samenvatting van de belangrijkste informatie uit de literatuur, hoorcolleges en werkgroepen die je dient te kennen voor het tentamen Bestuursrecht. (ik heb zelf een 9.5 gehaald).
Bestuursrecht
week 1
Bestuursrecht:
- Ziet op de rechtsverhouding tussen het bestuur en de burgers (zowel natuurlijke
personen als rechtspersonen;)
- Eenzijdig vaststellen van de rechtspositie van burgers in het algemeen belang;
- Concretisering van de democratische rechtsstaat.
- Functies:
o Instrumentele functie:
a. Toekennen van bestuurlijke bevoegdheden om publieke taak (behartiging
van het algemene belang) correct te kunnen uitvoeren;
b. Geboden, verboden, vergunningen, subsidies, uitkeringen etc.;
c. Veelal geregeld in het bijzonder bestuursrecht.
o Normerende functie:
a. Regels waar het bestuur zich aan moet houden;
b. Zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb).
c. Specialiteitsbeginsel (art. 3:4 lid 1 Awb): beperkingen voor de belangen die
een bestuursorgaan bij zijn afweging mag betrekken;
d. Beginsel evenredige belangenafweging (art. 3:4 lid 2 Awb);
e. Gelede normstelling: normstelling vindt plaats op meerdere niveaus van
regelgeving:
- Wet in formele zin;
- Amvb;
- Ministeriele regeling;
- Beleidsregel;
- Beschikking (het resultaat).
o Waarborgfunctie:
a. Middelen van de burger om het beleid van het bestuur te beïnvloeden en
zich teweer te stellen;
b. Rechtsbescherming.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is opgebouwd van algemeen naar bijzonder
(inhoudelijke regels toepasselijk in een concreet geval).
Begrippen (h1) Algemeen Besluiten, Besluiten, Eén type
verkeer (h2) algemeen (h3) bijzonder (h4) besluit:
handhaving (h5)
Begrippen (h1) Bezwaar en beroep Bestuurlijke Beroep bij de
algemeen (h6) voorprocedure (h7) bestuursrechter (h8)
Verschillen met andere rechtsgebieden (art. 107 Grondwet):
- Staatsrecht:
o De grondregels (en de organisatie) voor de democratische rechtsstaat en niet
om de verhouding overheid/burger;
- Hoe democratische rechtsstaat handen en voeten krijgt voor
de burger is het terrein van het bestuursrecht.
- Strafrecht:
o Ziet op de bestraffing.
, - Privaatrecht:
o Regelt de rechtsbetrekking tussen burgers onderling;
o Instemming van de wederpartij is doorgaans nodig.
Voorheen was er voornamelijk sprake van bijzonder bestuursrecht, door een groeiende
behoefte aan actief overheidsoptreden:
- Codificatie van Algemene wet bestuursrecht in 1994 door commissie-Scheltema:
o Vastleggen algemene regels.
o Bevorderen eenheid.
o Systematiseren en vereenvoudigen wetgeving.
o Codificeren jurisprudentie.
o Voorzieningen treffen t.a.v. onderwerpen die zich niet voor regeling in een
bijzondere wet lenen.
- De Awb is nog steeds aan wijziging onderhevig (praktische problemen, Europese
regels en politieke wensenlijstjes).
Bronnen:
a. Wet- en regelgeving;
b. Jurisprudentie en annotatie;
c. Literatuur.
In relatie met andere wetgeving (waardoor afwijking van de Awb vereist is) zijn er
verschillende categorieën Awb-regels te onderscheiden:
- Dwingend recht.
o Geen afwijkingsmogelijkheid;
Als lagere regelgevers toch afwijkende regels opstellen, worden
deze regels onverbindend bevonden.
o De formele wetgever kan wel van de Awb afwijken.
Gemotiveerd in de memorie van toelichting van de afwijkende
wet.
Bijzondere wet is verbindend/geldend.
- Regelend recht.
o Bindend voor normale gevallen;
o In bijzondere gevallen kan ook door de lagere regelgevers worden afgeweken;
o ‘Tenzij bij wettelijk voorschrift (wet in materiële zin) anders is bepaald’.
- Aanvullend recht.
o Restbepaling wanneer de bijzondere regelgever heeft nagelaten een regeling
te treffen;
o ‘Wettelijk voorschrift’ (art. 4:13 Awb).
- Facultatief recht.
o Onverbindend, tenzij een regelgever/bestuursorgaan bepaalt dat het wel
moet worden gevolgd.
Afdeling 3.4, 4.2.8 en 9.1.3 Awb.
Nederlands is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: centraal geregeerde staat met
onderdelen die een eigen bestuursorganisatie en zekere mate van zelfstandigheid bezitten.
Oefenen uitsluitend een afgeleid gezag af.
1. Er is sprake van territoriale decentralisatie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bettemaxim. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.