Samenvatting Geschiedenis
Hoofdstuk 13 De wereld na 1945
13.1 Oost en West
13.1.1 Blokvorming en wapenwedloop
De Koude Oorlog was de permanente vijandigheid die onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog ontstaan
was tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden ze nog
samen gestreden tegen het fascisme. Zodra echter het fascisme verslagen was kwamen de oude
tegenstellingen tussen het totalitaire systeem van de Sovjet-Unie en het kapitalistische systeem van de
Verenigde Staten weer tegenover elkaar te staan.
De term Koude Oorlog geeft aan dat de wereldmachten nooit een rechtstreekse, ‘hete oorlog’ hebben
gevoerd. Wel was er sprake van oorlogsdreiging en strijd om wereldwijde invloed. Er was sprake van
blokvorming.
In feite was dat al begonnen tijdens de Conferentie van Teheran in 1943. De landen in Oost-Europa
zouden onder de invloed komen van de Sovjet-Unie en de landen in West-Europa onder de invloed van
de Verenigde Staten.
Tijdens de conferentie van Jalta, februari 1945, besloten Stalin, Roosevelt en Churchill Duitsland in vieren
te verdelen in een Franse, Engelse, Amerikaanse en Russische zone. De drie westelijke zones kregen een
democratische bestuursvorm terwijl in de Russische zone het communisme werd ingevoerd. Uiteindelijk
viel Duitsland in twee delen uiteen. De Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische
Republiek (DDR).
Dat gebeurde nadat de westerse geallieerden in hun bezettingszones een eigen munteenheid hadden
ingevoerd. Stalin reageerde door een blokkade van West-Berlijn in te stellen, die door de VS middels een
luchtbrug werd doorbroken en uiteindelijk op niets uitliep. Het gevolg van de blokkade was wel dat de
landen in het Westen nog nauwer gingen samenwerken. In april 1949 werd de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht waarin de verdragsstaten een militair bondgenootschap sloten.
Toen in 1955 de Bondsrepubliek Duitsland lid werd van de NAVO, besloten de Sovjet-Unie en de landen
van het Oostblok ook tot de oprichting van een militair bondgenootschap, het Warschaupact.
Vanaf 1949 ontstond een tweede fase in de Koude Oorlog: de wapenwedloop. Deze zou duren tot 1989.
De Amerikanen waren de eerste die over atoombommen beschikten en hadden het gevoel
onoverwinnelijk te zijn. Maar al in 1949 bleek dat de Sovjet-Unie ook atoombommen had ontwikkeld.
Vanaf dat moment werd het aantal kernbommen sterk uitgebreid. Maar de beide grootmachten zorgden
er echter voor dat de kernwapens nooit in één klap konden worden uitgeschakeld. Die strategie noemen
we wederzijdse afschrikking.
Daarnaast werden technologisch nog betere wapens ontwikkeld. Naast de wapenwedloop ontstond er
ook een race rond de exploitatie van de ruimte.
Tijdens de Cubacrisis in 1962 stonden de twee grootmachten echt tegenover elkaar. Er dreigde een
atoomoorlog te komen. De VS had namelijk ontdekt dat de Sovjet-Unie kernraketten had geïnstalleerd op
Cuba. Met deze rakketten kon elke Amerikaanse stad worden bereikt. President Kennedy stelde een
ultimatum aan de Sovjet-Unie en op het laatste moment trok de Sovjet-Unie de raketten terug. Gelukkig
zijn tijdens de Koude Oorlog nooit kernbommen gebruikt en door de Cubacrisis kwam er ook meer
aandacht voor ontwapening.
1
, 13.1.2 De gevolgen van de Koude Oorlog
Gevolgen van de Koude Oorlog zijn:
1) Binnen Europa ontstond een vrijwel ondoordringbaar ´IJzeren gordijn´ tussen de Oostbloklanden en de
Westbloklanden. Vooral via Berlijn kon men nog naar het Westblok komen, maar de bouw van de
Berlijnse muur maakte daar in 1961 een einde aan. Pas in 1989 zou deze worden afgebroken.
2) Binnen Europa was er sprake van invloedssferen, maar daarbuiten niet. De VS probeerde door middel
van de containmentpolitiek het communisme tegen te houden. Politiek vertaalt in de Marshalhulp en de
oprichting van de NAVO.
3) Regionale conflicten groeiden uit tot strijdtonelen in de Koude Oorlog zoals de strijd in het Midden-
Oosten waar in 1948 Israël werd opgericht dat gesteund werd door de VS en Arabische landen door de
Sovjet-Unie. In Afrika bleek dat in Namibië, Ethiopië, Mozambique en Angola.
4) Belangrijkste confrontaties vonden plaats in Azië. In 1949 ontstond uit de burgeroorlog in China de
Chinese Volksrepubliek onder leiding van Mao Zedong. De VS waren nu bang dat andere staten ook
communistisch zouden worden. Dat noemen we de dominotheorie. Die angst werd bevestigd toen Noord
Korea Zuid-Korea binnenviel in 1950. Troepen van de Verenigde Naties slaagden er uiteindelijk in de
Noord-Koreanen weer terug te drijven op Noord-Koreaans grondgebied. Nog steeds staat men daar
tegenover elkaar.
In de jaren zestig ontwikkelde de strijd zich steeds verder in Vietnam. Maar ook Laos en Cambodja
dreigde in communistische handen te vallen. De VS steunden Zuid-Vietnam in deze oorlog, maar
uiteindelijk verloor de VS deze oorlog en in 1975 en werd heel Vietnam communistisch.
Redenen daarvoor waren onder andere:
a) dat de Amerikanen geen antwoord wisten op de guerillatactiek,
b) de aanwezigheid van Amerikaanse tv-stations in Vietnam speelde ook een grote rol omdat tv-beelden
over de oorlog direct in de Amerikaanse huiskamers te zien waren.
c) op het Amerikaanse thuisfront ontstond steeds meer weerzin tegen de oorlog in Vietnam, vooral toen
het aantal gesneuvelden steeds groter werd.
De VS trok zich in 1973 terug en al in 1975 vielen communistische strijders Saigon binnen en was heel
Vietnam communistisch geworden. Vietnam was een traumatische nederlaag voor de VS.
13.2 Een welvarend Westen
13.2.1 Het naoorlogse economische wonder
Nederland was net als andere Europese landen zwaargehavend uit de Tweede Wereldoorlog gekomen.
Daarentegen waren de Verenigde Staten niet alleen een militaire supermacht geworden maar ook een
economische supermacht. De VS zagen dat door de misère van de Europese landen het communisme een
goede voedingsbodem zou kunnen vinden.
Daarom kondigde in 1947 de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, George Marshall een
hulpprogramma aan, het Marshallplan. Van 1948 tot 1952 ontving West-Europa ruim 12 miljard dollar
van de VS. De Oostbloklanden was het door Stalin verboden ook Marshallhulp te ontvangen. Door de
Marshallhulp groeide de West-Europese economie tussen 1950 en 1970 zo sterk dat men het een
economisch wonder is gaan noemen.
De groei van de West-Europese economie ontstond vooral door:
1) Sterke industrialisatie.
2) Snelle productiviteitsstijging
3) Modernisering en schaalvergroting van de landbouw.
West-Europa werd in navolging van de VS een consumptiemaatschappij.
4) De groei ontstond ook doordat overheidsbestedingen hoog en de lonen laag werden gehouden, dat
werd geleide loonpolitiek genoemd, om de wederopbouw te bevorderen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fayefmorgan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.