§8.1 De industriële revolutie
1500 → Boeren waren zelfvoorzienend, en verzamelden zich in Gilden ( mensen met
hetzelfde beroep )
Gilden bepaalden alles: kwaliteit, prijs en opleiding
Gilderegels → hielden de vooruitgang van economie tegen
Opkomst huisnijverheid:
Boeren gingen thuis produceren, was in 18e eeuw erg belangrijke inkomstenbron.
→ ongeschoolde arbeiders
Agrarische revolutie
Vergroting productie door:
- Landbouwgrond werd samengevoegd
- Ontginningen en droogleggingen
- Nieuwe productiemiddelen
Gevolg hiervan; leidde tot meer voedsel → bevolkingsgroei → niet iedereen was meer nodig
op platteland → men kon werk gaan zoeken in stad
3 uitvindingen:
Schietspoel, Spinning Jenny en waterframe
Komst waterframe zorgde voor veranderingen:
- Waterframe kon niet thuis bediend worden → dus verplaatste men naar een fabriek
- Mills ( eerste spinnerijen ) moesten bijna continu werken
Thuis arbeiders konden niet tegen deze concurrentie op → vernielden enkele mills
(Lancashire 1779 )
Industriële revolutie = overgang van vooral landbouw en nijverheid naar een economie
waarin goederen vooral machinaal en in fabrieken geproduceerd worden.
Door komst industriële revolutie → meer mensen in stad
Motieven voor kolonisatie:
Economisch →
- Grondstoffen voor de industrie
- Afzetmarkt voor industriële producten
Politiek →
- Verwerven van macht en aanzien
- Land telt mee als het veel koloniën heeft
Cultureel →
- Charles Darwin, origins of species
- Eigen volk superieur
- Survival of the fittest
- Blanken hebben de taak om de ‘zwarten’ beschaving aan te brengen
, Conferentie van Berlijn ( 1884 - 1885 ) = afspraken over grenzen
→ België wil congo, en krijgt het uiteindelijk
Nederlands imperialisme
- Nederland deed niet mee om de race om gebieden in Afrika, wel wilden ze meer
invloed in Nederlands-Indië
- Invoering Cultuurstelsel > verplicht producten maken tegen een lage prijs (verzet
Max Havelaar)
- Voordelen Javanen > bouw spoorwegen, wegen, bruggen
- Na 1870 einde cultuurstelsel, maar werd kolonie een leverancier van grondstoffen
voor industrie (rubber)
§8.2 Een nieuwe samenleving
Landbouwstedelijke samenleving naar geïndustrialiseerde samenleving
→ gevolgen zijn immens
Confessionelen = gelovigen
Er ontstonden in Nederland drie kwesties als gevolg:
- Sociale kwestie: moet de overheid ingrijpen in de slechte woon en
werkomstandigheden van de arbeiders?
Katholiek = vindt dat hij/zij wel moet ingrijpen als ie gelooft dat; je voor elkaar moet
zorgen. Of hij/zij vindt dat er niet ingegrepen moet worden als hij/zij gelooft; God
heeft het zo bedacht.
- Kiesrechtkwestie: Wie geven we allemaal kiesrecht? ( hangt samen met sociale
kwestie )
Emancipatie = opkomen voor je rechten
De armen wilden af van de censuskiesrecht, ze wilden kunnen stemmen op partijen
die opkwamen voor hun belangen.
- Schoolstrijd ( alleen in NL ): Openbaar en Bijzonder onderwijs zouden gelijke
financiering moeten krijgen.
Openbaar onderwijs → betaalt door de overheid
Bijzonder onderwijs → onderwijs dat uitgaat van een geloof of ideologie ( zelf betalen
)
Liberalen → waren het hier niet mee eens
Katholieken en protestanten → waren het hier wel mee eens
Socialisten → waren het hier niet mee eens ( waren tegen het geloof )
Door deze kwesties ontstaan de politieke partijen in Nederland. Uiteindelijk leidt dit tot
verzuiling → 4 zuilen: Protestantse zuil, Katholieke zuil, Liberale zuil en Socialistische zuil.
1917: Pacificatie
→ Gelijkstelling onderwijs
→ Mannen kiesrecht en passief vrouwenkiesrecht ( 1919 algemeen kiesrecht )
→ Census kiesrecht werd afgeschaft
Passief kiesrecht = je mag je alleen verkiesbaar stellen in de tweede kamer
Actief kiesrecht = je mag zelf ook stemmen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalielam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.