100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuur Nederlands begrippen samenvatting en korte verhalen $6.93
Add to cart

Summary

Literatuur Nederlands begrippen samenvatting en korte verhalen

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In deze samenvatting zijn de begrippen op een rij gezet en de korte verhalen van elke tijdsperiode weergegeven. Duidelijke opstelling van welke tijd zich wanneer heeft afgespeeld.

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Cursus 1, cursus 2 en cursus 3: 4 t/m 7
  • June 20, 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
NEDERLANDS TOETSWEEK 4

Cursus 1 Literatuur

 Proza= verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen. Daarin onderscheid proza
zich van poëzie.
 Autobiografie= de schrijver beschrijft zijn eigen leven.
 Roman= een lang fictief verhaal.
 Ironie= milde spot. Het (humoristische) effect wordt bereikt door iets anders te zeggen dan
dat je daadwerkelijk bedoeld. Voorbeelden;
- Omkering: je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt.
- Overdrijving: je maakt iets erger dan het is.
- Understatement: je maakt iets minder erg.
- Niet-passend woordgebruik: je gebruikt taalgebruik in een situatie waarin dat niet past.
 Stijl= de manier waarop het verhaal is geschreven. Niet alleen zinsbouw en woordkeus, maar
ook de afwisseling tussen dialoog en beschrijvingen en gebruik van ironie.
 Neologisme= nieuw gevormd woord.
 Fictie= verzonnen verhaal. Fictieve verhalen gaan meestal over mensen/gebeurtenissen die
daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
 Literatuur= verzamelnaam voor fictieve verhalen die een diepere betekenis hebben.
Kenmerken zijn bijvoorbeeld orginaliteit, complexiteit etc. Vaak kan je ook meerdere
betekenissen aan het verhaal geven.

1.1

 Personages: deze kan je onderscheiden binnen een verhaal;
- Round characters: spelen een onmisbare rol in het verhaal en je krijgt ook veel over ze te
weten.
- Flat characters: over deze rollen krijg je minder te weten.
- Typen: bijrollen, dus je krijgt echt geen extra informatie over de personage zelf.
 Oeuvre: alles wat een schrijver heeft geschreven
 Conflictmodel:
- 1) evenwicht: alles is min of meer normaal.
- 2) conflict: het evenwicht wordt verstoord door een gebeurtenis.
- 3) ontwikkeling: de hoofdpersoon moet reageren en maakt hierdoor een ontwikkeling
mee.
- 4) oplossing: het conflict word opgelost.

1.2 perspectief

 Gothic novel: genre dat ontstond door de romantiek. Veel met heksen en speelt zich vaak af
in oude kastelen etc.
 Perspectief: gezichtspunt. Een verhaal wordt meestal verteld vanuit een perspectief van
(meestal) de hoofdpersoon. Drie soorten;
- Ik-perspectief
- Personaal perspectief
- Perspectief van de alwetende verteller
 Personaal perspectief: het verhaal wordt verteld in de hij/zij-vorm en van hem/haar weet je
dan ook de gevoelens en gedachten.

, 1.3 setting

 Setting: plaats, tijd en omstandigheden
 Ruimte: waar het zich afspeelt.
- Karakterisering van een persoon: een personages heeft een voorkeur of juist een afkeer
van een bepaalde ruimte.
- Sfeertekening: de ruimte wordt gebruikt ter ondersteuning van een bepaalde handeling,
gebeurtenis en handeling.
- Symbolisch: de ruimte staat voor iets symbolisch.

1.5 thema’s en motieven

 Verhaalmotief: opvallend verhaalelementen dat steeds opnieuw opduikt in het verhaal.
 Thema: waar een verhaal over gaat, afgezien van de personages en de gebeurtenissen. Het
thema is datgene waarop de schrijver een visie heeft of waarover de schrijver wilt dat de
lezer over na denkt.
 Concreet motief: verhaalelement dat meerdere malen letterlijk in het verhaal voorkomt.
 Abstract motief: verhaalelement dat niet letterlijk in het verhaal voorkomt, maar dat je zelf
moet afleiden.

1.6 recensies

 Recensie: boekbespreking.
 Interpretatie: een antwoord geven op de vraag; waarover gaat dit verhaal nog meer?
 Aforisme: een korte kernachtige uitspraak, die een levensles of wijsheid bevat.

Cursus 2 poëzie

 Poëzie= verzamelnaam voor gedichten. Het gaat altijd om korte teksten met een opvallende
typografie(de manier waarop de zinnen zijn geplaatst).
 Bloemlezing= bundel met gedichten van verschillende schrijvers of een keuze van de
gedichten van een enkele schrijver.
 Atonaal= komt uit de muziekgeschiedenis. ‘Tonaal’ is geschreven in een toonsoort, die prettig
in het gehoor ligt. ‘Atonaal’ is dus het loslaten van die toonsoorten.
 Credo= lat. Wordt ook wel gebruikt als ‘lijsspreuk’.
 Strofen= korte stukjes in een gedicht die gescheiden worden door een witregel.
 Haiku= kort gedichtje dat bestaat uit drie regels. De eerste regel heeft vijf lettergrepen, de
tweede zeven en de derde weer vijf.
 Puntgedicht= een (heel) kort gedichtje met een ‘pointe’ in de laatste regel. Een pointe is een
onverwachte wending. Veel puntgedichten hebben een vaste vorm. Ander woord voor
puntgedicht is epigram.
 Allusie= toespeling op een bekend verhaal, bijvoorbeeld sprookje/mythe.
 Ollekebolleke= een puntgedicht met strenge voorwaarden waaraan moet voldoen. Het
bestaat uit acht regels, verdeeld over twee strofen van elk vier regels. De eerste drie regels
van elke strofe heeft zes lettergrepen, de laatste vier. Regel 4 en 8 moeten op elkaar rijmen
etc.
 Sonnet= gedicht van precies 14 regels met een strak schema.
 Rijmschema= schematische weergave van het eindrijm in een gedicht. De regels die op elkaar
lijken geef je dezelfde letter.
 Italiaans sonnet= bestaat uit twee strofen van vier regels; deze vormen het octaaf. Twee
strofen van drie regels; deze vormen het sextet. Sonnetten hebben meestal een wending.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marijneleber. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.93
  • (0)
Add to cart
Added