Recht = een besturingssysteem voor menselijk handelen dat operationeel moet zijn zodra er
sprake is van een samenleving van twee of meer personen.
Normen en rechtsregels
Morele normen scheppen een kader van gedragingen vanuit het oogpunt van goed en
kwaad. Normen zijn meestal niet ingegeven door een hogere macht.
Moraal heeft twee kanten: je eigen moraal en de algemene aanvaarde moraal, de
zogenaamde positieve moraal.
Godsdienstige normen richten zich uitsluitend tot gelovigen. Normen zijn afkomstig van
goddelijke macht.
Fatsoensnormen een complex van normen die betrekking heeft op al datgene wat in de
uiterlijke omgangsvormen als passend wordt ervaren. Sluit aan bij de algemene aanvaarde
gedragsvoorschriften. Ze beperken zicht tot de buitenkant en brengen dus geen onderscheid
aan tussen goed en kwaad, het kijkt enkel naar wat als gebruikelijk geldt.
Rechtsregels zijn afkomstig uit het product van menselijk handelen. Het zijn de spelregels
van het maatschappelijk verkeer maar dan in al zijn onderdelen, met als primair doel het tot
stand brengen van een geordende samenleving.
Onderscheidingen binnen de rechtswetenschap
Objectieve recht = het recht als geheel dat een zekere ordening in de samenleving brengt.
Een samenstel van verschillende regels
Subjectief recht = gaat om bepaalde bevoegdheden. Is persoonlijk.
Deze twee rechten kunnen niet los van elkaar worden gezien.
Dwingend recht = de regels waarvan betrokkenen niet mogen afwijken en dis dus dwingend
bepaalde gedragingen vermelden.
Aanvullend recht = de wet schrijft een bepaalde procedure of regeling voor maar daar
mogen partijen van afwijken.
Privaatrecht (civiele recht) = rechtsverhouding tussen individuele burgers
Er zijn twee soorten relaties tussen burgers mogelijk
1. Een familierechtelijke relatie, alle rechtsverhoudingen binnen en buiten het gezin.
2. Een vermogensrechtelijke relatie, op geld waardeerbare rechten en plichten.
Binnen het vermogensrecht kunnen we nog twee gebieden onderscheiden:
1. Goederenrecht = de rechtsverhouding van een persoon tot een goed. Wat maakt
iemand eigenaar van een bepaalde zaak?
2. Verbintenissenrecht = dat deel van het vermogensrecht dat de rechtsverhouding
tussen twee of meer personen regelt.
Handelsrecht = het geheel aan rechtsregels betreffende de zaken van handle en verkeer.
Erfrecht = familierechtelijk als vermogensrechtelijk zijn hier aan de orde. Het geheel aan
rechtsregels die betrekking heeft op de overgang van het vermogen van een overleden
persoon.
,Publiekrecht = een rechtsverhouding waarbij de overheid partij is. De overheid moet echt als
overheid optreden.
1. Staatsrecht = de belangrijkste regels die betrekking hebben op ordening van het
gehele overheidsapparaat en zijn organen en de bevoegdheden van deze organen.
2. Bestuursrecht = ook wel administratief recht, het geheel aan rechtsregels dat
betrekking heeft op de bestuurstaak van de overheid.
3. Strafrecht = een aantal opgesomde gedragsregels die de samenleving vanuit
maatschappelijk oogpunt verwerpelijk en ongewenst acht.
Rechtsbronnen
Het gewoonterecht zegt dat er sprake moet zijn van een objectief of materieel element. De
algemene overtuiging moet bestaan dat men zich op een bepaalde manier dient te
gedragen. Het is een rechtsbron van onzekere aard.
De wet is de belangrijkste rechtsbron. Hieronder verstaan we elke algemene regeling die
door een bevoegd overheidsorgaan wordt uitgevaardigd.
1. Een wet in formele zin = zegt iets over het orgaan waarvan de regeling afkomstig is,
afkomstig van de regering of Stagen generaal.
2. Een wet in materiele zin = als een orgaan met wetgevende bevoegdheid een besluit
neemt dat voor alle burgers, bindende regels bevat. Het hoeft niet per se alle burgers
te binden, maar het duidt erop dat het van toepassing is voor een onbepaald aantal
gevallen met een onbepaald aantal personen.
Algemene rechtsbeginselen zijn juridische beginselen, verdragen behoren te worden
nageleefd, maar niet tot in de eeuwigheid, maar zolang de omstandigheden gelijk blijven.
Jurisprudentie = uitspraken van met rechtspraak belaste instantie kunnen een rechtsbron
vormen. Een rechter kan met zijn uitspraak een recht vormen. Goede trouw (art 6:258 BW),
redelijkheid en billijkheid worden als norm gesteld.
Verdragen zijn de belangrijkste internationale rechtsbron. Een verdrag is een internationale
overeenkomst die gesloten wordt tussen twee of meer staten.
Bilateraal = er zijn twee landen bij betrokken
Multilateraal = meer dan twee landen bij betrokken.
Supranationale organisatie = internationale organisaties zijn bevoegd een besluit te nemen
voor de gebonden lidstaten zonder dat deze daarmee hebben ingestemd.
, Hoofdstuk 2: de factor internationale overheid
Europese unie
Intergouvernementele organisaties stimuleren een zekere samenwerking tussen lidstaten
door het ontwikkelen van een gemeenschappelijk beleid en het opstellen van verdragen. Dit
gebeurt zonder het uitoefenen van een dwingende macht.
Supranationale organisaties dragen wel een zekere mate van soevereiniteit over. Dit
betekent dat lidstaten tegen hun wil in kunnen worden gebonden aan besluiten van
organisaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nghhendriks. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.