Dit is deel 1 van de kennistoets van module: werk, sport en hobby. In deel 1 zijn alle colleges van 1 t/m 7 uitgewerkt aan de hand van de literatuur, leervragen, voorbereidingsvragen, verwerkingsvragen en begrippenlijsten.
Veel succes met leren!
Blok B Werk, Sport, Hobby (GIBSP.WSH.DW18)
All documents for this subject (25)
1
review
By: bramvoetbal10 • 1 year ago
Seller
Follow
bodijkstra
Reviews received
Content preview
Kennistoets blok Werk, Sport en Hobby
Hoorcollege 2: pijn en verwerking..........................................................................................................1
Hoorcollege 3: bindweefsel....................................................................................................................8
Hoorcollege 4: Methodisch handelen...................................................................................................18
Hoorcollege 5: motorisch (her)leren....................................................................................................23
Hoorcollege 6: methodisch therapeutisch proces................................................................................27
Hoorcollege 7: Opbouw, fysiologie en herstel na schade van bot en spierweefsel..............................28
Toepassingsvragen...............................................................................................................................38
Hoorcollege 8: Toegepaste anatomie onderbeen/enkel/voet..............................................................40
Hoorcollege 9: Hygiëne en infectie.......................................................................................................49
Hoorcollege 10: Motorisch (her-)leren (vervolg)..................................................................................57
Hoorcollege 11: Functionele krachttraining..........................................................................................64
Hoorcollege 12: Anatomie van de schouder.........................................................................................67
Hoorcollege 13: Finding the balance....................................................................................................70
Hoorcollege 14: Mens als complex adaptief systeem...........................................................................74
Hoorcollege 15: Overbelasting vanuit biomedisch perspectief............................................................76
Hoorcollege 16: Actieve therapie, beargumenteerd keuzes maken tijdens behandeling.....................82
Hoorcollege 2: pijn en verwerking
Kan uitleggen dat de context, cognities, emoties en gedrag van een persoon de ervaring van pijn
kunnen beïnvloeden
Pijn = een onplezierige sensorische en emotionele ervaring, geassocieerd met actuele of potentiële
weefselschade, of beschreven in termen van dergelijke schade.
Pijn is niet alleen een sensorische ervaring maar met name een emotionele. Pijn wordt niet altijd
veroorzaakt door actuele schade. De beleving van pijn is voor ieder persoon anders, en voor dezelfde
persoon op elk moment anders.
Kan pijn onderverdelen in nociceptieve, neuropathische en nociplastische pijn, beschrijft wat de
kenmerken hier van zijn en globaal welke mechanismes hieraan ten grondslag liggen
Pijn is een multidimensionaal symptoom. Het is dus niet alleen een fysiek probleem maar er zijn ook
factoren die een rol spelen in de beleving van pijn. De aspecten van pijn: cognitief, emotioneel,
sociaal, levense, fysiek, lichaamsstructuur functie, comorbiditeit en genetisch.
Pijn bestaat uit acute pijn en chronische pijn. Chronische pijn bestaat als het langer dan 3 maanden
duurt. Acute pijn is weefselbeschadiging.
Er zijn 3 soorten pijn:
1. Nociceptieve pijn (weefselbeschadiging)
2. Neuropathische pijn (zenuwweefsel)
3. Nociplastische pijn (centrale sensitisatie)
Acute pijn
,Ontstaat wanneer er weefselschade is, die prikkel noemen we ook wel: noxische prikkel
Nociceptie bestaat uit primaire pijn en secundaire pijn.
Kent globaal de verschillende routes waarlangs nociceptieve signalen naar de hersenen kunnen
worden geleid en wat de verschillen zijn in verwerking in de hersenen van deze routes
De route van pijn
Je begint perifeer in het weefsel, wanneer er een weefselbeschadiging optreedt. Dit gaat als eerste
naar het ruggenmerg en stijgt dan op via de hersenstam en komt uiteindelijk in de hersenen uit.
Vanuit de hersenen komt er meteen een reactie terug naar het ruggenmerg.
Hersenen
Perifeer Hersenstam
Ruggenmerg
Kan de relatie tussen noxische prikkel, nociceptie pijnperceptie uitleggen
Noxische prikkels: dit zijn prikkels die kunnen leiden tot beschadiging van weefsel.
Nociceptie: dit zijn de processen waarbij de noxische prikkels omgezet worden in
zenuwimpulsen.
Perifeer niveau:
Primaire pijn
Is een noxische prikkel, schep en gelokaliseerde pijn. Geeft aan de hersenen plaats en ernst door via
de a-delta vezel.
Secundaire pijn
Wordt via de C-vezel naar het emotionele deel van de
hersenen gestuurd. Bij een secundaire pijn treedt er een
ontstekingsreactie, diffuus en werkt op emotie.
Pijnbeleving van secundaire pijn is anders dan de
pijnbeleving van acute pijn.
Kan uitleggen hoe perifere en centrale sensitisatie
ontstaan
Secundaire pijn
Bij weefselschade ontstaat er een ontstekingsreactie, er komen stoffen vrij die zorgen dat de C-vezel
geprikkeld wordt. Die C-vezel geeft dat door aan het ruggenmerg maar tegelijkertijd geeft hij de
prikkel ook weer terug aan het weefsel. Niet alleen waar de schade is ontstaan maar ook aan alle
andere uitlopers van de C-vezel. En daar komt een stofje vrij, dat noemen we substance P. Dit stofje
,stimuleert de ontstekingsreactie nog meer. Daarnaast worden de C-vezels weer gestimuleerd door
hetzelfde stofje (substance P) waardoor de eigen prikkeldrempel verlaagd wordt.
Gevolg: weefsel rondom de schade is veel gevoeliger.
Dit proces noemen we perifere sensitisatie.
Hyperalgesie:
Verhoogde gevoeligheid voor nociceptieve prikkels.
Voorbeeld: Als je je teen stoot doet dit pijn, stoot je hem nog een keer dan is de pijn erger
dan bij de 1e keer.
Allodynie:
Niet-nociceptieve prikkels worden pijnlijk
Voorbeeld: Als je heel voorzichtig gaat voelen of die teen misschien gebroken is.
Weefselschade
C-vezel
Substance P
Ontstekingsreactie prikkeldrempel
Perifere sensitisatie
Kan uitleggen wat primaire en secundaire nociceptieve pijn is, wat de kenmerken hiervan zijn en hoe
deze verschillend worden verwerkt in het zenuwstelsel
Kenmerken van primaire en secundaire pijn:
Primaire pijn
A-delta vezel
Reflex, directe gewaarwording (bijvoorbeeld iets is heet, trek je gelijk je hand terug)
Verdwijnt na opheffen noxische prikkel
Secundaire pijn
C-vezels en SP (substance P)
Perifere sensitisatie
Emotioneel, (doet ‘lijden’)
Blijft aanwezig zo lang ontstekingsreactie duurt
Kan de verwerking van nociceptieve signalen op ruggenmergniveau uitleggen (inclusief het begrip
centrale sensitisatie) en uitleggen hoe pijndemping plaatsvindt (poorttheorie)
Ruggenmerg niveau:
A-delta vezels en de C-vezels lopen allebei naar de achterkant van het ruggenmerg.
A-delta vezels:
Direct naar de hersenen (hersenschors)
Reflexboog
Schakelt maar 1 keer over
Kun je NIET dempen qua pijn
, C-vezels:
Schakelt vaak over
o Afgifte SP (substance P)
o Sensitisatie
Centrale sensitisatie
Demping prikkel poortheorie (perifeer)
Bij tegelijk binnenkomen van de C-vezel met de AB-vezel
(tast) in het ruggenmerg wordt de C-vezel geremd dus pijn
wordt ook geremd. Kan ontstaan door zelf over de plek te
wrijven, door elektrostimulatie (TENS) of door massage. Op
deze manier kun je de C-vezel prikkel remmen.
Hersenen en hersenstam niveau:
A-delta vezels geven het direct door aan het gedeelte van de hersenen die er ernst en plaats kan
bepalen, gewaarwording.
C-vezels schakelen vaker over en gaan naar het emotionele systeem van de hersenen, doordat er
meerdere schakels zijn is remming lastiger.
Vanuit de hersenen komt er direct een reactie terug om het signaal te dempen. Context bepaalt
hoeveel demping er komt vanuit de hersenen. Descenderende pijndemping omdat het afdalend is.
Door de banen die DNIC heten (DNIC = diffuse noxische inhiberende controle).
Endorfine (= opioïden)
Lichaamseigen pijn dempende stoffen (komt vrij in de hersenen). Stimuleren de remming van
pijnsignalen in stijgende en dalende banen van de DNIC.
DNIC laat in het ruggenmerg enkefaline (=neurotransmitters) vrij. Stof enkefaline remt nociceptieve
prikkels in het ruggenmerg.
Poorttheorie
Voordelen van endorfine t.o.v. morfine:
Endorfine werkt selectief (gaat alleen naar de plek van de pijn), morfine komt in het hele
lichaam
Geen bijwerkingen, morfine heeft bijwerkingen
Geen tolerantie, morfine heeft tolerantie waardoor je steeds meer nodig hebt voor hetzelfde
effect.
Bij actief bewegen komen er ook endorfine vrij.
Kan globaal beschrijven wat bedoeld wordt met de pijnneuromatrix
De hersenen verwerken pijn in het gewaarwording gedeelte, het emotionele gedeelte en het
cognitieve gedeelte.
Kan de relatie tussen pijngewaarwording en pijnperceptie uitleggen
Pijnperceptie = bij denken aan veel pijn, voel je ook pijn.
Pijngewaarwording = A-delta vezels geven het direct door aan het gedeelte van de hersenen die er
ernst en plaats kan bepalen, gewaarwording.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bodijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.36. You're not tied to anything after your purchase.