100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MeMo H3 en H4 $5.88
Add to cart

Summary

Samenvatting MeMo H3 en H4

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Ook deze samenvatting is gemaakt in 2021 en opnieuw doorgenomen/verbeterd in 2022.

Preview 2 out of 12  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3 en 4
  • June 21, 2022
  • 12
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Geschiedenis H3
3.1 Hofstelsel en horigheid
Op de landerijen van de heren woonde/werkte de boeren.
Vrije boeren
2 groepen niet-vrije boeren =
1e groep > horigen.
2e groep > lijfeigenen.


Domein is het grondgebied van een heer. Vaak behoorde een domein toe aan een
belangrijke militaire leider, bisschop, klooster of koning. In de economie stond het domein
zo centraal, dat we het economische systeem uit deze periode ook wel aanduiden als het
domeinstelsel of hofstelsel.

Belangrijk kenmerk van een domein is de driedeling van de grond.
Vroonhof = van de heer zelf (1e gedeelte). Er stond een aantal gebouwen, zoals de
hoofdhoeve, waar de heer woonde. Bij gevaar of oorlog zochten bewoners van het domein
daar bescherming. Andere gebouwen werden gebruikt als werkplaats/opslag.
2e gedeelte domein > de grond dat bestemd was voor de akkers van de boeren, vrije en
horige, met hun boerderijen. Vrije boeren pachtten hun grond van de heer. Horigen
mochten grond bewerken voor zichzelf maar moesten op het vroonhof ook diensten van de
heer verrichten.
3e gedeelte domein > woeste grond waar vee kon grazen of bos waar de boeren hun
bouw/brandhout kapten en kruiden verzamelden.

Een domein bestond uit losse lappen grond, die over een uitgestrekt gebied verspreid
konden liggen. Voordeel = het domein kon verschillende producten leveren. Bv: graan uit het
binnenland en wol en zout uit het kustgebied.

In de vroege middeleeuwen woonde iedereen op het domein. Steden waren verdwenen.
Vrijwel volledig agrarische samenleving. Daarvoor (tijdens het R-Rijk) was er nog sprake van
een agrarische-urbane samenleving. Toen leefde de mensen niet alleen van de landbouw,
maar ook handel en nijverheid en woonde en groot aantal van hen in de stad. Omdat in de
tijd van het hofstelsel de handel bijna geheel was verdwenen, moesten de bewoners zelf
dingen maken (autarkisch). De autarkie was niet volledig. Binnen een dorp bestond nog wel
specialisatie.

Vanaf de 3e eeuw werd het in het West-R Rijk steeds moeilijker centraal gezag uit te
oefenen. Lokale edelen maakten daarvan gebruik om oorlogen met elkaar uit te vechten
over erfenissen/grondgebied. Bewoners hierdoor -> onveiligheid. Geen Romeinse soldaten
meer om grenzen en wegen te bewaken. Hierdoor werd reizen moeilijker. Gevolg: handel
kromp, binnen en buiten het rijk. Slechts een enkele handelsroute werd behouden. Veel

, steden werden kleiner/raakten overbevolkt. Internationale handelscentra -> regionale
marktplaatsen. Dat leidde weer tot het verdwijnen van gebruik geld.
Door deze zeer beperkte handelsverkeer werden de benodigde grondstoffen niet meer
aangevoerd. In die situatie ontstond het hofstelsel met economische zelfvoorziening.

Door wegval handel en ontstaan van ander economisch systeem (hofstelsel) werd ook
besturen lastiger. Romeinse belastingsysteem bleef nog tijdje, maar door het schaarser
worden van het geld werd het voor een koning steeds moeilijker een uitgebreid
ambtenarenapparaat te bekostigen. Voor het bestuur zette hij daarom mensen uit zijn
persoonlijke gevolg in.

Vroegmiddeleeuwse koninkrijken waren daardoor in feite een soort privébezit en de
inwoners waren onderdanen die afhankelijk waren van hun koning. In Athene en Rome
hadden ze juist dat een staat zichzelf bestuurden. Leider > magistraten (dienstbaar aan de
gemeenschap) werden benoemd door volksvergaderingen of de senaat. In Germaanse
koninkrijken was de res publica al helemaal verdwenen. Ook in theorie was de macht in
handen van de koning en zijn gevolg. De administratieve taken werden steeds meer
overgelaten aan een kleine groep hoog geestelijken, op den duur nog de enige groep die
enigszins geletterd was.




3.2 Europa wordt christelijk
Einde 4e eeuw hadden Romeinen het christendom tot staatsgodsdienst verheven. Betekende
niet hele rijk christelijk.
Germanen > aanbaden heidense goden
Galliërs > afwijkende christelijke geloof (niet -katholiek) – arianisme
Kerstening = Bekering is het gevolg van doelbewuste inspanningen van machtige heren en
geestelijken om de bevolking tot het christendom te bekeren.

Syncretisme = Het overdragen of aannemen van een nieuw geloof zoeken mensen vaak
uitsluiting bij bestaande opvattingen en praktijken.

Kerstening ging in de hand met de uitbreiding van het Frankenrijk. Na wegvallen van
Romeinse bestuur vochten in Gallië (Frankrijk) verschillende volken om de macht en om
grondgebied. Franken daarmee meeste succes. Had te maken met het verbond van
Frankische machtliefhebbers met de paus in Rome (met katholieken). Dit verbond was tot
stand gekomen doordat de Frankische koning Clovis rond 500 het besluit had genomen zich
tot deze variant van het christendom te bekeren. Voor de Frankische machthebbers was
samenwerking met de kerk gunstig, omdat zij bij het bestuur gebruik konden maken van
ervaren bestuurders als de bisschoppen. Bovendien konden ze via de paus aanspraak maken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabelbleekemolen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88
  • (0)
Add to cart
Added