wetenschapstheorie college-aantekeningen en personen
2 views 0 purchase
Course
Wetenschapstheorie
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Alle 7 colleges van wetenschapstheorie met uitgewerkte aantekeningen. Aan het einde van het document staat nog een lijst met alle belangrijke personen en toelichting
Tentamen 21 juni 12:15-14:15
- 50 meerkeuze
- 2 open vragen
College 1
Twee dimensies binnen de wetenschap:
1. Normatief en descriptief
o Hoe hoort het en hoe werkt het
2. Weten en doen
o Wetenschap als kennis en wetenschap als praktijk
Uit het artikel van deze week volgen twee theorieën over emoties van het gezicht
1. Het mechanisme is cognitief (gevolgtrekking uit zelfwaarneming)
2. Het mechanisme is onbewust en fysiologisch
Karl Popper; een van de bekendste wetenschapsfilosofen. Bekend om zijn antwoord op de
vraag ‘’wat is wetenschap?’’
Antw: wetenschappelijke beweringen zijn falsifieerbaar. (en wetenschappers proberen deze te
toetsen)
Alleen dan mag je de theorie in stand houden, en als dit niet kan dan ben je bezig met
pseudowetenschap.
Voor Poppper was een goede samenleving wetenschappelijk. Samenleving en
wetenschap zijn 1.
In zijn boek benoemde hij het principe van ‘friendly hostile collaboration’ ; je moet
vriendelijk en vijandig met elkaar omgaan tegelijkertijd.
Als je resultaten in overeenstemming zijn met je hypothese betekent dat niet dat je
theorie juist moet zijn. Er kunnen nog andere theorieën zijn waaruit je hypothese kunt
afleiden. Daarom zei Popper dat je theorieën niet kunt bevestigen met onder. Je kunt
alleen maar proberen ze te falsifiëren
Kritiek op Popper
- In de praktijk werkt het niet zo. Zelfs als er een experiment wordt gedaan wat tegen de
theorie ingaat dan zullen de mensen die die theorie voorstellen niet vanzelf of gelijk
die theorie laten vallen
- Wetenschap is divers. Niet alle wetenschap kan volgens 1 criterium beoordeeld
worden (in deze situatie dus het criterium van falsifieerbaarheid die gesteld wordt).
Wetenschap heeft namelijk niet maar 1 essentie.
In de wetenschap trekken we vaak conclusies. Deze gevolgtrekking kan op meerdere
manieren. (hier komt een tentamenvraag over!)
, het inductieprobleem bij gevolgtrekking volgens David Hume
o inductie is niet rationeel te verantwoorden
o inductie is niet redelijk, maar is een gewoonte
o waarom zou de wereld uniform zijn?
Nog een vorm van gevolgtrekking: ‘inference to the best explanation’’
- Van data naar (beste, meest waarschijnlijke) theorie
- Parsimonie (spaarzaamheid, de meest eenvoudige verklaring vor het fenomeen)
- Voorbeeld: Darwin’s Origin of Species
- Probleem: hoe ga je het criterium van parsimonie rechtvaardigen? Is het nou wel zo
dat de simpelste verklaring altijd de beste is?
Gevolgtrekking volgens Thomas Bayes:
Overtuigingen die mensen hebben die kun je zien als een vorm van subjectieve
waarschijnlijkheid
Gevolgtrekking: bijstellen van onze overtuigingen op basis van data. Als zekerheid
niet mogelijk is, misschien moeten we gevolgtrekkingen dan in termen van
waarschijnlijkheid zien.
Bayesiaanse statistiek.
‘’Verklaren’’
- Carl Hempel; Hempel’s ‘covering law’ model: verklaren is een vorm van redeneren, is
een vorm van gevolgtrekking (Deductie). Deze deductie moet de volgende vorm
hebben; als je iets wilt verklaren dan moet je 1 of meer wetmatigheden hebben en
vervolgens een aantal specifieke feiten (aantal permissen) waaruit je het fenomeen
kunt verklaren.
Verklaren: waarom vond Rita de cartoon grappiger dan Kees?
- feedback from facial expressions affects emotional experience and behavior
(wetmatigheid)
- als je een pen tussen je tanden houdt glimlach je (wet?)
- Rita had een pen tussen haar tanden toen ze de cartoon bekeek, Kees niet (feit)
- daardoor glimlachte ze op dat moment (feit)
- dat versterkte haar emotionele ervaring en daarom vond ze de cartoon grappiger
(conclusie)
maar… verklaren is asymmetrisch (=je kunt het specifieke feit en het te verklaren feit in het
model eigenlijk wel omwisselen. Alleen dit werkt in de praktijk niet) en de verklarende feiten
moeten wel relevant zijn
- betekent verklaren niet gewoon: weten wat de oorzaak is?
- Hume (en Hempel): oorzakelijkheid zien we niet
o Empirisme
Reductie (Dick Swaab)
De werkelijkheid is opgebouwd uit lagen; de ‘lagen’ van de werkelijkeheid
Soorten lagen; sociologische, psychologische, biologische, scheikundig, natuurkundig,
elementaire deeltjes.
, o Hoe verder we naar beneden gaan in de lagen, hoe meer we iets kunnen
verklaren.
De werkelijkheid:
Realist; ziet wetenschap als een vorm van representatie, een beschrijving en niet als een
interventie.
Anti-realist; theorie moet ons instrumenten geven om met de werkelijkheid om te gaan.
Anti-realisme; wetenschappelijke theorieen gaan vaak over theorien die niet
observeerbaar zijn (al helemaal in de psychologie; denk aan attitudes en emoties)
o Onobserveerbare, theoretische entiteiten zijn ‘convenient fiction’
o Anti-realisme gaat om empirisme, maar er is wel een scherpe grens tussen
observeerbaar en onobserveerbaar)
Bij ant-realisme; Theorieën en modellen zijn benaderingen, dus niet letterlijk
Argument vóór realisme: ‘’no miracles’ argument
- Als de wereld neit echt zo was, zou het en wonder zjn dat de theorie zo goed werkt.
o Maar: soms blijkt een emprisich adequate therorie niet waar
College 2
Meehl
- Positief over psychoanalyse
- Hield zich veel bezig met methodologie (voornamelijk daar bekend van)
- Klinisch psycholoog
- ‘’zachte psychologie’’ theories rise & decline.
o Maar theorien declinen alleen niet omdat ze gefalsifiseerd worden. In de
psychologie komt falsificatie niet zo vaak voor. Komt waarschijnlijk door
publication bias dat hier weinig over bekend is.
Meehl kwam met 20 redenen, praktisch en theoretisch waarom psychologie zo moeilijk is.
Problemen van kwantiteit
1. Sheer number of variables; veel variabelen die relevant kunnen zijn
2. Groot aantal mogelijke individuele verschillen
3. Grote rol van kans
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psychologie2022. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.