Samenvatting economisch recht. Dit document behandelt de volledige leerstof en werd opgemaakt in de vorm van voorbeeldexamenvragen. Het overzicht is gebaseerd op het handboek "Praktisch economisch recht" en is eenvoudiger (beter begrijpbaar) opgesteld dan het handboek.
Hoofdstuk 1 De bronnen van het
economisch recht
1. Wetgeving
1.1. Het internationale recht
Door wie/wat wordt het traditionele internationaal recht bepaald?
- Door het rechtskader van de Europese Unie.
1.2. Het traditionele internationale recht
Over wat gaat het traditionele internationaal recht?
- Het gaat om een aantal bi- of multilaterale verdragen tussen soevereine staten.
Wat zijn verdragen eigenlijk?
- Afspraken over de werking en de bevoegdheden van de EU.
Hoe komen deze verdragen tot stand en wanneer worden ze van kracht?
- Door onderhandeling en ze worden van kracht als de nationale parlementen ze
goedkeuren.
Ken je synoniem voor goedkeuren?
- Ratificeren.
Waarin zijn de verdragen die België gesloten heeft opgenomen?
- In een verdragendatabase op de website v/d FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
1BMS Yentl Pede r0832874
, 2
1.3. De Europese Unie
Leg uit: “De Europese Unie is bij uitstek een supranationale politieke instelling.”
- Dit betekent dat de EU zelf politieke organen en procedures heeft om een wetgeving
uit te vaardigen.
Met welk verdrag werkt de EU sinds 1 december 2009 dat onder andere deze bevoegdheden
regelt?
- Met het Verdrag van Lissabon.
Welke 5 instellingen heeft de EU om een wetgeving uit te vaardigen?
1) Europees parlement
2) Europese Raad
3) Europese Commissie
4) Hof van Justitie
5) Rekenkamer
Wat zijn de wetgevende organen van de EU en hoe werken ze?
- Het Europees Parlement en de Europese Raad, ze werken voor de meeste
aangelegenheden op voet van gelijkheid.
Wie kan het initiatief nemen om een wetgeving voor te stellen?
- De Europese Commissie.
Welke 3 vormen van Europese wetgeving zijn er naast de verdragen?
- Richtlijnen
- Verordeningen
- Besluiten
Wie is er verplicht om richtlijnen op te nemen en verwerven in hun eigen wetgeving?
- De nationale overheden van de lidstaten.
1BMS Yentl Pede r0832874
, 3
Wat zijn harmonisatierichtlijnen?
- Richtlijnen die heel streng zijn en laten lidstaten weinig of geen bewegingsruimte
over hoe ze om te zetten.
Wat zijn verordeningen?
- Verordeningen bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks
van toepassing is in alle lidstaten.
Wat zijn besluiten en voor wie zijn ze bestemd?
- = Bijzondere besluiten die alleen van toepassing zijn op uitdrukkelijke
bestemmelingen (bv: staten, ondernemingen of personen).
Wat heeft het Hof van Justitie v/d EU als taak?
- Heeft als taak om ervoor te zorgen dat de lidstaten en de instellingen van de EU de
verdragen en andere wetgevingen naleven.
1.4. Nationale wetgeving
Wat zijn Koninklijke Besluiten?
- Besluiten die door de koning (in de praktijk zijn dat de ministers) worden opgenomen
en die nodig zijn voor de uitvoering van bepaalde wetten.
Op welk niveau staan Koninklijke Besluiten?
- Op het niveau van de uitvoerende macht.
Ministers kunnen ook individueel optreden via een Ministerieel Besluit, geef een voorbeeld:
- Het Ministerieel Besluit over de dringende maatregelen tegen het coronavirus,
waarbij handelszaken verplicht moesten sluiten en solden verboden waren.
Kun je een voorbeeld geven van een gewestelijke wetgeving?
- Taaldecreet uit 1973, contracten moeten worden opgemaakt in de taal van de
werknemer.
1BMS Yentl Pede r0832874
, 4
2. Rechtspraak
Wat vormt de rechtspraak?
- Het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges.
3. Gewoonte
Waarop zijn gewoonterechtelijke regels gebaseerd?
- Op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die als algemeen verbindend worden
aanvaard.
Geef een voorbeeld van een gewoonte in het ondernemingsrecht:
- Bv: het vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers die
contractueel verbonden zijn ten overstaan van hun schuldeiser.
4. Rechtsleer
Wat is rechtsleer?
- Het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden.
1BMS Yentl Pede r0832874
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yentlpede02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.