DEEL I
mycelium: hoop van draadvormige structuren
hyfen: draadvormige structuren zonder tussenwanden en meerdere kernen
plasmogamie: het plasma van de cellen gaat samenkomen, maar de kernen nog niet
karyogamie: versmelten van de kernen
sporofyt: structuur die de sporen draagt
microfyllen: bladeren met één enkele nerf waarvan het merendeel chlorofyl bevat
macrofyllen: bladeren met meer dan één nerf, redelijk groot en onderverdeeld
carpel: een opgedraaid en versmolten blad dat zaden aan de binnenkant bevat
DEEL II
apoplast: het continu zijn van alle celwanden
symplast: het continu zijn van de cytoplasmas
plasmodesmata: kanaaltjes om cytoplasma te verbinden
celexpansie: het groter worden van de cel
cel elongatie: celexpansie in de lengterichting; verlenging
meristeem: een groep embryonale cellen (zoals de menselijke stamcellen) die niets anders doet dan
delen; bevinden zich aan de groeipunten van de wortel, de zijwortel, de scheut en de zijtakken.
proximaal: dichtbij of gericht naar het aanhechtingspunt van een orgaan
distaal: ver weg of gericht weg van het aanhechtingspunt van een orgaan
basaal: aan de basis van een orgaan
apicaal: aan de top (apex) van een orgaan
basipetaal: van de top van een orgaan naar de basis toe
acropetaal: van de basis van een orgaan naar de top toe
centripetaal: naar het centrum toe
centrifugaal: van het centrum weg
lateraal: aan de zijkant van een orgaan
adaxiaal: (vooral bij blad) naar de stengel-as gericht; de bovenzijde
abaxiaal: (vooral bij blad) van de stengel-as weg gericht; de onderzijde
radiaal: (bij stengel en wortel) straalsgewijs op een dwarse doorsnede
tangentiaal: (bij stengel en wortel) loodrecht op de straal van de dwarsdoorsnede
longitudinaal: (bij stengel en wortel) volgens de lengte-as
anticlinaal: (van een celwand) ligging loodrecht op het oppervlak van het orgaan
periclinaal: (van een celwand) ligging evenwijdig met het oppervlak van het orgaan
fragmoplast: het celcompartiment dat de nieuwe dwarswand of celplaat vormt
XTH: Xyloglucaan endotransglucosylase/hydrolase
HRGP’s: hydroxyproline-rijke glycoproteïnen
rozetplant: plant waarbij de bladeren heel kort op elkaar zijn ingeplant doordat de internodia niet
goed uitrekken
bladvenster: zone zonder vasculair weefsel
plastochron: hoe lang het duurt voordat op een verschillende knop jonge blaadjes komen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieselotvandenbroucke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.