Met mijn samenvatting heb ik een 8,5 gehaald. Ik heb alle hoorcolleges en werkgroepen samengevat in één document. Mijn samenvatting bevat veel stappenplannen en ook veel overzichten van alle vereisten per onderdeel. Zo is het extra overzichtelijk om te leren.
Straf(proces)recht II – tentamen
Week 1
Begrippen
- Causaliteit: toerekenen gevolg aan bepaalde gedraging. ‘dood door schuld’, ‘causaal
verband’, ‘causaliteit’, ‘toerekenbaarheid’
- Omissiedelict: nalaten staat centraal
Theorieën causaliteit
1) Conditio sine qua non: onmisbare, noodzakelijke voorwaarde voor intreden gevolg (ondergrens)
2) Causa proxima-theorie: meest naast/dichtstbijzijnde oorzaak
- Gevolg ligt dichtbij gedraging. Hoeveel schakels liggen er tussen en hoeveel tijd is er voorbij
gegaan tussen gedraging en gevolg?
3) Adequatietheorie: voorzienbaarheid gevolg
- Is het voorzienbaar voor verdachte dat gevolg zou intreden? Wat zou een gemiddeld mens
naar algemene ervaringsregels hebben kunnen voorzien?
- Hoe groter voorzienbaarheid gevolg, hoe eerder causaliteit aangenomen
- Tot 1978 heersende causaliteitsleer
4) Relevantietheorie: oorzaak die wetgever in gedachten had
- Wat heeft wetgever voor gedraging in gedachte gehad waardoor hij iets strafbaar zou
stellen? Wetsgeschiedenis inschatten. Typische delictsoorzaak
5) Redelijke toerekening: het is niet onredelijk om gevolg aan verdachte toe te rekenen
- Sinds 1978 (HR Letale longembolie) heersende causaliteitsleer
- Verschil met overige theorieën: overige zien op gebeurtenis en gevolg hiervan. Redelijke
toerekening ziet hier niet op: valt het in zijn geheel toe te rekenen aan verdachte? Verband
verdachte en gevolg in plaats van verband gebeurtenis en gevolg
Stappenplan causaliteit
Kan gevolg aan verdachte worden toegerekend?
Kan gevolg redelijkerwijs aan gedraging verdachte worden toegerekend (HR Letale Longembolie)?
Vraag benoemen en dan concreet maken op de casus
1) Conditio sine qua non-verband?
- Is gedraging verdachte noodzakelijk voor intreden gevolg?
- Indien alternatieve causaliteit: ga naar stappenplan alternatieve causaliteit!
- Indien nalaten: was er plicht tot handelen?
- Als hiervan sprake is, dan is dit belangrijke aanwijzing dat toerekening redelijk
- Tussenconclusie: toerekening is dus in beginsel redelijk
2) Redelijke toerekening: redelijk, tenzij onredelijk. Invullen met:
- Geef bij elke theorie aan of het positieve/negatieve indicatie voor redelijke toerekening is!
- Adequatietheorie: is gevolg voorzienbaar geweest? Benoem verweten gedraging
- Causa proxima-leer: is het dichtstbijzijnde oorzaak?
- Relevantietheorie: is het typische gedraging die wetgever voor ogen had bij strafbepaling?
- Tussenconclusie: geven theorieën aanleiding om iets anders te concluderen dan eerdere
conclusie?
3) Causale keten niet doorbroken? Alleen uitwerken voor zover casus hier aanleiding tot geeft
- Gedragingen derden, gedragingen slachtoffer (HR Niet behandelde longinfectie)
- Medische predisposities slachtoffer, medische fouten
1
,Stappenplan alternatieve causaliteit
Kan gevolg redelijkerwijs aan gedraging verdachte worden toegerekend (HR Letale Longembolie)?
Vraag benoemen en dan concreet maken op de casus
1) Conditio sine qua non-verband?
- Is gedraging verdachte noodzakelijk voor intreden gevolg?
- Er is geen zekerheid over conditio sine qua non-verband door alternatieve causaliteit: het
kan door A of B komen
- (HR Groninger HIV): in beginsel is conditio sine qua non-verband vereist om redelijke
toerekening vast te stellen, maar het ontbreken hiervan hoeft niet aan strafrechtelijke
aansprakelijkheid/redelijke toerekening in de weg te staan
1) Gedraging moet onmisbare schakel kunnen hebben gevorm in gebeurtenissen die tot
gevolg hebben geleid
2) Aannemelijk dat gevolg met aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door gedraging
verdachte is veroorzaakt
- Of en wanneer is sprake van zo’n aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid? Dit hangt af van
concrete omstandigheden geval:
A) Is gedraging naar haar aard geschikt om gevolg teweeg te brengen?
B) Wettigen ervaringsregels vermoeden dat gedraging heeft geleid tot intreden gevolg?
C) Hierbij kan een rol spelen in hoeverre aannemelijk is dat de andere oorzaak niet tot het
gevolg heeft geleid
- Je hoeft niet meer te kijken naar andere theorieën
Voor- en nadelen theorieën
1) Conditio sine qua non
- Voordeel: doorgaans hanteerbare drempel voor juridische causaliteit. Makkelijk toepasbaar
- Nadeel: te weinig selectief vermogen. Je bent snel schuldig: je kan veel herleiden tot gevolg
2) Redelijke toerekening
- Voordeel: het geeft flexibiliteit
- Nadeel: vaag en subjectief. Wat redelijk is, verschilt per persoon
3) Adequatietheorie
- Voordeel: eenvoudig vast te stellen
- Nadeel: atypische oorzaken zullen niet snel leiden tot causaal verband
4) Causa proxima-theorie
- Voordeel: makkelijk toepasbaar
- Nadeel: er zitten soms schakels tussen gedraging en gevolg die niet relevant zijn voor
causaliteit. Denk aan (HR Niet-behandelde longinfectie)
5) Relevantietheorie
- Voordeel: meest democratische grondslag
- Nadeel: wetgever heeft soms verouderde mening. Moeilijk toepasbaar
Week 2
Begrippen
- Strafbaar feit: menselijke gedraging die de wettelijke delictsomschrijving vervult en
wederrechtelijk en verwijtbaar is
- Wederrechtelijkheid: ‘wederrechtelijk’, ‘mishandeling’
- Materiële wederrechtelijkheid: in strijd met het recht. Inhoud wederrechtelijkheid
- Formele wederrechtelijkheid (wederwettelijkheid): in strijd met de wet. Vervullen
delictsomschrijving
- Rechtvaardigingsgrond: nemen wederrechtelijkheid weg
- OMW: ontbreken materiële wederrechtelijkheid (HR Veearts). Dit arrest benadrukt open
karakter systeem strafuitsluitingsgronden en in bijzonder rechtvaardigingsgronden
2
, Dubbelfunctie wederrechtelijkheid
1) Element: algemene voorwaarde strafrechtelijke aansprakelijkheid
- Als aan delictsomschrijving is voldaan wordt het aanwezig verondersteld
2) Bestanddeel: in delictsomschrijving opgenomen om bereik te beperken
- Als het niet als bestanddeel zou zijn opgenomen, dan kreeg het een te grote betekenis,
waardoor te veel gedragingen onder delictsomschrijving zouden vallen. Zie (138 Sr)
Betekenis wederrechtelijkheid
1) Wederrechtelijkheid als element: in strijd met wat hoort/betamelijk is (in strijd met het recht)
- Overschrijden grenzen maatschappelijke betamelijkheid (HR Dreigbrief, 1971)
- In literatuur: in strijd met het recht. Geheel v(on)geschreven normen dat tot uitdrukking
brengt wat niet hoort in de samenleving
2) Wederrechtelijkheid als bestanddeel: twee leren
- A) Totaalwederrechtelijkheid
o Wederrechtelijkheid als bestanddeel betekent hetzelfde als wederrechtelijkheid als
element: in strijd met het recht. Geldende leer volgens (HR Dreigbrief, 1971)
o Kritiek: te ruim, maar stimuleert rechtszekerheid
- B) Facetwederrechtelijkheid
o Betekenis is afhankelijk van desbetreffende delict: delictsafhankelijke interpretatie.
Wat beoogt strafbepaling? Wat is het doel?
o Kritiek: meer onduidelijkheid en verwarring, omdat wederrechtelijkheid in elke
delictsomschrijving geïnterpreteerd moet worden
Einduitspraak rechtvaardigingsgrond
Beslisschema (350 Sv)
1) Kan het feit worden bewezen? Zo niet, vrijspraak
2) Is de daad strafbaar? Zo niet, OVAR
3) Is de dader strafbaar? Zo niet, OVAR
4) Welke straf/maatregel? Zo niet, OVAR
Tot welke einduitspraak leidt rechtvaardigingsgrond?
1) Wederrechtelijkheid als element: elementen behoeven geen bewijs, dus altijd OVAR (vraag 2)
2) Wederrechtelijkheid als bestanddeel: bestanddelen behoeven bewijs, dus einduitspraak
afhankelijk van leer
- Totaalwederrechtelijkheid: vrijspraak, wederrechtelijkheid kan dan niet meer worden
bewezen. Door rechtvaardigingsgrond niet meer in strijd met het recht (vraag 1)
- Facetwederrechtelijkheid: OVAR, omdat aan alle bestanddelen delictsomschrijving is
voldaan, maar daad is niet meer strafbaar (vraag 2)
Toestemming
Strafrechtelijk relevante toestemming: zorgt ervoor dat wederrechtelijkheid wordt weggenomen. Je
kan dit slechts geven voor feiten die alleen jouw belang raken. Kan dus niet bij algemeen belang
Toestemming als rechtvaardiging kan alleen rechtsgoederen betreffen waarover je als enige volledige
beschikking hebt. Zware feiten: algemeen belang is soms ook rechtsgoed. Toestemming onvoldoende
Voorwaarden strafrechtelijk relevante toestemming
1) Wilsbekwaamheid: veroorlovende handeling is verricht door iemand die bekwaam is zijn/haar wil
te uiten. Denk aan minderjarige, geestesziekte of onder invloed
2) Ondubbelzinnigheid: toestemming is vrijwillig en op niet voor misverstand vatbare wijze gegeven
3) Slachtoffer is goed op de hoogte van aard, ingrijpendheid en gevolgen van handeling
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milouthijssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.