Craig, B: Introduction to the Practice of Statistics
Dit is een samenvatting in de vorm van een uitgebreide begrippenlijst, opgedeeld per hoorcollege en deelonderwerpen. Alle hoorcolleges en literatuur zijn erin verwerkt. Ook staan er handige aanvullende aantekeningen in vanuit de tentamentraining. Ik heb met mijn samenvatting een 8,1 gehaald. Ik heb...
Wetenschap zoektocht naar kennis, naar de waarheid. De kwaliteit waarop je kennis vergaart is
essentieel. Het fundament voor het waarborgen van deze kwaliteit is het gebruiken van
een wetenschappelijke methode
Systematisch empirisme op basis van waarneming onderzoek doen en conclusies trekken
- je moet zien wat je wilt onderzoeken en dit moet op een systematische wijze
geobserveerd worden
Publieke verificatie werken met een open keuken; je moet transparant zijn. Onderzoeker moet alles
kunnen voorleggen ter controle. Alle elementen beschikbaar voor iedereen
HC1 Soorten onderzoek
Kwalitatief onderzoek beschrijvend van aard en richt zich op interpretaties, ervaringen en betekenis.
Kwalitatieve onderzoeksresultaten worden meestal in woorden gepresenteerd
Kwantitatief onderzoek probeert feiten te achterhalen. Kwantitatieve onderzoeksresultaten worden meestal in
cijfers uitgedrukt
Fundamenteel niet per se gerelateerd aan een praktisch probleem. Draagt primair bij aan de
onderzoek wetenschappelijke kennis; kennisbestand wordt groter > hoe verloopt ontwikkeling kind
- doel = kennisbestand vergroten
Toegepast onderzoek praktisch probleem; rekening houdend met ontwikkeling; onderzoek waarvan je zegt
dat je het meteen in praktijk kan toepassen > hoe pesten op school aanpakken
Beschrijvend onderzoek beschrijft kenmerken van bestudeerde populatie of fenomeen; het ‘wat’ van het
onderzoeksonderwerp ipv waarom > hoeveel kinderen veilige gehechtheid
(Cor)relationeel relaties tussen variabelen. Belangrijkste doel = voorspellen > waar hangt veilige
onderzoek gehechtheid mee samen; welke associaties
Experimenteel groepen aselect toewijzen aan een behandeling / interventie en op basis daarvan
onderzoek causale uitspraken doen. Belangrijkste doel = verklaren → experimentele opzet met
manipulatie van onafhankelijke variabelen > invloed kleur klaslokaal op concentratie
leerlingen
● factor: de onafhankelijke variabele, dit is de variabele die gemanipuleerd
wordt; verschillende typen onafhankelijke variabelen:
1. environmental manipulations = manipuleert iets uit de omgeving
2. instructional manipulations = manipuleert iets in de instructie
3. invasive manipulations = manipuleert iets in de fysieke / lichamelijke
staat van individu
● level/condition: onafhankelijke variabele kan verschillende niveaus hebben;
ten minste 2 condities (2 levels)
Eisen experimenteel onderzoek
1. Aselecte toewijzing (ad random): aselect toewijzen aan een bepaalde
conditie van het experiment
2. herhaling met meerdere personen
, 3. de onafhankelijke variabele wordt gemanipuleerd
Quasi-experimenteel tracht een experimenteel onderzoek te zijn, maar kan niet; wil verklaren en causale
onderzoek relatie achterhalen, maar kan in de situatie niet perfect > gebruik kalmeringsmiddelen
positieve invloed op maken tentamen > werken met bestaande groepen; niet random
Doelen herkennen ● Beschrijven (hoe vaak en in welke vorm komt iets voor) → cijfers noemen,
hoeveel komt iets voor
● Voorspellen (ontdekken bepaalde samenhang) → correlatie berekend
● Verklaren (causale relatie ontdekken) → correlatie + causatie
Handig schema
HC2 Extra aantekeningen: Experimenteel onderzoek
Pilot test testen of experimentele manipulatie sterk genoeg is bij een kleine groep mensen. Dit
vindt voor het experiment plaats
Manipulation check meting tijdens het experiment of vragen of de manipulatie is gelukt aan de individuen
→ vragen of ze verschil merken
Proefpersoonvariabelen variabelen die samenhangen met de proefpersonen zelf en niet door de onderzoeker
gemanipuleerd worden → niet alle personen zijn hetzelfde
Afhankelijke variabelen respons die gemeten wordt in het experiment. De afhankelijke variabele wordt
beïnvloed door de manipulatie (= onafhankelijke variabele)
HC2 Extra aantekeningen
Theorie een stelsel van uitspraken dat de relaties tussen concepten beschrijft en verklaart. Een
theorie is altijd onderbouwd door onderzoek
Hypothese een als voorlopige waarheid aangenomen, maar nog te bewijzen uitspraak die getoetst
moet worden. Het is een veronderstelling. Het voorspelt wat er gaat gebeuren (a
priori), in plaats van achteraf een verklaring bedenken (post hoc). De belangrijkste
eis van een hypothese is dat hij falsifieerbaar moet zijn; moet weerlegd kunnen
worden
● Deductief = formuleren van een specifieke propositie die logisch volgt uit de
theorie. Van algemeen naar specifiek
, ● Inductief = formuleren van een propositie die waarschijnlijk volgt uit de
geobserveerde feiten; je herkent een bepaald patroon en gaat dit vervolgens
toetsen. Van specifiek naar algemeen
Definitie ● Conceptueel: omschrijft het begrip, als het ware uit het woordenboek
● Operationeel: omschrijft hoe de variabele gemeten wordt. Hierdoor maak je
het begrip operationaliseerbaar (meetbaar) en repliceerbaar → omschrijving
van begrip maar dan meetbaar
Falsificeren empirisch weerleggen
- het praktische probleem van empirisch weerleggen (falsificeren): je kunt pas
iets weerleggen als je zeker weet dat het onderzoek goed is uitgevoerd
● oplossingen:
1. meta-analyse: meerdere studies
2. methodologisch pluralisme: naar dezelfde fenomenen kijken,
met verschillende methodes
HC2 Manieren om achtergrondvariabelen uit te sluiten
Aselecte toewijzing elke proefpersoon heeft een gelijke kans op plaatsing in elke experimentele conditie
(simple random
assignment)
Gematchte aselecte aselecte toewijzing op basis van scores op een variabele die samenhangt met de
toewijzing (matched afhankelijke variabele. Groepen kunnen ingedeeld worden op basis van een
random assignment) voormeting
Repeated measure dit is een alternatief voor het aselect toewijzen. De proefpersonen worden aan alle
design (within-subjects experimentele condities blootgesteld op verschillende tijdstippen. Elke proefpersoon is
design) zijn eigen controle.
- + meer power en minder proefpersonen nodig
- - volgorde effecten:
● practice effects: toets vaker maken, dus je hebt al voorkennis
● fatigue effects: vermoeidheid; laatste slecht; ze is moe geworden
● sensitization; gevoeligheid voor bepaalde volgorde; op ene moment
beter voelen dan andere moment
● overdrachtseffecten; dingen meenemen van de vorige en evt die
daarvoor → overdracht = iets meenemen van vorige keer; ervaring van
vorige keer meenemen naar het volgende wat je gaat doen → hardstyle
zit nog beetje in je hoofd terwijl je klassiek maakt
→ oplossing hiervoor = voor elke proefpersoon volgorde te variëren
HC2 Verschillende typen variantie binnen experimenteel onderzoek
Systematisch ● Treatment Variantie: dat deel van de variantie dat verklaard wordt door de
manipulatie
● Confound Variantie: variantie tussen experimentele condities, veroorzaakt
door ongelijke behandeling tussen de groepen
Toevallig ● Errorvariantie: toevallige individuele verschillen van zowel proefpersoon als
onderzoeker
HC2 Soorten metingen
, Observatie 3 beslissingen
1. setting: naturalistisch (realistischer; natuurlijke omgeving) of contrived
(vooropgezet; speciaal ingericht voor observatie) / tussenvorm: veldexperiment
(natuurlijke omgeving + manipulatie)
2. onderzoeker: verborgen / openlijk > nadeel openlijk = reactiviteit
→ tussenoplossing: niet alles vertellen, informanten gebruiken en indirect
meten; reactiviteit voorkomen en ethische kwesties ontweken
3. methode
3.1 narratieven = ongestructureerde exacte registratie gedrag / verbale
uitbuitingen
- + gedetailleerd, allesomvattend
- - intensief, tijdrovend, onoverzichtelijk
3.2 checklist = registreert aan/afwezigheid vooraf bepaald gedrag
- + overzichtelijk, makkelijk te analyseren, gebruiksgemak
- - operationele definities (wat houdt het precies in)
3.3 tijdsmetingen = latency; tijd tussen 2 gedragingen of een gebeurtenis en
gedraging
● reactietijd, taak-tijd, inter-behavior latency
● duration = hoe lang duurt bepaald gedrag
- + makkelijk te meten en analyseren
- - interpretatie? betekenis?
3.4 beoordelingsschalen = meten kwaliteit, intensiteit van gedrag (1-10 vb)
- + meer informatie, makkelijk analyseren
- - subjectief, definities belangrijk
Fysiologische maten metingen in/aan het lichaam (vb cortisol/hartslag)
- processen in lichaam koppelen aan psychologische processen
- harde maten, maar vaak lastig te interpreteren
- vaker gebruik in sociaal-wetenschappelijk onderzoek in combinatie met andere
soort metingen
Zelfrapportage belangrijke beslissingen:
1. vragenlijst of interview
- vragenlijst → anoniem, relatief goedkoop + makkelijk analyseren
- interview → mogelijkheid checken begrip, minder ontbrekende waarden
+ geschikt voor kinderen en mensen met beperking + gedetailleerd
2. soort vragen
- bias vragen
1. sociaal wenselijkheid
2. ja/nee zeggers
3. centrale tendentie
4. logische fout
Vragenlijsten kennen een bias (vertekening in de antwoorden):
1. sociale wenselijkheid = men doet zich beter voor dan ze daadwerkelijk zijn
2. ja/nee zeggers = mensen die uitsluitend aan één kant zitten. Dit is op te lossen
door vragen regelmatig andersom te stellen
3. centrale tendentie = mensen die alleen de middelste categorieën kiezen. Dit
is op te lossen door ipv drie-puntsschaal een zeven-puntsschaal toe te passen
4. logische fout = kan ontstaan doordat vragen erg op elkaar lijken. Men koppelt
dan deze vragen aan elkaar en daardoor vult men hetzelfde antwoord in
Archiefdata bestaande gegevens gebruiken voor onderzoek (dus een secundaire meting)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsevanmeurs01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.