Reflexen
Impulsen = een elektrisch signaal dat door zenuwcellen en hun uitlopers wordt vervoerd
Neurotransmitter/overdrachtstof = signaalstoffen die in synapsen zenuwimpulsen
overdragen tussen zenuwcellen
Alcohol heeft invloed op de overdracht van impulsen
Ongeconditioneerde reflex = van nature aanwezig (kniepeesreflex, speekselreflex,
pupilreflex)
Geconditioneerde reflex = aangeleerd
Klassieke conditionering = associatief leren: leren door verband te leggen tussen 2
verschillende prikkels. Een neutrale prikkel wordt gekoppeld aan een prikkel die een reflex
oproept en na enige tijd treed het reflex ook op zonder de oorspronkelijke prikkel.
(geconditioneerde reflex)
Operante conditionering = trainen van dieren dmv belonen en straffen (een dier wordt
automatisch beloond als hij iets goed doet) (combineren van 2 gebeurtenissen) (dresseren)
Binas tabel 88A = neuron
Bewuste handeling = er komt denkwerk bij kijken
Reflex = een automatische reactie voordat of zonder dat de prikkel die aangezet tot de
reactie bewust is
Reflexboog = de weg die impulsen afleggen in het zenuwstelsel: sensorische neuron, een
schakelneuron en een motorische neuron. Gaat via de ruggenwervels ipv de hersenen
(behalve zien, die gaat wel via de hersenen)
- bij de reflexboog zijn de motorische en sensorische zenuwcel betrokken van het centraal
zenuwstelsel
- verschil tussen reflex en bewuste handeling: bewust gaat altijd via de grote hersenen; er
komt denkwerk bij kijken. Onbewust gaat buiten de wil om.
Reflexen in het verkeer:
- voordelen: snelle reactie mogelijk (bv. bij een ongeluk).
- nadeel: gevaarlijk voor de mensen achter je.
- ongeconditioneerde reflex: schrikken.
- geconditioneerd: rood = stoppen.
- het remmen voor iemand, die plotseling oversteekt is een bewuste
handeling/geconditioneerd.
- Alcohol kan invloed uitoefenen op geconditioneerd, ongeconditioneerd en bewuste
handeling: late reactietijd, slechte coördinatie
,Polarisatie
Gepolariseerd = er is een ladingsverschil waardoor er 2 polen ontstaan
Polarisatie gebeurt in axonen in neuronen
Binnenkant (dendriet) vooral K+ ionen
Buitenkant (synaptische spleet) vooral Na+ ionen
Kalium poort kalium kan de cel uit
Natrium poort natrium kan de cel in
Natrium/kalium pomp kalium kan de cel in en natrium de cel uit
Polarisatie
Rustpotentiaal = het potentiaal over het celmembraan als er geen prikkel wordt
doorgegeven
- Natrium en kalium poorten zijn dicht
- Door verhouding is binnenkant negatiever geladen membraanpotentiaal: -70 mV
(dankzij de lading van de eiwitten; want Na en K zijn ong gelijk)
Depolarisatie/ontpoling = positieve lading gaat naar binnen
- Door stimulatie (van neurotransmitters) open enkele Natrium poorten: Na+ naar binnen
- Als er genoeg kanalen open zijn wordt de drempelwaarde bereikt -50 mV
- drempelwaarde niet gehaald alle natrium poorten gaan dicht terug naar
rustpotentiaal
Stijging van actiepotentiaal
- drempelwaarde gehaald alle natrium poorten gaan open
- buitenkant wordt negatief t.o.v. binnenkant +40 mV actiepotentiaal
Repolarisatie = neuron moet worden klaar gemaakt om later weer opnieuw een signaal door
te geven
- Natrium poorten sluiten
- Kalium poorten gaan open kalium gaat de cel uit
- terug naar -70 mV
Hyperpolarisatie
- Stukje moet worden klaargemaakt voor een nieuw actiepotentiaal Alle natrium ionen
die in de cel zaten moeten de cel uit en het kalium moet terug naar de binnenkant
- Natrium poorten gaan dicht door pomp terug
- Kalium poorten blijven even open het membraanpotentiaal wordt net wat negatiever
dan normaal zorgt ervoor dat de drempelwaarde niet bereikt kan woorden als er een
signaal komt
Alles wordt weer hersteld naar rustfase
, Reflexen in het verkeer
- voordelen: snelle reactie mogelijk (bv. bij een ongeluk).
- nadeel: gevaarlijk voor de mensen achter je.
- ongeconditioneerde reflex: schrikken.
- geconditioneerd: rood = stoppen.
- bewuste handeling/geconditioneerde reflex = het remmen voor iemand die plotseling
oversteekt
- Alcohol kan invloed uitoefenen op geconditioneerd, ongeconditioneerd en bewuste
handeling
GABA = neurotransmitter die prikkels kan dempen
Als GABA aan een receptor vastzit dan neemt het de elektrische activiteit van het neuron af
Neurotransmitters zitten in de synaptische blaasjes die omgeven zijn door een membraan
Het blaasje verplaatst naar de membraan van de synaps
De membraan van het synaptische blaasje vloeit samen met de membraan van de synaps
de neurotransmitters komen in de synaptische spleet
Activerende neurotransmitters passen op de eiwitten die de natrium poorten vormen
natrium poorten gaan open natrium van synaptische spleet (buitenkant) naar dendriet
(binnenkant) = depolarisatie
Neurotransmitters afgebroken natrium poorten sluiten natrium door pomp terug naar
synaptische spleet (buitenkant) = repolarisatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 0055. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.