begrippen:
fascisme: Politieke stroming die tegen de parlementaire democratie is
parlementaire democratie: Regeringsvorm waarbij de gehele bevolking in staat is via gekozen
vertegenwoordigers het beleid van de regering te bepalen
Führer: De benaming van de fascistische leider (Hitler) in Duitsland
totalitair: Het hele leven van ieder mens willen regelen en controleren
nationaal-socialisme: De fascistische stroming in Duitsland
rassenleer: Opvattingen over ongelijkheid van etnische groepen in de wereld
Leefruimte: Recht dat de Duitse nationaal-socialisten meenden te hebben op het veroveren van nieuw
grondgebied in Oost-Europa voor het Duitse volk
rijkskanselier: Tot aan de BRD de aanduiding voor de minister-president in Duitsland
Rijksdag: (Gebouw van) het parlement tijdens het keizerrijk en de Republiek van Weimar
Republiek van Weimar: Aanduiding van de Duitse staat in de periode 1919-1933, waarin Duitsland een
parlementaire democratie was
NSDAP: (Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij) Fascistische partij in Duitsland onder leiding van Hitler
nazi’s: De aanhangers van het Duitse nationaal-socialisme
SA: Partijleger van de NSDAP in Duitsland
SS: Een partijleger van de NSDAP dat onder andere de leiding had over de concentratiekampen
Derde Rijk: Benaming voor de periode waarin Duitsland een dictatuur was van de nationaal-socialisten
(1933-1945)
Gelijkschakeling: Het opbouwen van een ‘volksgemeenschap’ in Duitsland onder leiding van de Führer door de
mensen bijeen te brengen in nationaal-socialistische organisaties en door het beheersen van het onderwijs en de
media
Duitse Arbeidsfront: Nationaal-socialistische organisatie van de nazi’s waarin werkgevers en werknemers tot
samenwerking werden verplicht
Kraft durch Freude: Nationaal-socialistische organisatie die in het Derde Rijk voor ontspanning zorgde voor alle
Duitsers
Hitlerjeugd: Nationaal-socialistische jeugdorganisatie in Duitsland, waarvan alle jongeren verplicht lid waren
Bund deutscher Mädel: Meisjesafdeling van de Hitlerjeugd
Rijksarbeidsdienst: Regeling in het Derde Rijk waarin stond dat alle 18-jarigen in Duitsland een jaar
‘arbeidsdienst’ moesten vervullen
Rijkscultuurkamer: Organisatie in het Derde Rijk waarvan ieder die werkzaam was bij de media of kunst lid
moest zijn
Waffen-SS: Eigen leger van de SS, dat tijdens WO2 vooral werd ingezet op belangrijke plaatsen aan het front
Neurenberger Wetten: Wetten in het Derde Rijk uit 1935, waarin de Joden het staatsburgerschap ontnomen werd
en huwelijken tussen Joden en niet-Joden verboden werden
Einsatzgruppen: Speciale eenheden van de SS die in de veroverde Russische gebieden tot taak hadden Joden dood
te schieten
vernietigingskamp: Door de Duitsers in WO2 opgerichte concentratiekampen met het doel zoveel mogelijk Joden
en zigeuners te vermoorden, bijvoorbeeld Auschwitz en Sobibor
Auschwitz: Vernietigingskamp in Polen
Sobibor: Vernietigingskamp in Polen
Dachau: Concentratiekamp in Duitsland
Buchenwald: Concentratiekamp in Duitsland
Mauthausen: Een concentratiekamp van de Duitsers in WO2
concentratiekamp: Gevangenkampen meestal bestaand uit houten barakken waarin grote aantallen gevangenen
werden opgesloten
, Ontstaan van het fascisme
Na de WO1 ontstond er in Europa een nieuwe stroming: het fascisme (ze wilden de parlementaire
democratie afschaffen). De 1e fascistische leider was de Italiaan Benito Mussolini. In de parlementaire
democratie werd volgens hem veel gepraat met weinig resultaat. De knokploegen van Mussolini in 1919
heette ‘fasci di combattimento’ (= strijdploegen). In 1922 werd Mussolini tot minister-president
benoemd. NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) in Nederland. NSDAP in Duitsland.
Kenmerken van het fascisme
● Het fascisme legt de nadruk vooral op waar men tegen is
● Het fascisme in nationalistisch
● Het fascisme gaat uit van de ongelijkheid van de mensen
● Het fascisme kent het leidersbeginsel
● Het fascisme is totalitair
● Het fascisme gaat meer uit van het gevoel dan van het verstand
● Het fascisme verheerlijkt vooral de daad van geweld
● Het fascisme geeft aan de vrouw een ondergeschikte plaats
Aparte kenmerken van het Duitse fascisme
● Het Duitse volk moet ‘raszuiver’ gehouden worden
⤷ 1. Blanken (Arische ras)
2. Slavische volken in Oost-EU & gekleurden
3. Joden en zigeuners
● Leefruimte voor het Duitse volk
⤷Nazi’s erkenden de bestaande grenzen niet (gebied veroveren in Oost-EU)
Democratie moet plaats maken voor fascisme
Duitse keizerrijk valt, democratie in de Republiek van Weimar
De Duitse socialisten wilden dat het keizerrijk verdween, maar ze wilden geen communistische
revolutie. Met steun vd rijkskanselier namen de socialisten de regering over en riepen de republiek uit.
De Duitse keizer vluchtte naar het neutrale Nederland. Duitsland sloot een wapenstilstand → einde
WO1.
In het parlement waren 6 grote partijen vertegenwoordigd: communisten, socialisten, vooruitstrevende
liberalen, behoudende liberalen, katholieken & conservatieven. Niemand had de meerderheid →
Duitsland werd geregeerd door coalitieregeringen.
Tijdens de economische crisis wordt de NSDAP de grootste partij
De NSDAP werd opgericht in 1919 (de aanhangers worden nazi’s genoemd). De eerste 10 jaar bleef de
NSDAP een kleine partij, maar door de economische crisis (1929 begon in VS en daarna naar EU). De
economie was opgebouwd uit geleend geld uit de VS, maar door de crisis kon Duitsland geen verdere
leningen meer betalen & moest het geleende geld aan de VS worden terugbetaald → bedrijven gingen
failliet, productie inperken & arbeiders ontslaan → aantal werklozen groeiden (van 2 miljoen tot 6
miljoen). In 1932 werd de NSDAP met 37% de grootste partij, later in het jaar liep het aantal terug naar
33%, maar de NSDAP bleef wél de grootste partij!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LMJvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.