Zelfredzaamheid staat centraal in het sociaal domein: de cliënt, vrienden en familie, professionele
hulpverlening en de gemeente – in die volgorde – zijn de belangrijkste spelers bij het bevorderen van
de zelfredzaamheid. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid gekregen om met minder financiële
middelen de kwaliteit van zorg- en dienstverlening aan langdurige zieken, werkzoekenden en
jongeren te handhaven. Doelgroepen worden minder geclassificeerd in termen van beperkingen en
aandoeningen, maar vooral in termen van wat zij wel kunnen.
Met de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) kan je de zelfredzaamheid van burgers in kaart brengen. De
inschatting of een cliënt een enkel- of meervoudige hulpbehoefte heeft is niet eenvoudig. Daarbij kan
de ZRM een rol spelen om willekeur te voorkomen en eraan bij te dragen dat gelijke gevallen gelijke
behandeling krijgen. Door het toepassen van de ZRM en het formuleren van behandelarrangementen
en doelen van behandeling in termen van zelfredzaamheid, de hulpverlening aan de cliënt aanzienlijk
integraler, klantgericht en goedkoper wordt. Met de ZRM kunnen vanuit verschillende invalshoeken
naar de cliënt kijken. De ZRM is ontwikkeld om het functioneren van mensen op alle belangrijke
domeinen van het leven in kaart te brengen en drukt dit uit in een score over de mate van
zelfredzaamheid van de persoon op dat moment.
Wat is zelfredzaamheid?
Je bent zelfredzaam wanneer je een acceptabel niveau van functioneren heb gerealiseerd op de
bieden waarmee jij in het dagelijks leven mee te maken krijgt.
Zelfredzaamheid is niet ‘’alleenredzaamheid’’ gebruik maken van vaardigheden, expertise,
middelen en mogelijkheden van anderen (vrienden, familie, hulpverleners).
Zelfredzaamheid is wel vragen om de hulp van anderen op tijd
Zelfredzaamheid definiëren we in het algemeen dan als:
‘’Het zelf realiseren van een acceptabel niveau van functioneren op de belangrijke domeinen
van het dagelijks leven. Indien nodig door de juiste hulp te organiseren op het moment dat
een daling van je functioneringsniveau dreigt of plaatsvindt die je zelf niet kan voorkomen of
verhelpen’’
Wat levert het meten van zelfredzaamheid op?
De ZRM is een screeningsinstrument waarmee je integraal kunt kijken naar een cliënt, doordat alle
belangrijke domeinen van het functioneren aan bod komen. Of je integraal wilt kijken en of je
integraal mag kijken hangt af van de situatie waarin de ZRM wordt toegepast. De ZRM is een maat
voor het functioneren van een persoon. Hierdoor kan deze ook worden ingezet om de ontwikkeling
van een persoon die een interventie ontvangt te volgen. De ZRM biedt de mogelijkheid om
individuele doelen te stellen. Uit de score op de ZRM is niet af te leiden wat de oorzaken van het
waargenomen functioneren zijn en deze geeft dus geen richting aan een behandeling om deze
oorzaken weg te nemen. De ZRM scores bieden niet alleen inzicht in de ontwikkeling van een
individuele cliënt, maar worden ook gebruikt om inzicht te krijgen in groepen.
,Wat meet ik met de Zelfredzaamheid-Matrix?
Met de ZRM meet je hoe zelfredzaam iemand op één moment is. Alle gegevens over het
functioneren van een persoon druk op de ZRM uit in een oordeel over de mate van zelfredzaamheid
van die persoon op dat moment. Hoe zelfredzaam iemand is in termen van een score op de ZRM is
een resultaat, het gevolg van allerlei factoren en processen die hebben geleid tot de mate van
zelfredzaamheid op dit moment. Je kijkt alleen naar de uitkomst en laat de oorzaken zoveel mogelijk
buiten beschouwing. Redenen:
1. Oorzaken zijn niet altijd zichtbaar en moeilijk in kaart te brengen (persoonlijkheid, cultuur,
motivatie)
2. Manier waarop deze factoren elkaar en de uitkomst (zelfredzaamheid) beïnvloeden heel
ingewikkeld. Je beoordeelt de zelfredzaamheid dus zonder uitspraken te doen over de
manier waarop dit zo is gekomen.
De mate van zelfredzaamheid is een momentopname. Met de ZRM beoordeel je hoe zelfredzaam
iemand nu is. De beoordeling van de ZRM moet je niet baseren op de toekomst. Je ziet het
functioneren op dit moment en je verwacht dat dit functioneren waarschijnlijk zal leiden tot een
ander niveau van functioneren, maar dit weet je niet zeker. In je beoordeling van de mate van
zelfredzaamheid op dit moment ga je dus alleen uit van wat je ziet. Alleen wat nu gebeurt telt.
Deze zijn gekozen, omdat ze relevant zijn in heel Nederland en omdat ze relevant zijn voor iedere
volwassene. Alle domeinen van de ZRM kun je dus beoordelen voor ieder volwassen persoon in heel
Nederland.
Welke niveaus van zelfredzaamheid heeft de ZRM?
De ZRM is ingedeeld in vijf niveaus van zelfredzaamheid waarbij het laagste niveau (1) op de schaal
minimale zelfredzaamheid is en het hoogste niveau (5) de maximale zelfredzaamheid.
1. Acuut probleem
2. Niet zelfredzaam
3. Beperkt zelfredzaam
4. Voldoende zelfredzaam
5. Volledig zelfredzaam
,Wat zijn de indicatoren in een cel van de ZRM?
Voor ieder niveau op ieder domein van de ZRM zijn indicatoren opgesteld die het specifieke niveau
van zelfredzaamheid op het specifieke domein van zelfredzaamheid vormen. De indicatoren gaan
over belangrijke kenmerken van het domein. Ze geven het niveau van zelfredzaamheid op dit
kenmerk van het domein weer. In iedere cel van de ZRM zijn één tot drie indicatoren opgenomen die
(gezamenlijk) dat niveau van functioneren op dat domein karakteriseren.
De indicatoren bieden je handvatten voor de beoordeling en richtlijnen voor het verzamelen van
informatie. Aan de hand van de indicatoren kun je een betrouwbaar oordeel over de mate van
zelfredzaamheid geven. Je vergelijkt steeds de situatie van de persoon met betrekking tot het
kenmerk waar de indicator over gaat met de indicator in de cel van de ZRM. Vervolgens vergelijk je
de situatie van de persoon met betrekking tot het volgende kenmerk van dat domein met de
volgende indicator in dezelfde cel van de ZRM. De cel van de ZRM met indicatoren die de situatie van
persoon op het domein gezamenlijk het best beschrijven is de mate van zelfredzaamheid van de
persoon op dat domein.
De indicatoren van de verschillende kenmerken van een domein onderscheiden we van elkaar met
bolletjes. Het zijn indicatoren wat betekent dat niet iedere persoon altijd precies voldoet aan alle
indicatoren voor het niveau van zelfredzaamheid op het domein. Je kunt de indicatoren zien als
criteria waaraan de populatie die op dat niveau van zelfredzaamheid functioneert in het algemeen
voldoet.
Hoofdstuk 1 – Psychiatrie en maatschappij
1.1 Gek of ziek?
Vanaf het begin van de vorige eeuw werden psychische stoornissen in toenemende mate
psychologisch verklaard en behandeld. De psychotherapie zou echter vooral van toepassing zijn op
de ‘’lichtere’’ stoornissen, neurosen. De ‘’zware’’ psychiatrische patiënten waren vaak aangewezen
op een levenslang verblijf in de kliniek. De ontdekking van enkele belangrijke medicijnen tegen
depressie, angst en psychose zorgde in de jaren zeventig voor een belangrijke omwenteling. Daarop
volgde een periode van felle kritiek vanuit de antipsychiatrie, een beweging die zich afzette tegen de
medische psychiatrie. De drie grote stromingen:
1. Biologische
2. Psychotherapeutische
3. Sociale
De omschrijving van psychische stoornissen hangt nauw samen met de betekenis van de begrippen
abnormaliteit en ziekte. Het begrip abnormaliteit slaat dan op elke afwijking ten opzichte van een
norm. De beoordeling of bepaald gedrag ‘’normaal’’ is, hangt echter af van uiteenlopende criteria:
- Kenmerken van de beoordeelde persoon
o Bijvoorbeeld: leeftijd, geslacht, beroep, maatschappelijke positie en sociale rol
- Tijd en plaats van het gedrag
o Bijvoorbeeld: wanneer je verkleed op straat gaat word je als ‘’gek’’ verklaard tenzij
het carnaval is
- Waarden en normen van de heersende cultuur en tijdgeest
o Bijvoorbeeld: is homoseksualiteit een afwijking?
, Abnormaal gedrag is dus niet automatisch een stoornis. En niet elke stoornis heeft betrekking op een
psychische stoornis. Om te spreken van een psychische stoornis is een zienswijze op grond van
wetenschappelijke kennis noodzakelijk. Het gestoorde gedrag moet een aantal kenmerken vertonen:
- De stoornis moet ook bij andere personen als ‘’storend’’ zijn vastgesteld en,
- Vanwege deze gelijkenis (op grond van een overeenkomstig patroon) beschreven en
geordend kunnen worden binnen het begrippenkader van de psychiatrie.
Het criterium van wetenschappelijke consensus houdt in dat andere deskundigen tot dezelfde
conclusie moeten komen.
1.2 Wetenschap en praktijk
Psychopathologie is de wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden. De psychiatrie is
een toegepaste wetenschap.
Psychisch model:
a. Diagnose: beschrijving van karakteristieke eigenschappen, ongeacht de mogelijke
verklaringen van de stoornis
b. Verklaring: verkenning van factoren die de stoornis hebben veroorzaakt, uitgelokt,
bevorderd of in stand gehouden
c. Prognose: een op onderzoek gebaseerde voorspelling van het mogelijke verloop van de
stoornis, enerzijds zonder therapeutische ingrijpen (natuurlijk verloop) en anderzijds onder
invloed van een behandeling
d. Therapie: ontwerp en uitvoering van bepaalde interventies op grond van a, b en c, met het
doel de stoornis te doen verdwijnen of minstens te verbeteren
e. Preventie: ontwerp en uitvoering van een actieplan op grond van a, b, c en d, om stoornissen
te voorkomen (primaire preventie), zo snel en effectief mogelijk te behandelen ter
voorkoming van resttoestanden (secundaire preventie), of om nadelige gevolgen te beperken
(tertiaire preventie of revalidatie).
Bij de bespreking van de psychische stoornissen wordt grotendeels uitgegaan van dit medisch model.
1.3 Werkterreinen
Het geheel van de hulpverlening wordt geestelijke gezondheidszorg (ggz) genoemd. Door talrijke
tussenstappen vindt selectie plaats: van aanmelding bij de huisarts tot verwijzing naar specialistische
zorgverlening. De ggz-voorzieningen kunnen in de volgende drie groepen worden onderscheiden:
1. Ambulante of extramurale zorg
2. Intramurale of klinische zorg
3. Tussenvoorzieningen of vormen van semimurale zorg
De ambulante of extramurale zorg richt zich op cliënten in hun eigen woonomgeving. Dit is de
belangrijkste vorm van zorg. Ambulante zorg wordt verleend door vrijgevestigde zorgverleners die
een praktijk aan huis voeren, maar een groter aantal cliënten komt terecht in een voorziening voor
ambulante zorg. Multidisciplinaire teams zorgen er voor preventie, begeleiding, behandeling,
crisisdiensten en crisisopvang. Het sterven is minder klinisch en meer ambulant te behandelen. Deze
reductie van ambulantisering wordt dan gekoppeld aan herstelgerichte zorg, waar wordt gewerkt
aan zelfmanagement, eigen verantwoordelijkheid en maatschappelijke participatie van cliënten.
Mensen met een psychische stoornis herstellen bij voorkeur in hun eigen omgeving en nemen zo
veel mogelijk deel aan het maatschappelijk leven. De opgave is om rondom hen een netwerk op te
bouwen waarin zorgverleners uit de ggz optimaal samenwerken met huisarts en mantelzorgers.
Daarmee verschuift de zorg steeds meer naar de natuurlijke leefomgeving van cliënten: thuis, in de
buurt, in de stad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angelinesegers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.