In deze samenvatting is de informatie te vinden voor het tentamen 'aardrijkskunde' op de pabo. Het is zowel een vakinhoudelijke samenvatting als een samenvatting van de didactiek.
Wat is Aardrijkskunde onderwijs?
● Gaat over de wereld om ons heen, geeft inzicht in hoe de wereld in elkaar zit.
● Helpt kennis/inzicht te krijgen in landschap, gebieden, ruimtelijke vormgeving.
● Gaat over hoe de wereld nu is, en hoe deze zou kunnen worden.
Geografisch besef
● Een geografisch wereldbeeld
○ Wereldbol wordt gevormd door eigen ervaringen van leerlingen en het onderwijs
op school. Lln leren patronen herkennen (landschap, klimaat) en schaalniveau's
te onderscheiden (bvb lokaal, nationaal).
● Kennis en inzicht in ruimtelijke vraagstukken
○ Inzicht in ruimtelijke vraagstukken als klimaatverandering, duurzaamheid/
migratie + de mogelijkheden, beperkingen/gevaren van natuur voor de mens.
○ Samenhang tussen natuur en mens op één plek.
● Geografische benadering
○ Geografische vragen die je stelt; waar, waarom daar, waar nog meer?
○ Altijd over plek, plaats, gebied, land, stad, wijk.
○ Leren om uit verschillende perspectieven te denken (economisch, politiek etc).
Doel AK les: ontwikkelen van 'krachtige' kennis (powerful knowledge), om weloverwogen
keuzes te maken.
AK op de basisschool:
● Onderbouw: kinderen krijgen spelenderwijs een 'wereldbeeld' van omgeving.
● Middenbouw: lln willen verhaal achter feiten en ervaringen leren kennen.
● Bovenbouw: lln kunnen informatie beter ordenen en hun eigen mening vormen.
Nodig voor AK les: beschikken over vakkennis & vakvaardigheden & geografisch besef. Deze
zijn nodig om kinderen dingen te leren en om aanwezige kennis aan te vullen/ bij te stellen.
Hoofdstuk 2
Voor je een les geeft: zicht op beginsituatie, lesdoelen en kerndoelen kennen.
● Lesdoel: zoveel mogelijk beschrijvend en verklarend (evt waarderend).
● Motiverende start: een ervaring of alledaags voorbeeld (filmpje, verhaal, vraag).
● Waar is dat?: beschrijf wat je ziet, evt mbv kaart of atlas → lokaliseren.
● Waarom daar?: geen twee plaatsen zijn hetzelfde, verklaren adhv relatie mens/natuur.
● Wat zie je als je uitzoomt?: wisselen van schaalniveau.
○ Schaalniveaus: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal, mondiaal.
, ● Hoe verandert dat?: hoe was het vroeger en hoe zal de toekomst zijn?
● Wat zijn de gevolgen/voor en nadelen?: uit een ander perspectief kijken.
● Afsluiting: waarom is het nuttig om dit te weten? Kun je het generaliseren naar een
andere context? Wat hebben jullie geleerd?
Reflectie als leerkracht: waarom deze aanpak? Hoe blijven lln betrokken? Welke theoretische
inzichten zijn er? Is de les aanpasbaar op niveaus in de klas?
Perspectieven:
● Economisch → waar verdienen mensen hun geld mee, verdeling welvaart.
● Politiek → wie heeft de macht, hoe is de macht verdeeld, wat zijn de regels.
● Cultureel → tradities, taal, gebruiken, omgangsvormen, dagelijks leven.
● Natuurlijk → klimaat, begroeiing, bodem/reliëf, natuurlijk landschap.
● Demografisch/sociaal: bevolkingsaantallen, samenstelling bevolking, wie woont waar,
spreiding, dichtheid, leeftijdsopbouw, leefomstandigheden.
Hoofdstuk 3
Kaarten: nodig om vragen als waar, waar nog meer en waarom daar te beantwoorden.
● Kaarten zijn noodzakelijk voor geografisch besef en ruimtelijk denken.
● Mental map: kaart in je hoofd, onderdeel van je wereldbeeld.
Ruimtelijke oriëntatie (volgens van Kuyk):
● Eigen lichaam → kind in de ruimte → relaties in de ruimte → platte vlak.
Voorbereidende kaartvaardigheden
● Benoemen: ruimtelijke onderdelen benoemen.
● Abstraheren: losse elementen samenvatten onder verzamelnamen.
● Objectiveren: ruimte in delen kunnen verdelen.
● Ordenen: grote ruimte kan worden onderverdeeld in kleine eenheden; plaats & richting
juist gebruiken.
● Lokaliseren: plaats, richting, afstand kunnen met woorden beschreven worden.
● Relateren: verschillende ruimtelijke elementen hebben een samenhang.
Aanvankelijk kaartlezen (kaart identificatie en kaartproductie),
Kaarteigenschappen zijn als volgt in te delen:
● Plat vlak: kaart is vereenvoudigde weergave van de 3d werkelijkheid in een plat vlak.
Plattegrondsbesef: begrip dat kaart/plattegrond een vereenvoudigde weergave is.
● Verkleining (schaal): werkelijkheid wordt op een kaart verkleind op schaal.
● Generalisatie: kaart moet leesbaar zijn, onbelangrijkheden worden weggelaten.
Elementen op de kaart krijgen een symbool.
● Oriëntatie: geeft antwoord op de 'waar' vraag, oefenen mbv kompas bvb.
Kaartproductie: zelf een kaart kunnen maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lianvant. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.