In dit document is een samenvatting van de hoorcolleges in de premaster (forensische) orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam gegeven (). Kernonderwerpen worden hierin naar voren gebracht.
Tentamen: 25 gesloten vragen
- 30 juni 09:00 (WFC)
- Hertentamen 19 juli 09:00 (IWO)
Gedragstherapie
Mensbeeld → theorie → therapie
Theorie :
Centrale vraag: waarom vertoont iemand nou eigenlijk bepaald gedrag?
▪ John B. Watson
Klassieke conditionering (associatie): US → UR/CR → Sd → R (voor het gedrag)
R=response=gedrag,
Sd=discriminatieve stimulus=aanleiding,
CR=conditioned response = aangeleerde reactie,
UR=unconditioned response=oorspronkelijke
reactie,
US=unconditioned stimulus=oorspronkelijke prikkel
Voorbeeld: Baby vindt dieren niet eng, daarna in combinatie met een hard geluid
waar de baby al wel bang voor is, hierdoor wordt de baby ook bang voor de
duren.
Generalisatie → baby werd ook bang voor witte konijnen en niet alleen
voor witte ratten
Discriminatie → voor sommige dingen wel bang, voor anderen niet.
Bijvoorbeeld niet bang voor speelgoedautotootjes maar wel voor harige
speeltjes.
1
, Voorbeeld: Mickey zegt elke ochtend dat hij buikpijn heeft en dus niet naar school
kan. Hoe is dit geassocieerd? → op een schooldag
ervaart hij angst, waardoor hij buikpijn krijgt, wat
ontstaan is door gepest worden.
Generalisatie → bij BSO hetzelfde probleem
krijgen
Discriminatie → niet bij het buitenspelen want daar zijn andere kinderen.
▪ B.F. Skinner
Operante conditionering (beloning) (na het gedrag)
o Positieve beloning → er komt iets plezierigs bij
(vb. voer voor de rat, waardoor gedrag meer wordt) – (vb. Mickey: meer
tijd thuis met zijn moeder wat hij fijn vindt)
o Negatieve beloning → wordt iets vervelends weggehaald (vb. alarm
wordt zachter, gaat rat weer vaker drukken) – (vb. Mickey: hij hoeft niet
naar school want hij vindt dat vervelend)
o Positieve straf → er wordt iets vervelends toegevoegd, waardoor het
gedrag minder wordt (vb. Mickey: moeder neemt hem mee naar de dokter
terwijl hij dat niet leuk vindt)
o Negatieve straf → er verdwijnt iets wat je eigenlijk wel wilde hebben (vb.
staat bakje voer voor hem en als hij op het knopje drukt verdwijnt het
bakje met voer) (vb. Mickey: hij mag ook niet buitenspelen ’s middags
want hij was de hele dag ziek)
Twee-factoren theorie (Mowrer) → verklaart
vermijdingsgedrag. Klassieke en operante
conditionering komen samen.
▪ Alber Bandura
Model-leren
Bobo slaan: je ziet iemand bobo slaan, ziet dat die plezier heeft en gaat dat na
doen.
Voorbeeld Mickey: hoe komt hij aan de strategie dat zeggen dat hij buikpijn heeft
helpt om niet naar school te hoeven → vader en moeder aan de keukentafel dat
ze geen zin hebben aan werk, en zich ziek gaan melden zodat ze niet hoeven.
2
, Als we echt op deze manier gevormd worden, zou betekenen dat je omgeving maakt wie
jij bent als mens. Dan maakt je genen pakket ook niet uit, wat best een sterke stelling is.
Watson → extreme kant behaviorisme → je kunt alles worden wat je wilt als je als baby
in de goede omgeving zit.
Mensbeeld behaviorist
Nurture – mens is gedetermineerd (je wordt in een omgeving geboren, je wordt
beïnvloedt door wat je tegenkomt, je maakt niet zelf de keuze wat je tegenkomt, je lot
wordt bepaald door je omgeving en niet door eigen keus) – mens is maakbaar
Maakbaarheid is een ethisch debat → probleem met operante conditionering: je
manipuleert mensen buiten hun bewustzijn om om hun gedrag te veranderen. Het is een
hele sturende techniek, ondanks dat het ook heel effectief is. Wat is de intentie waarmee
je het toepast?
Bedenk een interventie bij elke leertheorie voor Mickey:
- Klassieke conditionering: schoolcontext veranderen is de ideale situatie →
exposure
- Operante conditionering: gewenst gedrag belonen (heel veel knuffels van mama
als hij thuiskomt van school) → gewenst gedrag belonen, huidige ‘beloningen’
weg
- Model-leren: ander voorbeeldmodel aanbieden (ouders geven aan geen zin in
werk te hebben maar wel te gaan) → gewenst gedrag voordoen
Gedragstherapeutische elementen in bestaande interventies
◼ Anti-pestprogramma’s
◼ Coaching van leerkrachten
◼ Opvoedinterventies (incredible years)
◼ Mediatietherapie (technieken in opvoeden leren)
YourSkills:
Lastige situaties identificeren → nieuwe skill: pauze nemen → nieuwe skill voordoen →
kind laten herhalen → beloning → oefenen in VR → beloning → oefenen in VR →
beloning
Behandeltechnieken?
- Oefenen in VR = exposure
- Belonen van gewenst gedrag = operant conditioneren
- Lastige situaties = exposure aan boosheid opwekkende situaties
- Nieuwe skill voordoen = model-leren
- Oefenen in VR = associatie leggen: therapie – plezier
Voordelen gedragstherapie Nadelen gedragstherapie
Heel inzichtelijk Negeert gedachten
Biedt concrete handvatten Negeert subjectieve beleving
Laagdrempelig voor cliënten Symptoombestrijding?
Effectief voor veel klachten
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amyvandenassem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.84. You're not tied to anything after your purchase.