100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Chemie samenvattingen $3.80   Add to cart

Summary

Chemie samenvattingen

1 review
 527 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document is een samenvatting gegeven voor de tentamen stof van het van Chemie. Dit komt uit het boek Chemistry van John E. McMurry en Robert C. Fay. Er is gewerkt met de zesde druk. In de samenvatting staat: Hoofdstuk: 2.12, 3.3-3.8, 8.2-8.5, 10.3, 11, 12.1-12.10

Preview 2 out of 5  pages

  • November 7, 2015
  • 5
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: qoubbanelatifa • 6 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 23 Flashcards
Free 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Ammoniak

Answer: Ammonium

2.

Acetaat

Answer: Acetate

3.

Cyanide

Answer: Cyanide

4.

Hypochloriet

Answer: Hypochlorite

5.

chlooriet

Answer: Chlorite

6.

Chlooraat

Answer: Chlorate

7.

Perchloraat

Answer: Perchlorate

8.

Diwaterstoffosfaat

Answer: Dihydrogen phosphate

9.

Waterstofcarbonaat

Answer: Hydrogen carbonate

10.

Waterstofsulfaat

Answer: Hydrogen sulfate

Chemie
Boek: McMurry-Fay Chemistry 6e ed.

Paragraaf 2.12 Benaming van chemische stoffen.
Zonder regels over de benaming van stoffen zou het onoverzichtelijk worden. De
stoffen moeten een unieke naam hebben die ook aangeeft welke structuur de
stof heeft.

Naamgeving zouten.
Zouten worden benoemd naar beide ionen. Eerst het positieve ion, daarna het
negatieve ion. Het positieve ion heeft dezelfde naam als het atoom, het
negatieve ion daarentegen eindigt nu op –ide. Bijvoorbeeld Natriumchloride. Het
positieve ion heet ook wel het cation. Het negatieve ion wordt ook wel anion
genoemd.
In het periodieksysteem kan je aflezen welk ion welke lading heeft. Dit wordt
bepaald door de groep waar ze in zitten. Groep 1 heeft een lading van +, groep 2
heeft een lading van 2+. Er zijn uitzonderingen op deze regel. Zo kunnen
thallium, ijzer en tin meerdere ladingen hebben. Dit geef je in de naamgeving
aan met een romeins cijfer. Zo is Fe 2+ het ijzer(II)ion.



Naamgeving moleculaire stoffen.
De naamgeving van moleculaire stoffen lijkt erg op die van zouten doordat ze er
van uitgaan dat één molecuul meer cationachtig is. Zo heet HF bijvoorbeeld
waterstoffluoride. Om te bepalen welke het meest op een cation lijkt kun je kijken
naar de plek in het periodiek systeem. Hoe verder naar links het atoom staat hoe
meer het op een cation lijkt. Omdat er vaak meerdere atomen van één atoom
soort in een molecuul zitten worden er in de naamgeving voorvoegsels gebruikt.

Voorvoegsel Betekenis
Mono- 1
Di- 2
Tri- 3
Tetra- 4
Penta- 5
Hexa- 6
Hepta- 7
Octa- 8
Nona- 9
Deca- 10
Zo heet N2O3 distikstoftrioxide.

Naamgeving stoffen met moleculaire ionen
Dit gaat hetzelfde als de naamgeving van zouten, eerst het cation, dan het anion.
Toch is er geen systematische manier om moleculaire ionen naam te geven. Deze
zal je moeten leren.
Hier zijn een paar belangrijke:

Formule Naam Engelse naam
NH4+ Ammoniak Ammonium

, CH3CO2- Acetaat Acetate
CN- Cyanide Cyanide
ClO- hypochlooriet Hypochlorite
ClO2- Chlooriet Chlorite
ClO3- Chlooraat Chlorate
ClO4- Perchloraat Perchlorate
H2PO4- Diwaterstoffosfaat Dihydrogen phosphate
HCO3- Waterstofcarbonaat Hydrogen carbonate
HSO4- Waterstofsulfaat Hydrogen sulfate
OH- Hydroxide Hydroxide
MnO4- Permanganaat Permanganate
NO2- Nitriet Nitrite
NO3- Nitraat Nitrate
CO32- Carbonaat Carbonate
CrO42- Chromaat Chromate
Cr2O72- Dichromaat Dichromate
O22- Peroxide Peroxide
HPO42- waterstoffosfaat Hydrogen phosphate
SO32- Sulfiet Sulfite
SO42- Sulfaat Sulfate
S2O32- Thiosulfaat Thiosulfate
PO43- Fosfaat Fosphate


Hoofdstuk 3
Paragraaf 3
In het periodiek systeem kan je vinden hoe veel een atoom weegt, met deze
kennis kan je rekenen aan reacties. Het gewicht van een atoom staat vaak onder
het symbool van het atoom.

Paragraaf 4
In de berekingen gaan we er vaan van uit dat de reactie compleet verloopt. Dit
blijkt in de praktijk niet zo te zijn. De hoeveelheid die daadwerkelijk gevormd
wordt heet yield (opbrengst).

Yield %= werkelijke opbrengst/theoretische opbrengst*100


Paragraaf 5
In de chemie gebruikt men vaak van 1 stof meer dan dat nodig is, hier is dus een
overvloed van en dit zorgt er voor dat de andere stof meer reageert dan normaal
en daarnaast zal dit de reactie iets versnellen.

Paragraaf 6
Aangezien stoffen vaak mobiel moeten zijn, willen ze reageren, lossen we ze
meestal op. De concentratie wordt gegeven in M(mol/L) M=aantal mol
stof/volume van de oplossing.

Paragraaf 7
Vaak moeten oplossingen verdunt worden om de concentratie te krijgen die nodig
is bij een reactie. Het aantal mol=M*v hierdoor is M 1*v1=M2*v2
Het aantal mol veranderd niet. Bij verdunnen wordt er vaak water bij de oplossing

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Wenke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80  2x  sold
  • (1)
  Add to cart