STRAFRECHT
DEEL 1 – ALGEMEEN STRAFRECHT
Hoofdstuk 1: Belangrijke begrippen
1. Wat is strafrecht?
Er is geen allesomvattende definitie voor strafrecht, omdat deze rechtstak constant wijzigingen,
aanpassingen en evoluties ondergaat. Een mogelijke omschrijving is:
Strafrecht is een tak van het publiek recht dat het geheel van rechtsregels bevat die bepalen welke
gedragingen, onder welke voorwaarden en in welke omstandigheden, tegenover welke personen
misdrijven uitmaken, en dan onderhevig zijn aan sancties en/of maatregelen.
Het strafrecht bepaalt ook waaruit de sancties of maatregelen bestaan, welke publiekrechtelijke
organen bevoegd zijn om deze op te leggen en op welke wijze dat moet gebeuren.
1.1. Belangrijke elementen
A. Het strafrecht is publiek recht:
Het is de overheid die bepaalde gedragingen strafbaar stelt en die de sancties bepaalt. Anders
dan in het privaat recht gaat een strafzaak niet over een conflict tussen 2 of meer
rechtsonderhorigen, maar is het de overheid die bij monde van het Openbaar Ministerie een
persoon ter verantwoording roept omdat hij de normen van het strafrecht overtreden heeft.
De eis van het slachtoffer (bv. een schadevergoeding) blijft wel privaatrechtelijk.
B. Welke gedragingen strafbaar zijn:
In het strafrecht gaat het om menselijke gedragingen. Enerzijds kan het gaan om een gedraging
die op zich strafbaar gesteld werd = actieve gedraging (bv. slagen en verwondingen) of het
nalaten om een bepaalde gedraging te stellen = passieve gedraging (bv. schuldig verzuim).
Anderzijds kan het ook gaan om een gedraging die op zich niet strafbaar is, maar die strafbaar
wordt door het ongewilde gevolg (bv. onopzettelijke slagen en verwondingen bij
verkeersongeval).
➔ Het gaat altijd over gedragingen van mensen; dieren zijn niet strafbaar in ons rechtsstelsel.
hieronder worden ook de gedragingen van rechtspersonen begrepen. Sinds 1999 kunnen zij
strafrechtelijk AS gesteld worden voor strafbare gedragingen die verband houden met de
verwezenlijking van maatschappelijk doel of die voor hun rekening gepleegd werden (art. 5 Sw.).
➔ Het betreft zowel publiek- als privaatrechtelijke rechtspersonen.
C. Onder welke voorwaarden:
De wet bepaalt welke elementen er moeten zijn opdat een bepaalde gedraging een misdrijf zou
uitmaken. Deze elementen staan opgesomd in de wet.
1
,D. In welke omstandigheden:
Verschillende gedragingen kunnen al dan niet strafbaar zijn, zwaarder of minder zwaar strafbaar
zijn, naargelang de omstandigheden waarin ze zich voordoen.
➔ Slagen en verwondingen en zelfs doodslag maken onder bepaalde omstandigheden geen
misdrijf uit, namelijk als ze gebeuren onder de omstandigheden van wettige verdediging.
➔ Een misdrijf gepleegd met een blanco strafregister VS gepleegd met eerdere veroordelingen.
Verder zijn er nog omstandigheden die de strafbaarheid en de zwaarte van de straf meebepalen,
zoals poging en samenloop.
E. Tegenover welke personen:
De hoedanigheid van de dader en het slachtoffer maken dikwijls een verschil uit in het strafrecht.
Slagen en verwondingen worden op een andere manier bestraft naargelang van het slachtoffer:
• De Koning (art. 101 Sw.)
• Een bedienaar van de eredienst (art. 145, 2 Sw.)
• Een openbaar ambtenaar (art. 278 e.v. Sw.)
• Anderen (art. 398 e.v. Sw.)
• ‘speciale’ anderen (art. 410 bis)
Ook de hoedanigheid van de dader en de verwantschapsbanden of affectieve banden tussen
dader en slachtoffer zijn soms belangrijk (art. 410 Sw.).
F. Sancties en/of maatregelen:
Het onderscheid tussen strafrecht en moraal ligt in het feit dan het strafrecht gedragingen bevat
die door de wet als strafbaar bepaald werden.
➔ Gedragingen die in de maatschappij moreel afgekeurd worden, terwijl ze niet strafbaar zijn
(bv. prostitutie).
➔ Gedragingen die niet moreel worden afgekeurd, maar die strafbaar gesteld zijn om een
zekere orde in de maatschappij te behouden (bv. niet roken op publieke plaatsen).
Mogelijke sancties: boete, werkstraf, vrijheidsberoving, elektronisch toezicht en de autonome
probatiestraf.
Maatregelen waardoor strafzaken buiten de rechtbank worden gehouden: seponering,
minnelijke schikking, …
Gewone maatregelen: jeugdbescherming, …
G. Welke publiekrechtelijke organen bevoegd zijn en op welke manier:
Hier zit het onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht. Het materieel strafrecht is het
geheel van rechtsregels die de strafbare gedragingen beschrijven en de sancties die daarop van
toepassing zijn: het strafwetboek en de bijzondere strafwetten.
Het formeel strafrecht (=strafprocesrecht) daarentegen beschrijft wie bevoegd is om over deze
gedragingen te oordelen en op welke manier, volgens welke procedure dat gebeuren: wetboek
van strafvordering.
2
,1.2. Het legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel is een fundamenteel beginsel in het strafrecht.
1.2.1. Nullum crimen sine lege: geen misdrijf zonder wet
Een gedraging is maar strafbaar als ze als dusdanig in de wet beschreven staat. In het strafrecht is
geen ruimte voor vrije/analoge interpretatie als daardoor het toepassingsgebied van de wet
uitgebreid wordt.
➔ Een gedraging die ongeoorloofd lijkt, maar niet in de strafwet bepaald is, kan dus niet
bestraft worden. Dit geeft aanleiding tot moeilijke situaties i.v.m. ‘nieuwe’ misdrijven.
1.2.2. Nulla poena sine lege: geen straf zonder wet
De strafwet voorziet bepaalde sancties voor de verschillende strafbare gedragingen. Deze sancties
moet de rechter toepassen en hij moet binnen de door de strafwet opgelegde grenzen blijven.
➔ Het is de rechter niet toegestaan strenger te zijn dan in de wet voorzien, maar hij mag ook
geen alternatieve straffen toepassen die niet beschreven zijn in de wet.
1.2.3. Het legaliteitsbeginsel heeft een aantal gevolgen
• De bronnen van het strafrecht zijn enkel terug te vinden in de wet; niet in de gewoonte
• De strafwet moet strikt geïnterpreteerd worden; er is geen ruimte voor analoge/vrije
interpretatie
• De strafwet kan niet terugwerken in de tijd; enkel de wet die op dat ogenblik bestaat
kan toegepast worden op strafbare gedragingen, men kan niet na de feiten een wet
maken om sommige gedragingen te bestraffen
• De Belgische SW is van toepassing op het Belgisch grondgebied en soms op Belgen in het
buitenland
DOEL: de bescherming van het individu tegen de willekeur van de overheid.
2. De bronnen van het strafrecht
Het legaliteitsbeginsel vereist dat de bronnen van het strafrecht enkel wetten in formele zin zijn.
2.1. Wetgeving
Internationale bronnen:
• Het Europees verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele
Vrijheden (EVRM)
• Het Internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO)
Nationale bronnen:
• De Grondwet
• Het strafwetboek
• De complementaire wetten (die het strafwetboek aanvullen)
• De bijzondere strafwetten (buiten het strafwetboek met specifieke strafwetten)
• Decreten en ordonnanties
• Provinciale/gemeentelijke reglementen en verordeningen
3
, 2.2. Rechtspraak
Vonnissen en arresten zijn geen bindende bron van recht, maar toch wel gezaghebbend.
➔ Een vernieuwend vonnis of arrest dat in een gelijkaardige zaak is uitgesproken zal zeker in
overweging genomen worden bij de behandeling van de volgende zaken.
In specifieke zaken zal de uitspraak van het Hof van Cassatie soms bindend zijn.
2.3. Rechtsleer
Addendum: men moet zich aan de meest strikte interpretatie houden, er is geen plaats voor vrije
rechtsvinding.
Analoge interpretatie van het strafrecht kan eigenlijk niet volgens de regels van de strikte
interpretatie. Want dan zou men de leemten in de wet aanvullen en het toepassingsgebied van de
strafwet verruimen.
➔ Uitzondering: indien het in het voordeel is van de rechtsonderhorige (= strafvermindering).
Tijdsgebonden interpretatie mag wel. Bepaalde begrippen in het strafrecht zijn aan aangepaste
interpretatie onderhevig naargelang de wijziging van de tijdsgeest (bv. openbare zedenschennis).
3. De strafgerechten: organigram
Zie HB pg 29.
4. Werking in de tijd: de niet-retroactiviteit van de strafwet
Een direct gevolg van het legaliteitsbeginsel is dan een gedraging enkel strafbaar kan zijn als ze op
dat moment verboden is door een wet. Een latere strafwet kan geen vroegere gedraging strafbaar
stellen. Dit is de niet-retroactiviteit van de strafwet: de strafwet kan niet terugwerken in de tijd.
De (straf)wetgeving is echter steeds in beweging; wat gebeurt er als strafwetten wijzigen?
• Nieuwe strafbaarstellingen worden ingevoerd (bv. verbod roken openbare plaatartsen)
• Oude misdrijven zijn ineens niet meer strafbaar (bv. overspel)
• Straffen worden zwaarder/lichter (bv. verkeer: snelheden)
Een strengere strafwet kan niet retroactief toegepast worden, want dit zou ingaan tegen het
legaliteitsbeginsel. Het is onmogelijk feiten te bestraffen die op het ogenblik dat ze begaan werden
nog niet als misdrijf omschreven en dus niet strafbaar waren.
Er zijn een aantal uitzonderingen waarop het beginsel van niet-retroactiviteit niet van toepassing is:
• Beveiligingsmaatregelen: mogen onmiddellijk toegepast worden, want het gaat niet over
eigenlijke straffen
• Tuchtmaatregelen: ook geen strafsancties
• Interpretatieve wetten: het is niet de interpretatieve wet die terugwerkt; de feiten vallen
onder de vroegere wet, en de latere interpretatieve wet maakt de vroegere wet duidelijk
• Uitleveringsverdragen: het gaat niet om nieuwe sancties, en ze werken niet verzwarend voor
bestaande sancties
• Wetten met betrekking tot de bevoegdheid en de rechtspleging
• Procedureregels
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PRoels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.