De student kan het internationaal ondernemen in Nederland plaatsen in een internationale context
en kent de organisaties in de wereld die de wereldhandel bevorderen. H1
Nederland behoort al jaren in de top 10 van landen met de meeste export van goederen en diensten.
World Trade Organization (WTO) en de verregaande economische integratie hebben een rol
gespeeld bij de explosief stijgende Nederlandse handel.
De EU (incl. verenigd koninkrijk) vormen de belangrijkste afzetmarkt voor de Nederlandse
goederen en diensten.
De EU is voor Nederland belangrijker als afzetmarkt dan als leverancier.
Zo haalt Nederland veel goederen uit Azië (China) en de verenigde staten en voert ze dan
weer uit naar andere landen in de EU.
Nederland heeft een actief handelsbalans dat houdt in dat Nederland meer export dan import.
Passief handelsbalans is dat een land meer importeert dan exporteert.
Nederland heeft een belastingverdrag gesloten met veel andere landen ter voorkoming van dubbele
belastingheffing.
De student heeft kennis van de politieke en economische omgeving van internationaal ondernemen.
H2
Ondernemen in een politieke en economische omgeving betekent dat de ondernemer
rekening moet houden met de handelspolitiek van in de wereld.
o Handelspolitiek: maatregelen die de overheid kan nemen om daarmee het proces
van internationale specialisaties te beïnvloeden.
Vrije handel: vrij verkeer van goederen en diensten:
o concurrentie tussen geïmporteerde en lokale producten doen de prijzen dalen en
de kwaliteit toenemen.
Vrije handel wordt beperkt op twee manieren;
o Economische samenwerkingen tussen een aantal landen; en
o Protectionisme (Deze vorm van economisch beleid schermt de eigen markt af voor
buitenlandse concurrenten)
Economische samenwerking
het doel van economische samenwerkingen is vrij handelsverkeer. Diverse vormen van
economische samenwerking;
o vrijhandelszone
o douane unie (is een samenwerking op het gebied van douanetarieven)
o gemeenschappelijke markt (Economische samenwerkingsvorm tussen landen
waarbij niet alleen afspraken worden gemaakt over in- en uitvoerrechten (zoals bij
, een douane-unie), maar ook wordt getracht alle overheidsregels van de lidstaten te
harmoniseren die de handel beïnvloeden)
o economische en monetaire unie (Meer samenwerken op economisch en financieel
gebied met dezelfde regels)
Protectionisme: maatregelen die de overheid van een land neemt om de eigen economie te
beschermen tegen de internationale concurrentie.
anti-protectionisme: WTO (world trade organization)
tarifaire maatregelen( zijn alle maatregelen, die op basis van een tarievenstructuur eigen
producten beschermt tegen concurrentie van buitenlandse producten. Tot de tarifaire
maatregelen behoren invoerrechten, import- en exportsubsidies) :
- invoerrechten
- omzetbelasting
- accijnzen
- subsidies en regelingen
- contigenten (vergunningen)
Non-tarifaire maatregelen (Niet-tarifaire belemmeringen hebben betrekking op het verkeer
van goederen en diensten. Het gaat om andere maatregelen dan douanerechten die een land
oplegt om de invoer van bepaalde producten en diensten naar het bewuste land te
ontmoedigen of te beperken) ;
- douaneformaliteiten
- technische voorschriften
- administratieve procedures
- verscherpte kwaliteitseisen
- exportbeperkingen
De student is zich bewust van de cultuurverschillen en de effecten op internationaal zakendoen en
hoe eventuele missers te voorkomen. H3
Cultuur bestaat uit verschillende lagen
- symbolen
- helden
- rituelen
- waarden
3 elementen van cultuur die belangrijk zijn voor internationaal ondernemen zijn;
- taal (verbaal en non-verbaal)
- religie
- individueel gedrag
De zes dimensies van hofstede door dit model kan je als graadmeter gebruiken voor de
cultuurverschillen.
1. Machtafstand ( waarin de minder machtige leden van instituties of organisaties in een land
verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is)
2. Collectivisme/individualisme (is het een wij-oriëntatie belangrijker dan de ik-oriëntatie)
3. Masculiniteit/femininiteit (hoeveel waarde er word gehecht aan traditioneel mannelijk en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NoëlleDelfgou. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.