psychopathologie
Week 1; een inleiding in het vak
Psycho = geest
Pathologie = ziekte
Psychopathologie stoornissen
Afwijkend gedrag aan de hand van 6 criteria
1. Uitzonderlijk gedrag: komt deze gedraging minder vaak voor in de maatschappij?
2. Sociaal afwijkend: in sommige culturen zijn sommige gedragingen wel geaccepteerd
3. Foute perceptie of interpretatie van de werkelijkheid
4. Emotioneel lijden: client die zelf last heeft van het eigen gedrag
5. Ongepast/contraproductief (leidt tot het tegenovergestelde van wat men wil) gedrag
6. Gevaar: gevaar voor jezelf of anderen
Iemand hoeft niet aan alle criteria te voldoen
CGT cognitieve gedragstherapie
Werkveld van een tp’er
Wat WEL mag met psychopathologie Wat NIET mag met psychopathologie
Groepsbegeleiding bijvoorbeeld leefgroep Therapeut
Coaching Classificeren diagnoses stellen
Trainer Medicatie voorschrijven
Onderzoek verrichten
Doorverwijzen
,Week 2; het KOP model
Dit model kan worden gebruikt om de samenhang tussen de omgeving en de persoonlijkheid te
vinden. De formule is K=OxP
K Klachten.
- Waar heeft de client last van?
- Wat hindert de client in het normaal functioneren?
O Omgeving. In standhoudende factoren (die zorgen ervoor dat het probleem niet veranderd en
voort blijft verstaan) uitlokkende factoren (oorzaken).
- Woonsituatie
- Sociale omgeving
- Netwerk
- Opleiding
- Werk
- Hobby vrije tijd
- Financiële gesteldheid
P Persoonlijkheid.
- Dingen die je opmerkt uit hoe iemand is bv alles goed willen doen
- Big 5
- Coping
- Aanlegtemperament
Kennisclip 2; stemmingsstoornissen
Unipolaire en bipolaire stoornis:
Unipolaire stoornis sombere stemming. Geen zin meer hebben in dagelijkse dingen. Weinig tijd
geven aan zichzelf en de omgeving. Slaappatroon verstoord. Sommige heel moeilijk in slaap, andere
hebben veel slaap nodig.
- Dysthyme stoornis chronische depressie (minimaal 2 jaar) minimaal 2 van de 5 criteria van
depressie. Vaak milder.
- Depressieve stoornis kortere tijd, voldoen aan 5 symptomen van de criteria van depressie
, Bipolaire stoornis 2 tegenpolen op het spectrum van stemming. Iemand kan beide hebben, manie
en depressie.
- Manie (manische episode) periode die gekenmerkt wordt door enorm veel energie, agitatie,
snel afgeleid, concentratieproblemen en op alle vlakken ontremd qua drank, drugs, seks,
aankopen.
- Depressie komt vaak na de manische periode. Somber.
2 types van bipolaire stoornis: hoge pieken en diepe dalen, en type 2 is milder, manische periode
komt niet hoger dan de hypomaan, en gaat geleidelijke.
Hypomaan aanloop naar de manische fase
Criteria van depressie
1. Sombere stemming, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag, zoals blijkt uit
ofwel subjectieve mededelingen (bijvoorbeeld zich verdrietig, leeg of hopeloos voelen),
ofwel observatie door anderen (bijvoorbeeld heeft tranen in de ogen).
(NB bij kinderen en adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn.)
2. Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten, gedurende het
grootste deel van de dag, bijna elke dag (zoals blijkt uit een subjectieve beschrijving of
observatie door anderen).
3. Significant gewichtsverlies zonder dat dieet wordt gehouden, of gewichtstoename
(bijvoorbeeld meer dan 5% van het lichaamsgewicht binnen één maand), of bijna elke dag
een afgenomen of toegenomen eetlust.
(NB Bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de te verwachten
gewichtstoename.)
4. Insomnia of hypersomnia bijna elke dag
5. Psychomotorische agitatie of vertraging, bijna elke dag (waarneembaar door anderen, en
niet alleen subjectieve gevoelens van rusteloosheid of geremd worden).
6. Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag.
7. Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens (die het
karakter van een waan kunnen hebben) bijna elke dag (niet allee zelfverwijt of schuldgevoel
over het ziek zijn).
8. Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren, of besluiteloosheid, bijna elke
dag (ofwel subjectief beschreven ofwel geobserveerd door anderen).
9. Recidiverende gedachten aan de dood (niet alleen de vrees om dood te gaan), recidiverende
suïcidegedachten zonder een specifiek of een suïcidepoging, of een specifiek plan om suïcide
te plegen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noabasten1809. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.